woensdag 9 april 2008

Mijn eerste bloemenhofbloempje

A. loopt graag met rechte rug, hoewel het hem niet goed afgaat. Je kan 'm regelmatig zien opveren, als krijgt hij een elektrische schok. Dan weet je dat hij er weer eens om moet denken. Een dokter heeft 'm ooit gezegd er op te letten. En A. vergeet zo'n dingen niet snel.

Met grote passen loopt hij door de winkelstraat. Met zijn dure schoenen nog wel. Je zou toch veronderstellen dat iemand als hij dat niet zou doen. Dure schoenen. En daarmee in een winkelstraat. Hij doet het wél. Hij vindt dat stoer.

'Stoer' is trouwens een woord dat hij wel vaker gebruikt. Als je iets doet dat hem bevalt zal hij geneigd zijn dat 'stoer' te vinden. Als hij je mag vindt hij je gegarandeerd ook wel een beetje stoer op een of andere manier.

Toen ik laatst met hem sprak zei hij me dat hij zich goed voelde. Je zag aan 'm dat hij zich amper kon inhouden om dat te zeggen. En wat extra leuk was: hij wilde ook dat ík me goed zou voelen. Dat vond hij zeker niet onbelangrijk. Ik moest maar eens dit, en maar eens dat. En het is niet omdat ik de eigenlijke dingen niet noem dat ik ze vergeten ben, dat ik ze in de wind heb geslagen. Ik hou ze gewoon voor mezelf.

Hij was lief, toen. Hij preekte een beetje, zoals hij dat doet wanneer hij zich goed voelt. Hij "zag" het allemaal, zei hij, en uit wat hij nog meer zei wilde ik graag opmaken dat dat inderdaad zo was. In zekere zin overtuigde hij mij, wilde ik in hem geloven, ook al bleef hij vaag, zijn typische beetje cynisch.

A. is misschien te passioneel. 'Misschien' mag daar misschien zelfs weg. "Jammer van dat minder hoge IQ," zei hij eens, om het kinderachtige gedrag van enkele mensen waar hij mee te maken had, aan te duiden. Het wijst op zijn veeleisendheid, op zijn onverdraagzaamheid. Het moet moeilijk zijn A. te zijn. Ik zou althans niet met hem willen wisselen. Maar poëzie ontwaar ik wel in zijn persoon. Hij geeft het ritme aan met het klakken van de hakken van zijn dure schoenen.

Geen opmerkingen: