woensdag 3 december 2008

Drieëntwintig en fascinerend

Ik heb erover nagedacht om Arnon Grunberg te worden. Enkele jaren geleden al en nu opnieuw. Als het even kan, en alles kan, zou ik ook graag een succesvolle debuutroman schrijven op mijn drieëntwintigste. 't Is dat ik "Blauwe Maandagen" herlees en van mening ben dat ik iets dergelijks ook nog wel zou kunnen.

Nu, dat boek is wel bekend, vertaald, bekroond, gewaardeerd,.. toch is de exacte reden daarvoor mij niet duidelijk. Het leest vlot, ja, en het is onderhoudend, maar welk element maakt van "Blauwe Maandagen" een beter boek dan eender welk ander debuut? Op "Slaap!" van Annelies Verbeke plakte destijds een sticker: "Beste debuut sinds "Blauwe Maandagen"". Grunbergs debuut is dus een referenetie, een ijkpunt.

De humor in "Blauwe Maandagen" wordt geprezen. Ook ik merk die op, maar ik onthou veeleer de tragiek die steeds nodig is om tot iets komisch te komen. En in plaats van dan te lachen, moet ik vaak enige moeite doen om mij over een zekere "pijn" te zetten. De levens die Grunberg in zijn boek schetst, zijn stuk voor stuk onleefbare levens, dat van hemzelf nog het meest. Er zit, mijns inziens, bijzonder weinig geluk in dat boek.

Door dat te besluiten stel ik echter weer een andere vraag: begrijp ik "Blauwe Maandagen" wel zoals ik het zou moeten begrijpen? En meteen daarna vraag ik me af of een drieëntwintigjarige Nederlander een boek zou kunnen schrijven dat ik niet begrijp. Ook weet ik niet waar het autobiografische begint en waar het stopt. Waarom schreef Grunberg zo'n autobiografisch boek, dan nog als zijn debuut? Wat was de verwachting, de bedoeling?

Ik lees over Grunberg op Wikipedia. Ik krijg nooit genoeg informatie om mijn honger te stillen. In interviews is de schrijver altijd koel en afstandelijk. Hij lijkt bezig met grote, overkoepelende thema's als oorlog, liefde, het lijden en dergelijke; thema's die in zijn boeken als rode draden door geconcretiseerde verhalen lopen.

Ontvang mij gewoon in Eupen, meneer Grunberg. Of in één van die vele hotels die u blijkbaar aandoet op die talloze trips van u. Dan spreken we over "Blauwe Maandagen" alsof het terug 1994 is en, dat spreken we af, dan geeft u op al mijn vragen de eerlijkste antwoorden die u kan bedenken.

5 opmerkingen:

Anoniem zei

Ik heb al eerder een Grunberg-toets in je schrijfsels ontwaard maar het stoort niet.

Uit interviews met Grunberg en zijn latere boeken (gek genoeg was het pas vanaf "De asielzoeker" dat hij me beet had) krijg ik het gevoel dat er iets scheelt met hem. Hij staat buiten het leven, inclusief het zijne en ik ben er niet zeker van dat je zoiets kan imiteren.

Hoe dan ook is het nooit goed om iemand anders te willen kopiëren, al ben ik het met je eens dat de wereld van Grunberg intens tragisch is, de levens van zijn personages ontrollen zich noodgedwongen en niemand doet moeite om er tegenin te gaan. Het is geen goedkoop fatalisme, eerder een grimmige berusting.

Marie zei

Ik las enkel 'Tirza' en vond dat lichtelijk fantastisch. Wat lees ik best als volgende Grunberg?

Alexander zei

Mijn favoriete boek van hem is "De joodse Messias". Als je het echt grondig wilt aanpakken doe je het misschien beter chronologisch en begin je met "Blauwe Maandagen". Dat boek is met zijn specifieke thema's eigenlijk wel een blauwdruk van zijn latere werk.

Anoniem zei

De Joodse Messias is zijn meesterwerk. Ik ben zelf pas erin geraakt met het boek daarvoor "De asielzoeker". Zijn werk als "Marek Van der jagt" vind ik ook schitterend.

Anoniem zei

@ Marie: ook ik wil schreeuwen dat je de Joodse Messias moet lezen !!
werkelijk geweldig!

(alleen het einde, ach het einde, ik ben er nog niet aan uit wat ik daarvan vind, maar ik denk dat ik teleurgesteld was omdat het teveel was. teveel na al het fantastische wat reeds geweest was. hij had het sober moeten houden, dat einde. ik las iemand die het vergeleek met een heel uitgebreide, heerlijke maaltijd, en daarna net zo'n uitgebreid dessert, dat gaat niet meer, je wordt er alleen misselijk van, hoe lekker het ook mag zijn. daar kon ik me wel een beetje in vinden, wat jullie?)