vrijdag 9 februari 2018

Byung-Chul Han: 'De vermoeide samenleving

In het vorig jaar verschenen Rekto:versonummer over Underground las ik een ‘mislukt gesprek’ met de Duits-Koreaanse filosoof Byung-Chul Han (de link naar dat artikel postte ik hier een dag of tien geleden). Meneer Han had zich tijdens het interview-dat-geen-interview-werd zeer vervelend gedragen en had geen enkele vraag ernstig willen beantwoorden. ‘Underground’ vond hij een belachelijke term, en of de journaliste alstublieft haar opnameapparatuur kon opbergen, danku.
Wat een ambetanterik, was mijn logische conclusie, en dat ik eens iets van die vent moest lezen, dat ook.
Zijn bekendste werk zou ‘De transparante samenleving’ zijn, waarin hij o.a. schijnt te stellen dat undergroundcultuur niet meer kan bestaan in Googletijden. Alles is immers op te sporen mits enkele goedgekozen zoektermen. Ik heb ‘De transparante samenleving’ uit de bib ontleend, net als zijn ‘De vermoeide samenleving’, en dat laatste boekje (het telt 61 pagina’s, eindnoten inbegrepen) heb ik inmiddels uit. Ik neem even de tekst van de achterflap over:
“Ieder tijdperk heeft zijn ziekten. De 21ste eeuw staat in het teken van neuro-aandoeningen: depressie, ADHD, borderline en burn-out. Voor infecties hoeven we dankzij de medische wetenschap niet meer bang te zijn. Het pathologische landschap van onze tijd wordt bepaald door infarcten, die niet door negativiteit (het afweren van het vreemde) ontstaan, maar juist door een overmaat aan positiviteit. De 21ste eeuwse persoonlijkheid bezwijkt aan oververhitting, ontstaan door een teveel aan het gelijke.” (..) “Deze cultuurkritische en filosofische stelling legt de vinger op de zere plek en laat zien hoe we disciplinering van Foucault ontgroeid zijn, en te maken krijgen met de keerzijden van de prestatiemaatschappij. We hebben een overmaat aan prikkels, informatie en impulsen: we weten alleen niet altijd hoe we daarmee om moeten gaan.”
(Wat nu volgt is een zéér gebrekkige en onvolledige interpretatie van wat ik uit het boekje onthoud (ik vond het niet altijd even gemakkelijk om alles volledig te begrijpen, ik ben geen erg knappe kop). Ga er dus niet van uit dat wat volgt allemaal even juist is.)
Een term die in dit boekje vaak ter sprake komt is ‘prestatiemaatschappij’. Deze prestatiemaatschappij heeft de ‘commandomaatschappij’ opgevolgd. Naar men kan aannemen leven we inmiddels al enkele tientallen jaren in een prestatiemaatschappij, maar deze ‘versnelt’ enorm sinds het begin van de, digitale, 21ste eeuw, waarin richtinggevende elementen op losse schroeven komen te staan.
Wat wordt er trouwens bedoeld met ‘prestatie’? Misschien eerst de vraag beantwoorden wat er met ‘commando’ bedoeld wordt. De commandomaatschappij was er een waarin richtlijnen golden en waarin men moest opereren binnen door gezaghebbers afgebakende krijtlijnen. Dit zorgde voor duidelijkheid bij ‘het volk’, maar ook voor frustratie en agressie. In de commandosamenleving heerste er strijd, er was iets om je tegen te verzetten. Dissidenten werden opgesloten, ze kwamen terecht in de gevangenis of in het gekkenhuis. Ziektes in de commandosamenleving waren van virale aard. Intussen, echter, zijn deze ziektes te genezen en hebben wij een zeker immuunsysteem opgebouwd tegen het negatieve, tegen datgene waarmee wij ‘strijden’.
Enter: de prestatiemaatschappij. Waren wij in de commandosamenleving nog ondergeschikte subjecten (van onze overste of van God), dan zijn we nu de ‘ondernemer van ons eigen ik’. Dit lijkt heel erg ‘positief’; veel té positief zelfs, oordeelt Byung-Chul Han. Waartegen kunnen wij ons immers nog écht verzetten in een wereld waarin we onze identiteit helemaal zelf vorm kunnen geven, los van God (want die is weg) of commanderende oversten? In deze maatschappij van gelijken gaan we ervan uit dat niets onmogelijk is, zegt Han, en mensen die in die wetenschap moeten vaststellen dat voor hen iets ‘niet mogelijk’ is, vooral dan gevoelsmatig, kunnen in een depressie of een burn-out terechtkomen. Als ondernemer van hun eigen ik hebben zij gefaald en hoe kunnen ze dat aan zichzelf uitleggen? Dat je het gevoel hebt dat je tekort schiet, dat je ‘het niet aankan’, dat je minderwaardig bent (uiteraard allemaal in vergelijking met ‘de ander’)?
Omdat we de ondernemer van ons ik zijn, zijn we ‘hyper’ geworden. We kunnen niet meer tot stilstand komen, kunnen niet stoppen met ‘werken aan onszelf’. Wie ‘botst’ is ‘niet normaal’ en lijdt aan ADHD, aan borderline, aan een depressie, een burn-out of is bipolair.
Omdat we voortdurend (aan onszelf) moeten werken (‘presteren’) en nooit (mogen) stilstaan, kunnen we ook nauwelijks nog helder denken (‘contempleren’). We verliezen het overzicht. We doen alles half en half, niets grondig. We multitasken. Han noemt dit onvermogen tot concentratie en stilstand een achteruitgang in de menselijke evolutie. “De waarneming wordt gefragmenteerd en versnipperd. Ook de groeiende werkdruk maakt een speciale techniek van tijds- en aandachtsbesteding noodzakelijk, en die werkt op zijn beurt weer door in de structuur van de aandacht. Multitasking als techniek van tijds- en aandachtsbesteding is echter geen stap vooruit in de beschaving. Het is geen vermogen dat alleen zou zijn weggelegd voor de mens in de laatmoderne samenleving van informatiewerkers. Het gaat hier veeleer om een regressie: multitasking is nu juist het specifieke vermogen van wilde dieren in het open veld. Het is een aandachtstechniek die onmisbaar is voor het overleven in de wildernis.“
Ik geloof dat dit klopt. We overleven, meer dan we leven. Van multitasking gaat een soort wanhoop uit. ‘Ik krijg het niet rond, het lukt mij niet, ik vind geen tijd.’ En het gekke is: we zijn daar nog trots op ook. Multitasken, het druk hebben in het algemeen is in onze samenleving iets om mee uit te pakken. Het zou erop wijzen dat je een interessant leven hebt met non-stop activiteit. Lijkt mij vooral vermoeiend. Ik maak er net een punt van om veel vrije tijd te hebben.
Aansluitend en ook interessant: “De culturele prestaties van de mensheid, waaronder ook de filosofie, hebben wij te danken aan een intensieve, contemplatieve aandacht. Cultuur heeft een omgeving nodig waarin zo’n intensieve aandacht mogelijk is. Maar dit type aandacht worst steeds verder teruggedrongen door een heel andere vorm van aandacht, de hyperaandacht. Een snelle focuswisseling tussen verschillende taken, informatiebronnen en processen kenmerkt deze versnipperde aandacht. Doordat ze ook nauwelijks enige tolerantie kan opbrengen voor verveling, staat ze al evenmin de intensieve verveling toe die van belang is voor het creatieve proces. (...) Als de ontspanning verdwijnt, verliezen we de ‘gave om te luisteren’ en verdwijnt ook de ‘gemeenschap van de luisteraars’. Diametraal daartegenover staat onze bedrijvige prestatiesamenleving. De ‘gave om te luisteren’ berust nu juist op de intensieve, contemplatieve aandacht waartoe het hyperactieve ego niet in staat is.”
De leidende hand van God mag trouwens zo goed als verdwenen zijn in de prestatiemaatschappij (we zijn nu immers zélf een beetje God), diegenen die denken dat er geen religie meer is, dwalen. Wij geloven immers heilig in het belang van gezondheid en zullen elk offer brengen om gezond te zijn en te blijven. Daar gaan we heel ver in en voor zij die niet maximaal naar gezondheid streven, zijn we hard. Deze mensen kunnen niet rekenen op onze sympathie.
Dit zijn enkele ideeën die in dit boekje naar voor komen, maar ik herhaal dat ik zeer onvolledig ben geweest. Ik denk trouwens niet dat dit boekje bedoeld is als een onbaatzuchtig ‘pleidooi’ voor wat dan ook (daarvoor lijkt meneer Han me al te zeer een zelfingenomen egotripper - hij maakt along the way op meewarige toon brandhout van bepaalde aannames van beroemde(re) collega-filosofen), maar dat er een aantal waarheden staan in ‘De vermoeide samenleving’ valt niet te ontkennen. Tot stilstand komen (om rustig na te denken) is inderdaad enorm belangrijk. Uit de ratrace stappen, niet ‘hyper’ worden om even later tegen je limieten aan te botsen met moderne ziektebeelden als burn-out en depressie tot gevolg - het is allemaal zeer juist. Stap niet mee in een prestatiesamenleving enkel en alleen omdat iedereen rond je dat lijkt te doen. Denk na, maak weloverwogen keuzes, ga na wat goed aanvoelt voor jou als individu en wat jou houvast kan bieden. Laat je niet leven en denk vooral niet dat multitasking en druk-druk-druk ‘interessant’ is. Kom tot rust en bezin. Ik wist dat natuurlijk al allemaal, maar het is oké dat meneer Han nog eens wijst op het grote belang van dit alles. (Dit boekje, uit 2010, wordt op de achterflap trouwens een ‘controversiële bestseller’ genoemd.)
En nu ‘De transparante samenleving’ lezen. Met zijn 94 pagina’s (inclusief eindnoten) wordt dat een taaie brok.

Geen opmerkingen: