Al van ver zagen we hem gesticuleren. We moesten uit zijn zatte gezichtsveld blijven, anders hadden we hem voor de rest van de avond aan ons been. Het bleek niet mogelijk hem te ontlopen, plots stond hij naast ons. Met dubbele tong en één vierde van zijn verstand.
Hij moest zijn armen om ons heen kunnen slaan, liefst alletwee tegelijk. Hij stond nog op zijn benen, maar op een manier waarop je aan de laatste marathon van je leven begint. Zijn kapsel lag goed, - hij zal er best tevreden over gewest zijn - zijn wangen leken ingevet met een onpeilbaar blinkend goedje.
Tijdens de show deed hij bijzonder vervelend. Mensen op de schouders tikken, zatte kreten in onze oren jengelen. Verschillende mensen wilden hem naar buiten dragen, één meisje duwde hem meermaals en met stijgende verontwaardiging van zich af.
Gelukkig verdween hij ook weer geruisloos van het toneel. Een volgende pintje gaan halen en niet meer teruggekeerd, allicht. We vroegen ons elk afzonderlijk en in stilte af hoe hij zou thuisgeraken. Maar als we heel eerlijk waren, en dat waren we die keer wel, kon het ons ook weer niet zo heel veel schelen. Hij was onherstelbaar beschadigd, en daarom hadden we hem een tijd geleden al bij het oud vuil gezet.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
1 opmerking:
Hij moet het toch ook niet gemakkelijk hebben, die Frédéric Laloux.
Een reactie posten