“Voor jou is dat genoeg”, antwoordde ze al lachend toen ik zei dat ik ging verhuizen naar een studio van 18m². Ik vroeg waarom dat in het bijzonder voor mij genoeg was. “Omdat je dan niet zoveel plaats hebt om rommel te maken.”
(Ligt het aan mij of zijn het enkel vrouwen die dat soort dingen zeggen? Een man zou zoiets toch nooit zeggen?)
(Ligt het aan mij of zijn het enkel vrouwen die dat soort dingen zeggen? Een man zou zoiets toch nooit zeggen?)
In de weekend-Standaard lees ik graag de column van IT-journalist Dominique Deckmyn. Vandaag schrijft hij over smartphones van 1.000 euro.
“Het consumentenvertrouwen keert terug, lezen we overal. En dus mag het geld weer rollen. (...) En warempel, de technologiebedrijven ruiken de opportuniteit. Samsung lanceerde deze week met de Galaxy Note 8 de eerste smartphone van 1.000 euro. Apple doet over enkele weken waarschijnlijk hetzelfde. (...) Boven de zogenoemde vlaggenschip-smartphones van 750 à 800 euro, komt er een nieuwe prijsklasse rond de 1.000 euro.. (...) Maar hoe onderscheidt die smartphone van 1.000 euro zich van die van 750 euro? Het gaat om heel kleine details. En die hebben dan nog vooral te maken met hoe de apparaten eruitzien, niet met hun werking. (...) Het belangrijkste onderscheidende kenmerk van smartphones is dit jaar blijkbaar de rand van het scherm. Eigenlijk mag er geen zichtbare rand meer zijn, het scherm zweeft als het ware in de lucht. Je bespaart daarmee een paar millimeter plaats in je zak, maar doet zo’n Galaxy Note 8 iets nuttig met die millimeters? En hoeveel mag dat extra kosten? Als kapitaalkrachtige mode- en merkbewuste mensen straks massaal de Galaxy Note 8 en de iPhone 8 gaan kopen, dan kosten de smartphones van 2018 straks waarschijnlijk nóg meer. Apple en Samsung krijgen een nog grotere hap uit ons jaarlijks budget. Ten koste van wie, zal achteraf wel blijken.
Andere fabrikanten waren al niet in staat om 750 euro te krijgen voor hun smartphones. Ze mogen elkaar verder blijven bekampen met Android-telefoons van 79 of 199 euro. Daardoor krijg je in die prijscategorie nu wel verbazingwekkende kwaliteit. Dat is dan weer het goede nieuws: wie zich niet laat vangen aan die 1.000-euro-smartphones, ‘bespaart’ meer geld dan ooit. En moet daar letterlijk niets voor missen. Maar hij moet wel een randje rond zijn scherm dulden.”
Ik hoef geen smartphone van 79 euro, geef mij er maar een van 1.000.. Als je die in het openbaar tegen een muur aan diggelen gooit, veroorzaak je waarschijnlijk nog enkele dierlijke kreten van afschuw, terwijl men voor een goedkope (< 200 euro) wellicht de schouders ophaalt.
‘Diggelen’ is een mooi woord, trouwens. Net als ‘scherven’ en ‘gruzelementen’.
“Het consumentenvertrouwen keert terug, lezen we overal. En dus mag het geld weer rollen. (...) En warempel, de technologiebedrijven ruiken de opportuniteit. Samsung lanceerde deze week met de Galaxy Note 8 de eerste smartphone van 1.000 euro. Apple doet over enkele weken waarschijnlijk hetzelfde. (...) Boven de zogenoemde vlaggenschip-smartphones van 750 à 800 euro, komt er een nieuwe prijsklasse rond de 1.000 euro.. (...) Maar hoe onderscheidt die smartphone van 1.000 euro zich van die van 750 euro? Het gaat om heel kleine details. En die hebben dan nog vooral te maken met hoe de apparaten eruitzien, niet met hun werking. (...) Het belangrijkste onderscheidende kenmerk van smartphones is dit jaar blijkbaar de rand van het scherm. Eigenlijk mag er geen zichtbare rand meer zijn, het scherm zweeft als het ware in de lucht. Je bespaart daarmee een paar millimeter plaats in je zak, maar doet zo’n Galaxy Note 8 iets nuttig met die millimeters? En hoeveel mag dat extra kosten? Als kapitaalkrachtige mode- en merkbewuste mensen straks massaal de Galaxy Note 8 en de iPhone 8 gaan kopen, dan kosten de smartphones van 2018 straks waarschijnlijk nóg meer. Apple en Samsung krijgen een nog grotere hap uit ons jaarlijks budget. Ten koste van wie, zal achteraf wel blijken.
Andere fabrikanten waren al niet in staat om 750 euro te krijgen voor hun smartphones. Ze mogen elkaar verder blijven bekampen met Android-telefoons van 79 of 199 euro. Daardoor krijg je in die prijscategorie nu wel verbazingwekkende kwaliteit. Dat is dan weer het goede nieuws: wie zich niet laat vangen aan die 1.000-euro-smartphones, ‘bespaart’ meer geld dan ooit. En moet daar letterlijk niets voor missen. Maar hij moet wel een randje rond zijn scherm dulden.”
Ik hoef geen smartphone van 79 euro, geef mij er maar een van 1.000.. Als je die in het openbaar tegen een muur aan diggelen gooit, veroorzaak je waarschijnlijk nog enkele dierlijke kreten van afschuw, terwijl men voor een goedkope (< 200 euro) wellicht de schouders ophaalt.
‘Diggelen’ is een mooi woord, trouwens. Net als ‘scherven’ en ‘gruzelementen’.
Poolse rodebietensoep, oftewel barszcz, ik krijg er geen genoeg van. Niet van de soep en niet van het woord. Barsjtsj. Mijn lief en ik zijn over het algemeen heel gelukkig samen, maar de laatste tijd vertoont onze relatie toch wat barszcz.
De eerste keer dat je in het nieuwe bed goed uitgeslapen wakker wordt, maar dat je je realiseert dat je in deze kamer nooit heel lang zal kunnen uitslapen omdat het daglicht frontaal doorheen de witte gordijnen naar binnen schijnt. De eerste keer dat je denkt dat het misschien maar best is zo, dat dat lang uitslapen eigenlijk nergens voor nodig is. De eerste keer dat je naar een nieuwe supermarkt gaat in de wetenschap dat je daar het komende jaar nog heel vaak zal komen. De eerste keer dat je (in die supermarkt) shampoo met de geur van pompelmoes koopt en de eerste keer dat je haar na het wassen mogelijk naar pompelmoes ruikt (maar dat zal wel niet). Intussen de zevende of achtste keer dat je minutenlang vanuit de verte koeien hoort loeien. Tevens de derde of de vierde keer dat je je afvraagt of je misschien liever schapen zou horen blaten. De eerste keer ooit dat je vanuit je slaapkamer uitkijkt op bomen. En de eerste keer dat je je overbuurvrouw op de gang tegenkomt en dat ze kort knikt zonder iets te zeggen. De tweede keer in twee uur tijd dat je je hoofd nét niet stoot aan de onverbiddelijke hoek van het openstaande venster. De opluchting die je voelt wanneer je je realiseert dat je bij gebrek aan internet geen toegang hebt tot nieuwswebsites. De zoveelste keer dat je je afvraagt waarom je de actualiteit op de voet blijft volgen. Mogelijk niet de allereerste keer dat je desalniettemin de weekendkrant koopt omdat je echt niet weet wat er in de wereld gebeurt. Allesbehalve de laatste keer dat je reclamefolders uit je brievenbus haalt om die vervolgens in andermans brievenbus te proppen.
Voor alles (en zoals bekend zeker ook voor seks) is er een eerste keer. Je mag niet onderschatten welke waarde die eerste keer heeft. Wanneer je alles wat je doet al honderd keer eerder hebt gedaan, is er iets mis. Je kan dingen gerust tienduizend keer doen, dat is niet verkeerd, maar zorg ervoor dat je ook eens iets nieuws doet (en dan niet alleen op vlak van seks). Nieuwe dingen houden je enigszins fris. Ik ben al meer dan tienduizend keer wakker geworden en aan een nieuwe dag begonnen - de tienduizendste dag van je leven vier je op 27 jaar, vier maanden en nog enkele dagen - maar en route ben ik al enkele keren van bed, van kamer, van woonplaats veranderd. De motor van mijn leven zal altijd wel wat sputteren, maar wanneer de kans zich voordoet probeer ik die motor te herstellen. Of nog: als mijn leven een fiets was, rijd ik vele ritten op halfplatte banden, maar als ik mijn moment gekomen acht, zoals nu, pomp ik mijn banden op. En dat doe ik trouwens lang niet voor de eerste keer.
Voor alles (en zoals bekend zeker ook voor seks) is er een eerste keer. Je mag niet onderschatten welke waarde die eerste keer heeft. Wanneer je alles wat je doet al honderd keer eerder hebt gedaan, is er iets mis. Je kan dingen gerust tienduizend keer doen, dat is niet verkeerd, maar zorg ervoor dat je ook eens iets nieuws doet (en dan niet alleen op vlak van seks). Nieuwe dingen houden je enigszins fris. Ik ben al meer dan tienduizend keer wakker geworden en aan een nieuwe dag begonnen - de tienduizendste dag van je leven vier je op 27 jaar, vier maanden en nog enkele dagen - maar en route ben ik al enkele keren van bed, van kamer, van woonplaats veranderd. De motor van mijn leven zal altijd wel wat sputteren, maar wanneer de kans zich voordoet probeer ik die motor te herstellen. Of nog: als mijn leven een fiets was, rijd ik vele ritten op halfplatte banden, maar als ik mijn moment gekomen acht, zoals nu, pomp ik mijn banden op. En dat doe ik trouwens lang niet voor de eerste keer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten