dinsdag 15 augustus 2017

The Divine Comedy op het Paleizenplein

Ik ben al 15 jaar een echte fan van The Divine Comedy, het éénmansgezelschap van de Ier Neil Hannon. Aan het begin van deze eeuw las ik voor het eerst over de groep in een Humo-artikel van, of all people, Serge Simonart. Serge was een fan en dat stak hij in zijn gekende stijl - hij is zelf steeds alomtegenwoordig in zijn artikels - niet onder stoelen of banken. Mijn interesse was wel gewekt en als 15-jarige verleende ik een oor aan het toen pas uitgebrachte ‘Regeneration’, een Divine Comedy-album dat wat afweek, maar dat wist ik toen nog niet, van zijn zes voorgangers in die zin dat het minder ‘barok’ en meer gestroomlijnd klonk. Ik had nooit eerder zulke theatrale, breed gearrangeerde, tongue-in-cheeck popmuziek gehoord en was meteen verkocht. ‘Regeneration’ was heel belangrijk voor mij en ik zal die plaat altijd als een ankerpunt in mijn muzikale ontdekkingstocht blijven beschouwen. Het is een plaat die ik zoveel gedraaid heb dat ik ze van voor naar achter en van achter naar voor ken. Dat werd opnieuw duidelijk toen ik gisteren op het concert probleemloos ‘Bad Ambassador’ kon meelippen.
The Divine Comedy lijkt nooit populairder te zijn geweest dan anno 2017. Zijn laatste, nochtans wat tegenvallende, plaat ‘Foreverland’ doet het goed, het zou zelfs weleens kunnen dat er een single uit dat album in low rotation op Radio 1 wordt gedraaid. Vooralsnog blijft The Divine Comedy echter een band voor ‘connaisseurs’ en een heel breed publiek zal Hannon nooit bereiken. Gelukkig maar! Zijn muziek is veel te verfijnd en te mooi om door de speakers van een supermarkt te weerklinken.
Onmiddellijk werd ook voor de niet-connaisseur duidelijk dat The Divine Comedy een band met een ‘edge’ is. Neil Hannon betrad het podium in Napoleon-kostuum - epauletten, rijbroek, hoge laarzen, bijpassende hoed, echt alles erop en eraan - en ook zijn backing band was in antiek kostuum. Het publiek genoot, gegrinnik gonsde over de hoofden. Neil Hannon is behalve een getalenteerde singer-songwriter ook een acteur-komediant van het zuiverste water die in zijn teksten heel wat personages opvoert. Een bankier bijvoorbeeld - “Is er een lid van de Europese Commissie aanwezig? Spits dan uw oren.” - in het monkelende ‘The Complete Banker’ (“So I caused the second great depression, what can I say? I guess I got a bit carried away. If I say I'm sorry, will you give me the money?”). In ‘Napoleon Complex’ en ‘Catherine The Great’ bezingt hij dan weer historische figuren uit het oude Europa, een andere dada van Hannon; een man die trouwens ook niet terugdeinst voor een literaire referentie meer of minder, getuige daarvan ‘The Booklovers’, een nummer dat bestaat uit niet veel meer dan een opsomming van al zijn favoriete negentiende-eeuwse auteurs. Dat hij het Brusselse publiek in het Frans kon aanspreken, was ongetwijfeld ook iets waar hij van genoot.
Na een eerste ronde met nummers uit de twee meest recente platen, was het tijd voor een eerste greep uit misschien wel zijn twee beste albums ‘Fin de siècle’ en ‘Casanova’. Vooral die laatste plaat mag gerust bestempeld worden als een britpop-classic en is essentieel om The Divine Comedy te kunnen begrijpen. Het statige ‘Sweden’ passeerde, gevolgd door het uptempo ‘Generation Sex’. Verderop kregen we ook nog publieksfavoriet en doorbraaksingle ‘Something For The Weekend’ uit ‘Casanova’ en een heerlijk euforisch, door het publiek meegepa-pa-paat ‘National Express’. Tegen dan had Hannon trouwens een kostuumwissel ondergaan en droeg hij een maatpak terwijl hij - très je ne sais quoi - op een paraplu leunde als was het een wandelstok.
Halverwege zakte het concert een heel klein beetje in met het nochtans prachtige ‘Our Mutual Friend’ en het melancholische ‘A Lady of a Certain Age’, twee nummers die de vaart wat uit de set haalden. Hannon leek dat te beseffen want hij spoorde eenieder die aan een toilet break toe was aan om nu te gaan, nu het even kon vanwege die lange outro’s. ‘Our Mutual Friend’ wordt op plaat begeleid door strijkers, maar werd tijdens dit concert .in een accordeonjasje gestoken. Dat pakte niet helemaal goed uit, omdat de accordeon de statige strijkers niet kon evenaren. Niettemin bleef het nummer - hele mooie tekst trouwens - probleemloos overeind.
In het tweede deel van het concert werd het tempo opgedreven. Hannon die regelmatig op zijn uurwerk keek als om te checken hoe lang hij nog mocht doorgaan van de organisatoren, wat hij zich ook luidop afvroeg, had er zichtbaar zin in en knalde er nog ‘Becoming More Like Alfie’ en ‘At The Indie Disco’ tegenaan. Dat laatste nummer kreeg ook nog geheel onverwacht een New Order’s ‘Blue Monday’-intermezzo mee, wat door het wat oudere publiek op gejuich werd onthaald.
Afgesloten werd er met het bezwerende ‘Tonight We Fly’ en een tevreden publiek bekloeg zich niet dat er geen tijd meer was voor een bisronde. Aan het merchandise-standje kocht ik een TDC-totebag en blijgezind liep ik naar Brussel-Centraal.
Het was een gedenkwaardige avond.

Geen opmerkingen: