maandag 29 januari 2018

Te veel dagen

Ik heb het gevoel dat er te veel dagen zijn, dat het leven te lang duurt. Soms sta ik op en zonder me somber te voelen maak ik me de bedenking dat ik gerust weleens een dagje zou willen overslaan. Ze zijn uiteindelijk vrij gelijkaardig, de dagen (weinigen onder u die dat carrément zullen ontkennen, neem ik aan), en dan wordt het weleens saai. Misschien ligt het aan mij en mijn leven, maar toch, verwacht je niet teveel aan het onverwachte. Op de radio hoor je nieuws, net als alle dagen ervoor. Buiten is het koud, net als alle dagen de voorbije drie maanden. En de wereld gaat naar de kloten, zo is toch mijn indruk, en dat blijft waarschijnlijk zo elke dag van de rest van mijn leven, én daarna. Een en ander valt gewoon serieus in herhaling, een en ander is gewoon behoorlijk afgezaagd, een en ander kan, volgens mij, heel wat compacter.
Ik zou er niets mee inzitten om mijn leven nu en dan een beetje door te spoelen, om hier en daar wat weken of maanden over te slaan. Mijn gevoel zegt me dat ik nu bijvoorbeeld gerust zou willen doorspoelen naar de maand mei. In die tijd van het jaar mag je immers weer wat fijnere temperaturen verwachten. Februari, maart en april zullen qua temperaturen en qua weer waarschijnlijk eerder onaangenaam dan aangenaam zijn en waarom dat dan voor de -tigste keer moeten doorstaan? Ik kén dat al, heb dat al heel wat keren meegemaakt en zit er niet elk jaar op te wachten - helemaal niet zelfs. Buien en wind zijn natuurlijk niet onoverkomelijk, natuurlijk niet, maar ik zou ze kunnen missen. Nee, laat het maar meteen de maand mei zijn. Echt waar, mocht je mij nu kunnen verzekeren dat het ook de komende drie maanden bijna elke dag vergeefs wachten blijft op wat zon, dan zou ik wél somber worden. Al moet een mens zich natuurlijk altijd focussen op dat wat hij wél zelf in de hand heeft.
Ik herhaal graag nog eens dat ik niet neerslachtig ben. Maar ik vind dus wel dat het leven te lang duurt. Te weten dat ik ondertussen meer dan 11.300 dagen oud ben, dat zet toch aan het denken. Het feit dat ik al die dagen afzonderlijk heb moeten beleven, ook de dagen waarop er in feite niets gepland stond. Less is more, zegt men, en volgens mij kan dat ook voor het leven gelden. Van die 11.300 had ik er bijvoorbeeld 2.000 kunnen afpitsen. Dat is iets meer dan zes jaar. Het zou dan natuurlijk niet om zes opeenvolgende jaren gaan, maar wel om hier en daar wat maanden. Er zullen in mijn leven toch zeker al wel 2.000 dagen voorbij getufd zijn die niets wezenlijks hebben bijgedragen tot de persoon die ik nu ben? Had ik dat dan op voorhand geweten, dan had ik bijvoorbeeld door die dagen heen kunnen slapen, indien ik daar toe in staat zou zijn geweest, maar zóveel slaap heeft een mens niet nodig. Hoe dan ook, door het skippen van die dagen zou ik weinig of niks hebben gemist. Zo was mijn kindertijd niet altijd even opbeurend en die had veel sneller voorbij mogen zijn. Maar eigenlijk geldt hetzelfde voor alle andere fases in mijn leven. Het duurt allemaal overdreven lang. Ik zie er eigenlijk het nut niet van in. Maar ja, je wordt elke dag wakker en dan moet je aan de slag.
Confronterender echter is de volgende feitelijkheid: ik ben na 11.300 dagen amper 31 jaar oud, ik ben met andere woorden nog piepjong. Te weten dat ik, mits ik in goede gezondheid blijf, gerust 25.000 dagen oud kan worden, eerder 27.000 (dat is ongeveer 75 jaar). Dat zijn dus nog 16.000 dagen te gaan. 16.000 keer aan een nieuwe dag moeten beginnen, alles welbeschouwd staat die gedachte mij behoorlijk tegen. 16.000. Dat is véél. Tel maar één per één na. Zou het dan niet veel fijner zijn als ik daar wat doorheen zou kunnen slapen, hier en daar wat maanden overslaan, een winterslaap, zoals sommige dieren?
(Overigens zijn wij als mens voortdurend ‘onder constructie’, wij zijn nooit ‘af’. Gek genoeg tákelen we wel af. Ja, dat dan weer wel. Behoorlijk vernederend, als je er even bij stilstaat. Ik ben daarom een absolute voorstander van euthanasie. Een pijnlijke aftakeling - fysiek en mentaal - is echt nergens voor nodig. Onze bejaarden krijgen anno 2018 in rusthuizen gemiddeld genomen een behandeling die je jezelf nooit maar dan ook nooit zou toewensen (bekijk nog eens de choquerende Pano-reportage over de zorg in commerciële rusthuizen - werkelijk afschuwelijke beelden krijg je daarin te zien). Als je er nu als zestiger bij stilstaat dat je over vijftien à twintig jaar misschien zelf heel eenzaam in zo’n ziekenhuisbed zal liggen, ondervoed en mogelijk niet meer in staat zijnde om nog zelfstandig naar de WC te gaan, zoals dat duizenden bejaarden in ons land op dit eigenste moment overkomt, dan val je toch nog liever dood dan voor een dergelijk scenario te tekenen? Aan het eind van het leven zijn veel mensen gewoonweg vragende partij om dood te gaan. Dat zijn dan de dagen die écht nergens voor nodig zijn.)
Maar goed, nog even terug naar mijn persoontje. Ik ben 31 en pas over negen jaar word ik 40. Op dat moment zal ik nog steeds jong zijn. Zelfs op mijn 50 zal ik nog steeds relatief jong zijn. Dat zijn vele duizenden dagen - tussen nu en mijn 50 grofweg 7.500 dagen. Als de helft daarvan een beetje de moeite zal zijn, hoef ik die andere 3.500 er dan echt bij te nemen? Het leven beantwoordt die vraag in mijn plaats en het antwoord is ja, hetgeen ik enigszins betreur.
Maar ik ben niet somber. Het is niet meer dan een bedenking.
Wat wel zo is: ik lever een dagelijkse strijd met het leven, ja, zo voelt het echt wel aan. Maar voorlopig lig ik dus nog lang niet K.O. op de mat en ik zal er ook veel zoniet alles aan doen opdat dat niet zal gebeuren. Net zoals ik er ook alles aan zal doen om geen zinloos trage en vernederende dood te moeten sterven, zoals dat voor vele westerlingen momenteel wel het geval is.

Geen opmerkingen: