Ja L., ik had het mezelf aangedaan. Maar misschien was iets dergelijks wel zowat het eerlijkste dat ik je te bieden had. Knoeien met technologische apparatuur, dat ben ik nu eenmaal óók (en niet eens zo'n klein beetje zelfs) en ik ga je zelfs zeggen dat het feit dat ik jouw aanwezigheid daarbij duldde er wellicht op wijst dat ik me zeer op m'n gemak bij je voel, dat ik geen angst heb om op m'n bek te gaan. Als ik je vraag dat dan ook als een compliment op te nemen, dan weet ik dat je dat zult doen. Want als ik één ding zeker weet na gisteren, dan is het wel dat je intelligent bent met een grote i.
Maar zeggen dat het slechts om foto's trekken ging, jij kon het ook amper vatten. "Hoe kan je daar nu zo de pest aan hebben?" herhaalde je meermaals je vraag. Ik kankerde en sakkerde, het regende druppels op mij en ook nog eens lenzen, diafragma's en sluiters. Toch werd jij ook nat, zonder mopperen, en ondertussen nam je de tijd om mij als een moeder bij m'n handje naar de droge droom te loodsen. Ik wist dat en waardeerde dat en vroeg me terloops af welk beeld je wel niet van mij kreeg, zo.
Een scherp en goed afgesteld kleurenbeeld waarschijnlijk wel, niet in het minst omdat ik je na de regen in de warmte van mijn huis ontving. Daar werd ik leuker, - of zo oordeel ik toch zelf - maar natuurlijk haalde ik in één adem mijn spelletjesarsenaal van stal en nam ik je onophoudelijk op de korrel. Liefkozend natuurlijk, voor jij die mij had vergeven, die je ogen had dichtgeknepen. Mild als je was voor de miet, voor de wussie.
Doch impliciet wist je vast wel van mijn tactiek, zoals je al die tijd al even impliciet de touwtjes in handen had. Je vergaf me dan ook een tweede keer en stond me toe mijn spel te spelen, een spel dat ik beheers en waarvan je genoot, of dat meende ik toch op te maken uit je gehengel naar meer, uit de manier waarop je het uur uit het oog verloor en muren ging slopen die nog tussen ons in stonden.
Tevreden was ik dus, omdat ik een in mijn ogen ietwat scheve situatie nog min of meer mooi recht had weten te trekken. Want hoewel jij mild geweest en gebleven zou zijn, ik vond 'm scheef, die situatie, en ik leverde noest herstellingswerk. De confrontatie met die sissy in mij was evenwel niet van dien oppervlakkige aard dat ik bijzonder gelukkig kon zijn over wat ik initieel had aangericht. Maar ik meen dat ik met een gerust geweten kan besluiten zoals ik begonnen ben door te zeggen dat het in feite allemaal wel bijzonder éérlijk was, wat ik je had laten zien. En ja, ik heb er vertrouwen in dat ook jij dat hebt doorzien.
x
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten