Herinneringen aan mijn kleutertijd, aan de lagere school, en iets makkelijker, aan het middelbaar. Ik praatte erover met P. Hij kon zich hele taferelen opnieuw voor de geest halen, ik herinnerde me vooral alle namen van alle kindjes, en hun achternamen, en de namen van hun broers en zussen en mama's.
Twee herinneringen wil ik hier neerschrijven. Voor mij zijn ze veelzeggend en bepalend. Bovendien vind ik ook dat het twee scènes zijn die zich laten schrijven. Dat helpt. Ze typeren me en vatten me op een bepaalde manier samen, op een bepaald moment in mijn leven. Ze tonen me als een buitenstaander, "ne speciale", iemand die strijdt.
In het derde leerjaar was ik nog een kind. Uitstekende punten halen was mijn hoogste doel, en omdat er op mijn school geen punten werden gegeven, was het mijn missie het ijverigste kindje van de klas te zijn. En dat was ik. Maar ook was ik koppig, eigenzinnig, niet doorsnee en asociaal om niet te zeggen licht contactgestoord. Daarom gebeurde het wel eens dat ik tijdens een speeltijd ergens alleen zat te mokken.
Ik weet niet precies hoe vaak ik daar gezeten heb, maar in mijn toenmalige klas stond er een hoge spiegel in een hoek van zowat 30° rechtop tegen een muur. Ik had ontdekt dat ik er achter kon gaan zitten en dat niemand me daar zou betrappen. Misschien heb ik er maar drie middagspeeltijden doorgebracht, ik kan het me niet herinneren, maar op een van die keren hoorde ik mijn juf met die van het vijfde en zesde leerjaar babbelen. Waarover ze het hadden kan ik me niet herinneren, maar ik mag me graag inbeelden dat het ook over mij ging. Dat ik een heel ijverig jongetje was, met een ontembare werklust, en intelligent! Ja, en dan zou mijn neus zijn gaan krullen daar achter die spiegel.
Kan het nu ook dat ik ooit geluidjes heb gemaakt van achter die spiegel? Laat dat voor een volgende keer zijn.
Een tweede, en iets coolere, herinnering brengt me terug naar het tweede middelbaar. Ik wilde "mezelf zijn" in die tijd en alle anderen in mijn klas wilden "cool" zijn - ik was met hen in strijd. Enkel op P. kon ik steunen, en op onze beste momenten manifesteerden we ons als een superieur alternatief voor "al die marginalen".
Het was de tijd van mijn tweede walkman, mijn uitdijende collectie cassetjes en mijn diepteverkenning van de populaire gitaarmuziek. Ik had de titelloze debuutplaat van Foo Fighters ontdekt en vond "This Is A Call" en "I'll Stick Around" geweldig en rockin' the classroom. Samen met P. zat ik achteraan in de zithoek en wij maar met dat hoofd schudden, elk één oortje in ons oor. Het was zo'n moment waarop ik andermaal bevestigd zag dat ik niet moest onderdoen voor die leeftijdsgenootjes van me. Ik was ook cool, zoniet cooler, en niet in het minst omdat ik zo anders was dan zij.
Waar een avond op café al niet goed voor is.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten