Ze is geen 'normale' treinreiziger. Ze staat in het midden van de gang, loopt heen en weer en heen. Niet dat ze haar kaartje zoekt, nochtans. Of haar tas of haar portefeuille. Nee, dat alles is ze kwijt. Het staat in haar ogen te lezen en ze kan er niets aan doen, maar ze is radeloos.
Ze praat tegen mensen die het niet kunnen weten, ze vertelt hen wat er volgens haar is gebeurd. "In de coupé was het zo rustig, zo vredig dat ik in slaap ben gevallen. Al mijn spullen lagen op de zetel voor mij. En toen ik wakker werd was alles weg." Haar autosleutels heeft ze nog, maar dat is het dan ook. "Op mijn gsm zit een beveiliging. Ik weet niet hoe handig ze daar mee zijn," stamelt ze.
Kon ze de tijd maar terugdraaien. Naar de politie straks, daar zullen ze haar uitlachen. Arme mevrouw. Haar verdriet maakt haar wat mooier dan ze is. Die blauwe ogen bijna in tranen, ontroeren.
Straks komt ze thuis en moet ze het uitleggen aan haar zoontjes. Misschien woont ze alleen en belt ze iemand op. Zo moeilijk als het leven is, zo uiteenlopend de scenario's. Ik hoop dat er iemand is om naar haar te luisteren, vanavond. Ze zal hier niet snel over uitgepraat zijn.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten