maandag 17 januari 2011

Kristien Hemmerechts kan mij krijgen, zij het wellicht zeer tijdelijk

Kristien Hemmerechts kan niet echt op mijn krediet rekenen. Dat is een understatement. Deze week staat ze in Humo met een soort monoloog, tirade, waarin ze haar ongenoegen uit over een tiental dingen die haar mateloos irriteren. De kop boven het artikel luidt: 'Ergernissen en erger: Kristien Hemmerechts'. Het eerste wat ik daarbij denk is: Kristien heeft zich laten neuken. Mensen die zich ergeren maken zich niet populair. Ik wrijf me in de handjes.

Ik weet natuurlijk wel dat Hemmerechts het soort mens is dat zich graag opwerpt als 'taboedoorbrekend boegbeeld' van een of andere stem die zij in de samenleving onderhuids hoort fezelen. Ze impliceert alleszins dat ze gefezel hoort, want wie zegt dat het echt zo is? Hemmerechts is iemand die zich verbergt achter die zogenaamde stem van het volk om voor zichzelf een forum te creëren. Vanop haar troon kan ze vervolgens haar half histerische zelve wezen zijn, leunend op haar autoriteit als bekende Vlaamse schrijfster. De laatste jaren heeft Hemmerechts de macht die ze in die hoedanigheid verworven heeft, gebruikt om een hoop onzin uit te kramen waaronder onder meer een exposé over het thema 'levensafronding'. Levensafronding moet het zelfbeschikkingsrecht zijn van iemand die niet ziek is, geen zelfmoord wil plegen, maar toch uit het leven wenst te stappen. Deze persoon moet een spuitje kunnen krijgen. In feite is dat een interessant thema, zeker voor de existentialisten onder ons, maar enkel vanwege het feit dat uitgerekend Hemmerechts ermee kwam aanzetten heb ik beslist haar gebazel te negeren. Nochtans, dat zei ik al, vind ik het als gegeven interessant. Uit wat ik ervan begrepen heb - hetgeen ik hierboven heb geschreven, waarvan ik denk dat dat levensafronding omvat - zou ik zélf eventueel zo'n levensafronding durven overwegen, ooit, eventueel. Maar daar ga ik niet op door. Overigens dacht Hemmerechts zelf ook niet haar taboedoorbrekende voorstel in de praktijk te brengen. Ze heeft tenslotte kinderen, zo zei ze, waardoor ze het niet kan maken om zomaar uit het leven te stappen. Tja.

Tot zover een ietwat fors uitgevallen aanloop. Het Humo-artikel dus. Eigenaardig in feite dat Humo met een dergelijk artikel komt, iemand die ongehinderd een opsomming van ergernissen mag (of wil) laten optekenen. Wat Humo ermee wil bereiken vind ik onduidelijk - een forum bieden aan iemand met een afwijkende mening? In dat geval vind ik het eigenlijk van moed getuigen. In een post-moderne maatschappij waarin algehele vrijheid vrij spel heeft en het terechtwijzende vingertje nauwelijks nog een forum krijgt of zeer pedant wordt gevonden - ah nee, we kunnen toch doen wat we willen, wie heeft het recht zich te bemoeien? - is het zeer moeilijk om tegen die stroom in te gaan en het toch nog eens voor een vrij groot publiek te proberen. Natuurlijk moet de persoon die dat forum krijgt er thema's uitkiezen die maatschappelijk gezien redelijk relevant zijn en al bij al vind ik dat Hemmerechts - beetje vervelend om het toe te geven maar ik vind haar houding van lef getuigen - dat niet slecht doet. Ze doet me aan mijn held Stijn Meuris denken die ook wel eens de noodzaak voelt of het lef heeft om zijn bv-schap te gebruiken om, volgens hem kwalijke, maatschappelijke evoluties aan te kaarten.

In haar tirade heeft Hemmerechts het achtereenvolgens over haar irritatie met betrekking tot - ik laat heel wat onderwerpen vallen - graffitti, stand-up comedians, lawaai, roken, non-communicatie en de bestseller-cultuur. De teneur is uiteraard haar onbegrip jegens de mensen die in hun kijk op deze thema's grondig met haar van mening verschillen. Vooral graffitti en lawaai - hieronder meer specifiek - vind ik interessant. Het gaat hier met name over fenomenen die gegroeid zijn uit exact dat gebrek aan sociale controle, de sfeer waarin alles kan en alles mag.

Lawaai. Hemmerechts heeft het over jongeren op de trein die hun iPod keihard zetten zodat zij ongewild kan of moet meeluisteren waardoor ze zich niet kan concentreren op haar lectuur. Zeer relevante opmerking volgens mij, want ik ervaar dat identiek zo en stoor mij daar eveneens mateloos aan. Het openbaar vervoer, waarvan mensen van alle leeftijden samen gebruik kunnen maken, is een plaats waarin men elkaars levenssfeer moet respecteren. In feite hoort er een soort bibliotheeksfeer te hangen - zeker op de trein, Hemmerechts heeft het ook enkel over de trein - waarin slechts geroezemoes weerklinkt. Maar niet zelden is het anders. Ik heb al met pubers op de trein gezeten die niet eens hun iPod keihard in hun oren lieten boenken, maar gewoon de luidspreker van hun gsm aanzetten en hun muziek door de hele wagon lieten schallen. Die pubers waren uiteraard in groep - ze vormden een clan - waardoor de barrière - in mijn leefwereld een ondoordringbare muur - volgens hen compleet gesloopt kon worden en waardoor ze ook keihard aan het roepen konden gaan, al was het maar om hun muziek te kunnen overstemmen. Ik zat bij wijze van spreken in die gasten hun slaapkamer en durfde niks te ondernemen om daar iets aan te doen. Ze zouden het niet begrepen hebben, een gegeven dat mij niet minder dan verbijsterd.

Hoe kan iemand niet begrijpen dat hij zich temidden van onbekenden niet kan gedragen alsof hij alleen is? Hoe kan zo iemand er geen seconde aan denken dat hij iemand anders daarmee zou kunnen storen? Hoe is het zover kunnen komen dat volwassenen niet meer kunnen of zelfs durven ingrijpen in een dergelijk geval? Waar is de hiërarchie naartoe? Waar is het aanzien naartoe? Zijn dit geïsoleerde gevallen? Jazeker, maar volgens de zwartkijker in mij - volgens mij dus - wel hoe langer hoe minder. En de meest fundamentele vraag hierbij: waar zijn de ouders van deze pubers? Wat zijn dat zelf voor mensen? Hebben die hun kinderen wel opgevoed? Zeer verontrustend, dat voorbeeld, en Hemmerechts heeft daarin gelijk. Ze vindt het ook storend dat je op zo'n trein soms ook hele gsm-conversaties kan afluisteren. Wederom het fenomeen van de slaapkamer of de living. Ik heb én geen zaken met wat een onbekende aan de telefoon te zeggen heeft - waarom heeft die onbekende zélf dat besef niet, waar is de schroom? - én geen zin of geen behoefte om die hele conversatie te aanhoren. Het toeval wil dat ik gisteravond inderdaad met zo'n kerel op de trein zat - die gast was eind de twintig - die tegen het eind van zijn gesprek zo hard aan 't roepen was - was zijn gesprekspartner potdoof? - dat ik teken deed dat het wel wat minder mocht. Ik ben blij dat die mens mij daar na zijn gesprek niet over aangesproken heeft - ik was namelijk in fout, zo is dat tegenwoordig - en dat hij bij de volgende halte uitstapte. Om maar te illustreren.

Hemmerechts heeft het ook over graffitti en dat ze het schandalig vindt dat heel wat gebouwen daarmee beklad worden. Zelf had ik daar nog nooit bij stil gestaan maar ik vind dat er iets van klopt. Heb ik gewild dat er graffitti op een mooie muur staat - we spreken over mooie gebouwen natuurlijk? Eigenlijk niet. Maar meer dan om de graffitti zelf gaat het over de mensen die zo'n gebouw ervan voorzien. Hun tekening kan blijkbaar naast dat gebouw staan, zo denken ze. Een openbaar gebouw, waaraan lang gewerkt is, waarvoor een architect een plan heeft uitgetekend en waarin heel wat mensen rondlopen om een of ander wiel in de maatschappij draaiende te houden, kan in één minuut worden beklad door een tekeing die er niet op thuishoort. Een vreemd idee, vind ik, want wat brengt die graffitti - vaak heel lelijk met vieze 'grappige' woorden - in principe bij aan dat gebouw? Is een graffittikunstenaar gelijk aan een architect? Is een vluchtige krabbel gelijk aan een uitgedokterd plan? Heb ik ervoor gekozen om een muur voorbij te lopen en daar telkens in felblauwe letters 'lul' op te zien staan? Niet echt, nee. Graffitti staat niet naast architectuur. Waarom is dat bij mijn weten nog zo weinig aan de kaak gesteld? 'Omdat het toch maar dat is,' vermoedelijk. En als het maar dat is gaan we er geen spel van maken. Weer die verworven vrijheid waar je je vragen bij kan stellen.

Stand-up comedy en de bestsellercultuur ten slotte zijn twee dingen die heel erg door de media bepaald worden. Welk is het beste boek? Wie is de leukste grapjas? Met betrekking tot boeken spreekt Hemmerechts voor haar eigen winkel en als ze zegt dat de hype rond de Millenniumtrilogie buitensporig is, denkt ze er in haar achterhoofd waarschijnlijk ook aan dat haar eigen nieuwe boek daardoor misschien minder exposure krijgt. Maar voor het overige kan ik haar zeer goed volgen in haar redenering. Mensen krijgen vanalles over enkele boeken te horen waardoor het idee wordt gecrëerd dat iedereen die specifieke boeken moet gelezen hebben of anders de bandwagon mist.

Ik ga elk jaar naar de Boekenbeurs en vind het toch wel zonde dat Piet Huysentruyt daar jaar na jaar de populairste 'auteur' blijkt te zijn. Het is onschuldig, maar het is jammer. Die mens verkoopt boeken die hij in samenwerking met iemand die het mooi kan opschrijven 'geschreven' heeft, en dat enkel en alleen omdat hij op tv komt. Een echte auteur komt zo in de schaduw te staan en het is niet evident om daar weer uit te treden. Op den duur belandt een niet-gehypete maar deugdelijke schrijver in een niche en blijven enkel zijn trouwe fans hem volgen. De kans om een nieuw publiek aan te spreken wordt kleiner. Dit bestseller-onderwerp gaat heel dikwijls over entertainment of 'infotainment' die boven kunde en kwaliteit worden gesteld. Het eigenlijke schrijven verliest aan belang.

En stand-up comedians. Tja. In Vlaanderen volg ik er zelf geen enkele op de voet. Ik zou mijn mond beter niet open doen over Alex Agnew, maar zoals die kerel teert op zijn vetkuif, zijn zwarte bril en zijn 'grappige stemmetjes', niet moeilijk om populair te zijn. Toon Hermans zou het wellicht met mij eens zijn als ik zeg dat je daar eigenlijk niks voor moet kunnen. Je weet of een stand-up comedian al dan niet goed is als je je ogen toe doet en je enkel concentreert op wat hij zégt. Dat gaat over inhoud en als die inhoud niet overeind blijft staan heb je te maken met bagger. Vetkuif of niet. Verder heb ik weinig idee van wie goed is en wie slecht. Wat ik van hen zie vind ik vooral heel erg matig. Allemaal zo gelijkaardig ook, zo weinig origineel en weer zo weinig kunde. Ze teren bijna allemaal op een opvallende look en het is niet te geloven hoe mensen zich daarop blindstaren. Bovendien is het gegeven 'op een podium staan' vaak ook genoeg om gratuit applaus te krijgen. Wie op een podium staat moet wel belangrijk dan wel grappig zijn. Hoe is hij anders op een podium beland? Ten slotte is het ook zo saai dat de Vlaamse stand-up comedians elkaar met z'n allen zo vreselijk graag zien. Allemaal zijn ze zeer lovend over elkaar en allemaal krijgen ze heel veel exposure. Er is heel vaak Vlaamse comedy op Canvas en dan vraag ik me altijd af of het wel de taak van Canvas is om dat te brengen. Zend in de plaats een interessante documentaire uit, gemaakt door mensen met specifieke kennis over een interessant onderwerp.
Kristien Hemmerechts stoort zich bij stand-up comedy vooral aan seksistische grappen. Voor mij is teren op seksisme eigenlijk gewoon inherent aan slechte comedy.

Waarmee ik zo goed als klaar ben met dit epistel. Ik blijf Kristien Hemmerechts een raar figuur vinden en zal het nog vaak met haar oneens zijn - wat ze bijvoorbeeld zegt over migratie, brr - maar in Humo heeft ze wat mij betreft een aantal dingen terecht in vraag gesteld. Ik hoop dat Humo meer van dit soort artikels zal durven brengen en dat er meer mensen hun mond durven open doen om zo hun bescheiden bijdrage te leveren in de 'strijd' tegen de grenzeloze vrijheid.

Het zou, dit keer echt wel, ten slotte ook leuk zijn als bepaalde mensen hun kinderen weer wat beter zouden opvoeden. Maar kennelijk is dat niet meer aan de post-moderne mens besteed. Te negativistisch? Goed mogelijk, maar ík ben nog steeds ík en het is mijn hoogstpersoonlijke buikgevoel, buikloop zo u wil. Mij hoor je trouwens niet zeggen dat ik het wel zou kunnen, kinderen opvoeden. Daarom twijfel ik er sterk aan of ik ooit kinderen wil.

2 opmerkingen:

Geert Simonis zei

Anderzijds weten we sinds vorige week dat Toon Hermans regelmatig zijn vrouw bedroog.

DV zei

Je mag haar hebben...
http://www.deredactie.be/cm/vrtnieuws/mediatheek/programmas/Reyers%2Blaat/2.14004/2.14005/1.949147

Intens droevig word ik van mensen die nergens de humor van kunnen inzien.