maandag 28 april 2008

"Pardon. Pardon."

Het is al voorbij. Het was niks. Het was peanuts.
En toch. Je had je eigen verontwaardiging moeten voelen.

Een wat oudere mevrouw loopt met haar rollende valies koket richting bergafwaartse roltrap en weet zich daar aangekomen semi-versperd door een zwarte mama met een kinderkoets. In feite is er geen sprake van 'in de weg staan', maar toch gaat dat kijverig van "Pardon! Pardon!" De zwarte mama zet zich haastig aan de kant voor die valies en dat Gekijf, en voelt zich naar alle waarschijnlijkheid enorm opgenomen in onze maatschappij.

Was dat racistisch van dat Gekijf? Aan haar slome tret te zien leek ze alleszins niet dringend haar tram te moeten halen. Waarom moest Het zich zo negatief uiten? Nog in de Congo gezeten misschien, in de jaren stillekes?

Nu goed, ik sloeg dat dus gade, omdat ik achter die valies liep en meteen na die sneer van het Gekijf zocht ik de blik van die zwarte mama. Ik wilde stilzwijgend communiceren in de trant van "zotte doos, niks van aantrekken", maar de zwarte mama sloeg geen acht op mij. Even genoeg van de blanke bezetter allicht.

Maar omdat ik in een fractie van een seconde had beseft toch iets te willen bijdragen aan het leed van het Gekijf, snelde ik erachter aan de trap af, waar Het zich met haar valies al breeduit had opgesteld. En erbij aangekomen riep ik met hoge stem twee maal "Pardon. Pardon." om daarna verder in sneltempo de roltrap af te dribbelen. Ik had een tram te halen tenslotte.

Zou Het er lang bij stilgestaan hebben? Ik hoop zo ongeveer tot op het moment dat ze beneden was aanbeland, ofte dus een vijftiental seconden.

Geen opmerkingen: