
Ik kwam thuis om 14u, de werklozen waren er, ik kwam thuis om 18u, de werklozen waren er. Maanden later kwam ik om 16u thuis, de werklozen waren er nog steeds. Ze zaten en ze praatten en de afwas lieten ze staan, die was voor mij. Ze waren luid, ze maakten alles vuil, kapot. De glazen bleven gebroken op de grond liggen, de Frosties verspreid over de tafel als betrof het kunst. De toekomstplannen waren vaag, lees onbestaand. De instanties waren sloom en stuurden nu en dan een betekenisloze brief.
Er was geen reden, zegden de doppers, waarom ze zouden werken. Het bedrag dat ze zouden verdienen met werken woog niet op tegen het bedrag dat ze ontvingen om niet te werken. Ze kregen heel wat geld om ketchup op mijn keukenvloer te laten lekken, al zeg ik het zelf. Misschien hadden ze meer geld van de staat moeten krijgen wanneer ze de energie hadden gehad die ketchup ook weer op te kuisen. De toestand deprimeerde me, zigzaggend tussen ketchupvlekken, Frostieskunst en mensen met de mentale bezigheid van een parkiet.
Ik heb ze buiten laten zetten, uiteindelijk. Wellicht vond ik dáárom mijn fiets niet terug vanmorgen.
1 opmerking:
Heerlijke titel, lekker politiek incorrect stuk.
Een reactie posten