K. komt overmorgen bij mij aanbellen. Om half acht. Ik kijk daar al dagen naar uit.
Hoe zal ze er uit zien - mooi, of zal ik meteen denken: oei, ze is (nog steeds) een beetje dik? Zal ik voor eens en voor altijd - aaaaargh! - mijn stem onder controle houden en niet de hele avond schor klinken? Verdomme, als ik dat maar eens gedaan krijg. Verdomme, als ik maar weer niet ga opmerken: "mijn stem klinkt schor, ik druk er nogal op, zoals je kan horen - ik moet iemand zoeken die me kan leren hoe ik mijn stem beter moet gebruiken - kan jij me dat leren?".
Zal ik haar durven vragen of het de laatste keer wordt dat we elkaar zullen zien?
Zal ik durven opmerken dat de ideeën van haar vriend niet van deze tijd zijn?
Zullen we misschien samen een liedje zingen? Zouden we dat kunnen in elkaars gezelschap? Zonder enige ironie?
Neen.
Ik zal geen 'The Road To Mandalay' zingen waar zij bij is.
Ik heb in mijn leven al zoveel gepraat. Veel te veel - echt. En veel te veel heb ik herhaald wat ik een eerste keer had gezegd, soms wel jaren daarvoor. Dat wil ik overmorgen niet. Al wordt het moeilijk.
Welke jas ga ik aandoen? Zet ik mijn muts op? Welke schoenen draag ik?
Ik ben niet één dag verliefd geweest op het enige meisje met wie ik ooit een relatie heb gehad. En neen, op K. ben ik ook niet verliefd. Maar dat wil niet zeggen dat ik niet mijn uiterste best wil doen. Als het echt de laatste keer wordt dat ik haar zie, kan het maar beter boenk erop zijn.
Zoals zij al sms'te, enkele weken geleden: *zucht*.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten