woensdag 18 juli 2018

Beer

Ik liep een kennis tegen het lijf en we belandden op een terras. Zij praat tegen iedereen die oogcontact met haar maakt en toen er een peuter onze richting uit kwam waggelen, een beetje verlegen maar vooral heel nieuwsgierig, ging zij met dat joch in gesprek (al was het knulletje natuurlijk nog niet in staat om een gesprek te voeren). Deze kennis van mij, B., was met haar volledige aandacht bij het jongetje, wiens ouders aan een tafeltje drie meter verderop zaten; ik nipte van mijn Looza appelkers. “Hoe heet jij?” vroeg B. aan het jongetje, een vraag waar zoals verwacht geen antwoord op kwam. Ik kon de leeftijd van dit kind niet inschatten. We kwam van de moeder te weten dat hij anderhalf is. En dat hij Beer heet.
Beer.
Een Beer in het wild, dacht ik. Dat ik dat nog mag meemaken. Normaal gezien moet je daar toch al gauw voor naar Alaska, maar nu loopt er warempel een over het De Layensplein te Leuven. Beer was een moderne variant op namen als Hubert of Albert, vertelde de moeder. Zo, dat wisten we dan ook weer.
Beer was een heel schattig jongetje met spierwit haar dat opzij kortgeknipt was maar vanachter lang was gebleven. Het zal wellicht nog slechts een kwestie van maanden zijn voor zijn ouders hem een kapsel als dat van Radja Nainggolan aanmeten, dacht ik. Beers gemoedstoestand wisselde om de vijf seconden. Hij kon elk moment beginnen huilen (en dan tilde zijn vader hem van de grond) om vervolgens weer grommend en klauwend zijn nieuwsgierige gedrentel richting omliggende tafeltjes aan te vatten. Ik vroeg me af of dit jongetje later last zal krijgen met zijn naam. Mijn kennis, B., wierp alvast op dat zijn naam in het Engels ‘bier’ betekent. “Dan moet hij maar dicht bij ons, in België, blijven wonen”, lachte Beers papa.
("Let's have another beer", zei de papa tegen de mama, waarop de mama zei dat ze toch geen twee kinderen met dezelfde naam konden hebben.)
Natuurlijk is Beer bijlange niet het eerste kind dat naar een dier is vernoemd. Je hebt tientallen, misschien wel honderden, Wolven in ons land en bij meisjes is Merel een naam die soms voorkomt. Zelf ken ik een meisje dat Koekoek heet, omdat ze "koekoek, hier ben ik" zei toen ze na de geboorte op de buik van haar mama werd gelegd. En Koekoek, zo heb ik intussen vernomen, wordt ook alweer afgekort tot Koekje of Koe.
Varken is een vanuit de moslimwereld overgewaaide heilige naam die zowel aan jongens als aan meisjes gegeven wordt en laatst ontmoette ik een vrouw die officieel Zeborah heet, niet Deborah, Zeborah, wat door haar ouders van kleinsaf werd afgekort tot Zebra. Haar broer, die geboren werd als Okapi (als mens, niet als een okapi) heeft zijn naam laten veranderen in Pieter.
De naam Koen is een afgeleide van de oud-Nederlandse naam Kalkoen en ik ken een transgender die geboren werd als Kamiel, maar zich, nu ze borsten (bulten) heeft, Kameel laat noemen.
Maar bon, dat alles terzijde. Ik heb gisteren een Beer in het wild gezien en dat is al spectaculair genoeg. Hoe zou hij heten met zijn achternaam? Put? Zou hij misschien moeten leven met de naam Beer Put? Al bij al zagen zijn ouders me er vrij redelijke mensen uit, maar sommige ouders zijn tot alles in staat, daar moet je als maatschappij rekening mee houden. Zouden deze mensen hun Beer bamboe als ontbijt geven? Of boterhammen met pandakaas?
Ik ben altijd tevreden geweest over mijn voornaam. Alexander, het is een naam waar je mee buiten kan komen. Voluit heet ik wel Knorretje Alexander, mijn ouders wilden hun kinderen vernoemen naar personages uit Winnie The Pooh, maar dat mijn eerste naam Knorretje is, weet bijna niemand. Mijn ouders hebben mij altijd Alexander genoemd. Opdat ik op school niet gepest zou worden. Enkel op officiële formulieren staat nog Knorretje.
En zo kan ik uren blijven doorgaan. Voornamen, ze zijn een onuitputtelijke bron van jolijt.
En oh, ik zou hem nog vergeten! Wie ik hier zeker ook niet over het kale hoofd mag zien is mijn leraar geschiedenis uit het middelbaar, meneer De Biel. Je kan zeker al raden hoe we hem noemden? Niet debiel, nee, dat zou respectloos zijn. Ik zat in het Freinetonderwijs en wij mochten als leerlingen onze leerkrachten met de voornaam aanspreken. Meneer De Biel heette met zijn voornaam Kut. En Kut is een verbastering van Kurt.

Geen opmerkingen: