maandag 26 februari 2018

Leuk

‘Leuk’. Ken je dat woord? Je weet wel, op Facebook, ‘vind ik leuk’. Dat ken je toch?
En of we dat kennen! Hieperdepiep! Alles is leuk! Alles is leuk! Jij bent leuk! Ik ben leuk! Allemaal samen, zing: “Wij zijn leuk! Jippie-ka-jee!”
Met dank aan Facebook is er waarschijnlijk geen woord dat onze tijdsgeest beter vat dan ‘leuk’. Opgeklopt en dwangmatig leuk, weliswaar. Leuk betekent namelijk niks, het is een woord dat elke ernstige beoordeling in de weg staat. Als ‘leuk’ al een beoordeling genoemd kan worden, dan is het een beoordeling die smeekt om nader te worden verklaard. Leuk is vrijblijvend en oppervlakkig. Een beetje te vergelijken met de manier waarop wij nogal vaak met elkaar omgaan (neem bijvoorbeeld een populaire app als Tinder). Laten we niet te ernstig worden, ‘het moet wel leuk blijven’ - die instelling. En daarom gaan we inhoudelijke of onprettige onderwerpen uit de weg. Leuk is bang van interessant. Leuk heeft een afkeer van inhoud en is op zijn hoede voor meer complexe emoties zoals vreugde of zelfs tevredenheid. Leuk gaat niet samen met een lach, hoogstens met gegrinnik dat twee seconden duurt. En leuk blijft niet hangen. Wat leuk is, is meteen weer weg. Dingen die alleen maar leuk zijn, zijn niet het onthouden waard.
Omdat ik daar nogal nauw bij betrokken ben, neem ik als voorbeeld mijn eigen teksten. Je kan daar vanalles over zeggen, maar niet dat ze leuk zijn. Ik weet niet wie mijn teksten leest en hoe ze worden gelezen (volledig, diagonaal, de eerste paar zinnen,..), maar als je als lezer tot het slotoordeel komt dat wat je gelezen hebt alleen maar ‘leuk’ is, dan heb je volstrekt niet begrepen waar ik over schrijf of wie ik ben. Al mijn teksten zijn serieus te nemen (ook mijn satire e.a.) en als je een oordeel velt over mijn teksten, dan hoop ik dat je verder komt dan ‘leuk’. ‘Amusant’ is al iets beter. Of (het ook nog vrij platte): ‘grappig’. Of ‘humoristisch’. Ja, ‘humoristisch’ vind ik een mooi inhoudelijk oordeel. Lach om mijn teksten (we hebben het in dit geval over mijn teksten omdat ik daarover ‘kennis van zaken’ heb, en dan specifiek over die die grappig bedoeld zijn), amuseer je als je ze leest. Je moet er niet met anderen over praten, je mag ze ook weer snel vergeten (dat doen we tenslotte toch allemaal; onze aandachtsboog enz), maar beschouw ze niet als gratuite leukigheid. Ik investeer immers in die teksten, ik steek er tijd en energie in, en dat gaat helemaal niet samen met leukigheid. Ook al zijn mijn gedachten niet altijd even coherent en spring ik misschien van de hak op de tak, ik ben er wel met mijn kop bij als ik schrijf. En ik heb als hobby-schrijver toch ook de pretentie om iets af te leveren dat het lezen waard is, dat meer dan leuk is. Ik wil iets maken dat écht grappig of écht interessant is. Als ik alleen maar leuk zou willen zijn dan zou ik niet schrijven. Leukigheid is lui, en uit luiigheid ga je niet schrijven. Je gaat schrijven uit een minimum aan engagement (voor wat dan ook - in mijn geval voornamelijk om meer voldoening uit mijn leven te halen).
Het verschil tussen leuk en grappig is natuurlijk niet altijd duidelijk. Een selfie met weet-ik-veel-wie-of-wat kan leuk én grappig zijn. Maar ik denk dat grappig een extra laagje heeft, daar waar leuk volstrekt niet gelaagd is. Over grappig is op z’n minst heel even nagedacht. Als het dan ook nog een intelligente grap is, is alles prima in orde.
Leuk kan in tegenstelling tot grappig niet volstaan als oordeel. Toch zeker niet wanneer het een langere tekst betreft. Ik begrijp natuurlijk dat reageren op een Facebookbericht niet al te omslachtig mag worden gemaakt, maar als je zelf iets post heb je bijvoorbeeld wel de mogelijkheid om een emoticon aan je bericht toe te voegen en je kan daarbij kiezen uit werkelijk een enorm scala aan emoticons, met gekke bijschriften als ‘hemels’, ‘meh’ of ‘bweurk’. Het klopt dat Facebook sinds enige tijd ook een hartje en een schaterlachend, een verdrietig of een boos gezichtje aanbiedt bij de reactiefunctie en dat stelt een mens in staat om iets ‘complexer’ te reageren, maar op zich zeggen die beoordelingen nog steeds bitter weinig. En zeg eens, wie doet er ooit de moeite om ook echt een reactie te typen genre: “jouw post heeft mij aan het denken gezet, omdat...”? Engagement stopt ook wel ergens. Ik merk het bij mezelf. Overigens zit ik hier echt niet te hengelen naar meer (betekenisvolle) reacties op mijn teksten. Ik freewheel alleen maar wat.
(Dit wordt steeds meer een incoherente opsomming van losse gedachten, heb ik de indruk. Ik ben alleszins het overzicht een beetje kwijt en heb geen idee tot welk besluit dit alles moet leiden. Maar voor het gemak ga ik me daar nu eens helemaal niks van aantrekken. Ik schrijf nog altijd in de eerste plaats voor mezelf en pas in tweede instantie voor jou.
Ik heb recent ‘De transparante samenleving’ van de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han gelezen en een van diens stellingen is dat onze maatschappij elk gedachteproces aan het afschaffen is. Alles en iedereen moet transparant en ongenuanceerd zijn (‘leuk’ en dus niet ‘interessant, omdat..’). Dingen die tot nadenken en reflecteren aanzetten, moeten worden vermeden en geëlimineerd. Enter: ‘leuk’. Het leuk zoals wij dat ondertussen kennen, heeft al lang geen wezenlijke betekenis meer en is dus transparant. In hoofdstukken met duidelijke titels als ‘De etalagesamenleving’, ‘De pornosamenleving’ (dat niet over porno gaat) en ‘De onthullingssamenleving’ argumenteert Han dat we in een wereld zijn terechtgekomen waarin we nauwelijks nog iets achterhouden, maar daarentegen onszelf vrijwillig ‘aanbieden’, ‘uitstallen’, ‘blootgeven’ (zoals porno) en ‘onthullen’. Niets mag onduidelijk blijven, bij niets mogen nog vragen rijzen. Han komt zo tot het besluit dat we in de ‘controlesamenleving’ zijn aanbeland. We gebruiken onze vrijheid om ons leven uit te stallen en onszelf bloot te geven en laten bijgevolg - oh, contradictie - toe dat alles dat we doen kan worden bekeken en (dus) gecontroleerd. Een andere stelling van Han die ik ook zal onthouden, is dat onze roep om transparantie bij elk doen en laten van politici voortkomt uit een groeiend wantrouwen van mensen onderling, als zou niemand nog intrinsiek goede bedoelingen hebben. Inderdaad is het logisch om wantrouwig te staan tegenover hij of zij die bijzonder weinig deelt in een tijdsgewricht waarin we aangemaand worden om zo veel mogelijk te delen. Delen via internet is de norm. Wie besluit om niet te delen ‘houdt iets achter’.
Een passage uit ‘De transparante samenleving’: “De overheersende uiting van de positieve samenleving [een samenleving waarin elke onduidelijkheid de kop wordt ingedrukt] luidt: ‘Vind ik leuk’. Typerend genoeg heeft Facebook [een van de motoren achter de transparante controlemaatschappij] consequent geweigerd een dislike-button te maken. De positieve samenleving vermijdt zelfs de schijn van negativiteit, want dat zou de communicatie maar doen stokken. Waarde wordt alleen afgemeten aan de kwantiteit en het tempo van de informatie-uitwisseling. De kwantiteit stuwt dan ook de economische waarde van de communicatie op. Negatieve uitingen schaden de communicatie. Op ‘like’ volgt de reactie sneller dan op ‘dislike’. Het negatieve van een afkeuring is economisch onbruikbaar.”
Interessante laatste zin. Uiteraard zijn er bepaalde mensen die er een groot belang bij hebben dat de samenleving ‘positief’ en steeds transparanter wordt. Wij blijven maar delen-delen-delen en we denken dat we alles onder controle hebben, maar in werkelijkheid worden wij dag na dag ‘gebruikt’ en er is geen reden om te denken dat dat in de toekomst zal veranderen. Onze geest zal integendeel nog meer in de richting van de transparantie worden gemasseerd, en wel liefst tot op het punt waarop we ons helemaal nergens meer vragen bij stellen.)
(Maar om nog even op ‘leuk’ terug te komen. Als ik de filosoof Han een beetje volg, heeft de o.a. door Facebook gepromote aanduiding ‘leuk’ enkel als bedoeling om ons minder te laten nadenken. In de leuke samenleving (de samenleving waarin we zo leuk mogelijk gevonden willen (of moeten) worden) kiezen we er in alle vrijheid voor om onszelf tentoon te stellen (en om dus om allerlei persoonlijke informatie prijs te geven). Dat dit als gevolg heeft dat anderen als het ware dossiertjes over ons kunnen gaan aanleggen (teksten/statussen copy-pasten, privé-foto’s downloaden, persoonlijke informatie verspreiden,..) is een ongemakkelijke waarheid waar we liever niet bij stilstaan en die we wegwuiven als “zal mij wel niet overkomen”.
Ik heb zelf een vreemde relatie met Facebook. Enerzijds laat ik in mijn posts geregeld het achterste van mijn tong zien (heel transparant van mij), anderzijds is mijn profiel een versterkte burcht en heb ik slechts 40 Facebookvrienden (heel geheimzinnig en niet erg wenselijk), van wie ik er toch zeker 30 vertrouw. Ik vertrouw er ook op dat deze mensen in staat zijn of de inhoud hebben om een minder transparant oordeel over mijn Facebook-activiteit te vellen dan ‘leuk’.
(Hier aanbeland moet ik bekennen dat ik al van bij het begin niet wist wat de pointe van dit schrijfsel moest worden. Vermoedelijk om die reden kom ik niet tot een einde die naam waardig. Ik denk in feite dat ik iets heb willen zeggen over de complexiteit van beoordelingen en over het fenomeen ‘kritische zin’. Maar of dat een beetje gelukt is, ik heb geen idee.)

Geen opmerkingen: