vrijdag 18 augustus 2017

Mark Cloostermans,..

Ik eet yoghurt met muesli. Gisteren scheurde ik de zak muesli zo wild open dat ik de muesli niet meer netjes in de kom kon gieten, ik morste op de vloer. Gelukkig is het maar muesli. Ik heb de muesli daarna zo goed als dat ging in een tupperwaredoos gegoten. Nu ondervind ik dat het gieten van de muesli ook vanuit deze tupperwaredoos niet meevalt, maar so be it then. Niet álles kan gemakkelijk zijn aan dit leven. Want gemakkelijk is het, het leven. Of toch voor 95% van de tijd.
De tupperwaredoos is van een vriendin die mij na mijn voorlaatste bezoek aan haar een stuk taart meegaf. Zo iemand is zij. Ik weet niet wat heerlijker is: de taart of het feit dat ze mij taart meegeeft.
Eergisteren bedacht ik me dat ik me niet in de positie van Lize Spit zou willen bevinden. Alom bejubeld voor haar debuutroman werkt ze nu aan een opvolger. Die zal meteen bij de verschijning onder een vergrootglas worden gehouden en onmiddellijk zal men roepen dat deze nog beter is, of helaas bijlange niet zo goed als ‘Het smelt’. ‘Teleurstellend’, zou men kunnen schrijven. Vreselijk.
Soms wordt een boek weleens keihard afgekraakt. Ik lees graag de recensies van Mark Cloostermans.
http://markcloostermans.blogspot.be/…/doorlezen-of-niet-gri…. Hier maakt hij Griet Op de Beeck met de grond gelijk. Zalig.
Ik luister naar de laatste plaat van Howe Gelb, ‘Future Standards’. Heel jazzy, heel rustig, heel gezellig.
Gisteren hoorde ik in een filmtrailer een man iets zeggen als “Love ain’t easy, you know. That why they call it love.” Ik vroeg me af wat dat in godsnaam te betekenen heeft. Serieus, wat wordt daarmee bedoeld? That’s why they call it love? Zever! Gezever! Om het eens met Frankie Loosveld te zeggen.
Ik ging naar de cinema voor ‘Zabriskie Point’, een film uit 1970 of daaromtrent. Heel goed, bij momenten echt fantastisch. Een psychedelische seksscène (ja, dat prikkelt de nieuwsgierigheid hé). Kantoorgebouwen die een na een spectaculair tot ontploffing komen. En waanzinnige woestijnlandschappen in Arizona, dat vooral. Heel blij dat ik daarvoor naar de cinema ben gegaan.
Straks breng ik een bezoek aan de huurdersbond. Ik ben enorm benieuwd naar hun antwoord op enkele prangende vragen waar ik mee zit. Ik ga die mensen letterlijk de oren van hun kop vragen (ik weet dat de uitdrukking eigenlijk ‘oren van de kop zagen’ is, maar met ‘vragen’ is het ook eens leuk).
Om 10u09 neem ik bus 8 die me om 10u43 op mijn bestemming moet brengen. Daarna moet ik nog eventjes wachten in een wreed ongezellige cafetaria. Misschien moet ik ‘De dieren in mij’ van Delphine Lecompte meenenmen. Zo heb ik iets te lezen terwijl ik wacht.
Ik droomde dat ik in een drukke ruimte met enkele klasgenoten uit het middelbaar naar muziek probeerde te luisteren. Ik was enthousiast, een beetje de gangmaker van het gezelschap. Mijn moeder hield mij vanop afstand in de gaten. Dat stoorde me wel een beetje. Ik begreep niet waarom zij daar was.
En zo gaan we weer aan de slag, een nieuwe dag die moet worden verslagen, die moet worden bedwongen, een nieuwe kamp die moet worden gevochten. Zal de dag mij K.O. slaan of kom ik als winnaar uit de strijd? Zeggen dat ik daar benieuwd naar ben zou overdreven zijn.

Geen opmerkingen: