woensdag 18 november 2015

Palestijnse punten

De afgelopen dagen had ik een aantal ideeën voor teksten - flauwekul maar ook 'serieuze kwesties' - maar met die aanslagen in Parijs lijkt het plots onmogelijk om het nog ergens anders over te hebben. Ofwel komt het geforceerd over, ofwel lijkt het bijna ongepast.
Die gebeurtenissen beheersen nu echter ook mijn gedachten dus zou ik het thema niet kunnen vermijden hoewel ik echt niks meer toe te voegen heb aan alles wat er al over geschreven is.

Daarom vertel ik een kort verhaaltje over R., een Palestijns meisje van begin de twintig dat ik ken van de praatgroep Nederlands voor anderstaligen waarbij ik vrijwilliger ben.
Zij is anderhalf jaar geleden in België aangekomen met haar oudere broer en spreekt intussen goed Nederlands. Ze wil hier geneeskunde studeren. Ze wil zelfs chirurg worden, een woord dat ze gek genoeg bijna niet uitgesproken krijgt.

Ik sprak onlangs met haar over het onderwijssysteem in Palestina. Ze vertelde dat er in haar land na het secundair onderwijs voor alle studenten één examen is. De score die je op dat examen behaalt zal bepalen wat je mag studeren en hoe je toekomst er zal uitzien (vooral ook dat laatste).
Wie een score van 98 op 100 haalt, mag geneeskunde studeren in Palestina. Of dat geldt toch voor de meisjes. Voor de jongens volstaat 97 op 100.
Ja, daar keek ik ook van op.
R. vertelde het op een berustende tja-zo-zijn-die-dingen-in-mijn-land-toon. ('Te nemen of te laten.')

R. had aan het examen deelgenomen en 96 op 100 behaald. Ze mocht dus niet voor dokter studeren. Haar vader was boos omdat ze geen 98 had. Nochtans droomde of droomt R. er helemaal niet van om dokter te worden. Ze zou liever een wetenschappelijke richting doen. Maar daar gaat haar vader niet mee akkoord, want naar zijn mening zijn wetenschappelijke richtingen voor jongens en moeten meisjes een ‘vrouwelijker beroep’ kiezen (onderwijs, zorgsector,..).

Nu R. in België is, is ze koppig van plan om toch de wens van haar vader in te willigen. Haar eigen wens, om een wetenschappelijke richting te studeren, heeft ze opgeborgen. Ze zal geneeskunde studeren, en daarna chirurgie. Maar... tegen haar zin.
Ik opperde bij wijze van steunbetuiging dat de studie haar wel zou bevallen eens ze er aan begint, maar zij acht die kans klein.
Over haar keuze om chirurg te worden zei ze: “Als ik dan toch geneeskunde moet studeren, dan kies ik ook meteen voor een van de moeilijkste domeinen ervan.”
Overigens gaat haar vader niet akkoord met haar plan om chirurg te worden. Een chirurg moet tijdens een operatie zijn kalmte kunnen bewaren en meisjes kunnen in zo’n situatie niet koelbloedig blijven, is hij van oordeel.
Geneeskunde is een lange studie dus of R. werkelijk ooit chirurg wordt, ik zou er vandaag mijn geld niet op inzetten.

Maar ik was ook verder geboeid door dat puntensysteem in het Palestijnse onderwijs (eenzelfde systeem schijnt trouwens voor wel meer Arabische landen te gelden).
Wie 90 haalt mag bijvoorbeeld apotheker worden, maar geen dokter.
Wie 80 haalt mag leraar worden en wie 70 haalt ook, maar die laatste mag enkel lesgeven aan lagereschoolkinderen.
Wie minder dan 70 haalt gaat wellicht een leven als arbeider tegemoet.
Enzovoort. We hebben niet alle scores en beroepen tot in de details besproken, er zaten nog een Roemeense en een Syriër aan tafel en die mensen mochten ook nog iets zeggen, maar ik kreeg toch een beetje een beeld van het onderwijssysteem in Palestina. Van een vrije studiekeuze blijkt daar hoegenaamd geen sprake. En dat dan nog van staatswege.
Iemand die 98 heeft gehaald kan trouwens ook geen leerkracht worden, want waarom zou je jezelf tot leraar degraderen als je ook voor dokter mag studeren?
En dat jongens systematisch een iets lagere score mogen behalen om toch aan dezelfde studie te mogen beginnen als meisjes. Tja. In Palestina hebben ze kennelijk nog niet vastgesteld dat meisjes het aan de universiteit over het algemeen beter doen dan jongens.

Om af te ronden moet ik hier natuurlijk wel bijzeggen dat ik deze informatie over het puntensystem slechts van één persoon heb gekregen en dat ik hier verder niks over heb opgezocht. Gesteld dat deze informatie dus niet (helemaal) blijkt te kloppen, vergeef mij dan mijn loze woorden. Maar ik vermoed dat R. wel weet waarover ze spreekt.

Geen opmerkingen: