maandag 19 maart 2018

Weinig zo fijn als een lynchfestijn

Hij had het totáál niet zien aankomen. In een kort interview met Humo van 5 september 2017, naar aanleiding van het nieuwe seizoen van ‘Twee tot de zesde macht’, vraagt Bart De Pauw zich luidop af wat hij als vijftigplusser nog heeft om naar uit te kijken. Niet veel, zo vermoedt hij, en intussen weten we dat dat vermoeden klopt, of toch wat betreft ‘s mans televisiecarrière. Dat De Pauw slechts enkele weken na dat interview keihard van zijn voetstuk zou donderen, daar hadden waarschijnlijk zelfs zijn slachtoffers geen rekening mee gehouden. Of toch? Een mens zou het zich onwillekeurig kunnen afvragen.
Het voelt raar aan om een onschuldig gesprekje met Bart De Pauw te herlezen nu we zijn ‘dark side’ hebben leren kennen. Vreemd om het beeld dat je van iemand hebt niet of maar gedeeltelijk te zien stroken met de werkelijkheid. Op basis van zijn jarenlange aanwezigheid op tv ga je denken dat je zo’n Bart De Pauw ook wel een beetje kent als mens. Blijkt dat de joligaard van op tv achter de schermen andere gedaantes aanneemt.
Zelf zal ik nooit vergeten wat een uitstekende tv-maker Bart De Pauw is (geweest). Hij mag nu dan wel verworden zijn tot de Roger Vangheluwe van de Vlaamse entertainmentindustrie, dat neemt niet weg dat de man in Vlaanderen misschien wel de beste mainstreamtelevisiemaker van de voorbije twintig jaar was. Ik vond hem alleszins geestiger en creatiever dan vele anderen tv-gezichten. En dat er ‘iets’ achter zijn joligheid verborgen ging, was merkbaar, maar het deed niet terzake. Een BV heeft ook recht op een persoonlijk leven (al denken andere individuën daar duidelijk anders over). Ik hoef alleszins niet alles over iemand als Bart De Pauw te weten (en ik vraag me zelfs af in hoeverre wij zaken hadden met het schandaal dat rond hem is losgebarsten).
Uit het interview dat De Pauw aan Humo gaf, blijkt dat hij lééft voor zijn vak. Hij verslindt series en films en is steeds op zoek naar ideeën voor nieuwe programma’s. Ook als hij gaat kwissen - hij is een fervent kwisser -, doet hij indrukken op die kunnen dienen voor professionele doeleinden. Ik kan, als ik dat (her)lees - want ik las het interview in september 2017 ook al eens - niet anders dan me afvragen hoe De Pauw tegenwoordig zijn dagen doorbrengt. Bingewatcht hij nog series, bekijkt hij nog drie films per dag of is hij daarmee gestopt nu zijn carrière als televisiemaker voorbij is? Gaat De Pauw nog kwissen of sluit hij zich op in zijn huis? Ik ben niet geïnteresseerd in De Pauw als BV, maar wel als mens. Hoe leef je verder nadat je door de gemeenschap waarin je leeft gelyncht bent? Hoe leg je de feiten waarvan je beschuldigd bent uit aan je puberende kinderen? En erger nog: hoe leg je aan je kinderen uit dat je ervan beschuldigd wordt dat je de door jou gepleegde feiten minimaliseert? Want dat hij de feiten geminimaliseerd heeft, lijkt duidelijk. En dát doet hem natuurlijk finaal de das om. Dát is wat bewijst dat hij er niets van begrepen heeft en dat hij zwaar gestraft moet worden. Zelfs al had hij er geen woord van gemeend, hij had moeten inzien dat er hem niets restte dan een publiekelijk mea culpa. Alleen dát had hem misschien nog een klein beetje kunnen redden. Maar die kans heeft hij verkeken en nu zit hij voorgoed in de vergeetput. Ik heb geen idee hoe een mens daarmee omgaat.
Je zal maar bekend zijn in Vlaanderen, trouwens. Elke BV die er ‘verborgen activiteiten’ op nahoudt (en zo zullen er wel wat zijn, kan ik me voorstellen) zit met de billen dichtgeknepen, bang dat iemand iets ‘vertelt’ of ‘ontdekt’ en dat vervolgens ‘naar buiten brengt’. Nee, op een eerlijk proces moet je dan niet rekenen. Elk individu dat zich daartoe geroepen voelt, zal je lafjes maar met heel veel hijgerig plezier via de sociale media aan de galg praten. In zo’n wereldje leven we nu wel. En onze media - je weet wel, dat clubje kritische mensen met hun check and double check-principes - doen er nog graag een schep bovenop.
De (sociale) media hebben een aandachtsgeil en hijgerig volk van ons gemaakt. We zijn verlekkerd op het schandaal en voelen ons geroepen om daar zo luid en zo lang mogelijk over te toeteren. Omdat ons eigen leven zo weinig voorstelt, kennelijk. Ja, dát is zo ontzettend jammer: dat elke talentloze nobody met een internetverbinding een forum krijgt om zijn gal te spuwen. Dat kan nooit de bedoeling zijn geweest, dat is een exces van deze tijd, daar zijn we te ver in gegaan.
Een fatsoenlijke maatschappij, een maatschappij waarin mensen meer duidelijkheid krijgen en hun sociale vaardigheden beter kunnen ontwikkelen, hoeft geen BV’s aan de schandpaal te nagelen. In zo’n maatschappij gedragen we ons niet als bloeddorstige hyena’s die een prooi aan stukken scheuren, maar nemen we akte van de feiten en vervolgen we ons leven. Sociale vaardigheden komen uitgerekend door de sociale media onder druk te staan en de notie fatsoen is intussen iets van vroeger. Er is echt nood aan een soort algemeen ‘Hoe gebruiken we sociale media?’-onderricht (iets waarvoor al langer wordt gepleit), maar daarnaast kunnen we ook als maatschappij nadenken over hoe we het bij een volgend schandaal gaan aanpakken. Toch maak ik me geen enkele illusie. Er is niet echt een draagvlak voor dit soort redelijkheid. Wij houden van de schandpaal en de lynchpartij. Het voelt zo lekker om iemand die je niet kent met de grond gelijk te maken. Steve Stevaert, Bart De Pauw, en er zullen er zeker nog volgen. Opvallend daarbij vind ik trouwens dat het vooral ook veertigers, vijftigers en zestigers zijn die zo bloeddorstig tekeergaan. Dit zijn toch de mensen die nog ‘fatsoenlijke’ communicatie hebben meegemaakt? Toch zijn het vaak net zij die alle remmen losgooien. Heel opmerkelijk en gênant. Deze mensen moeten een voorbeeld zijn voor de jeugd. Nu legitimeren velen onder hen evenwel de publiekelijke lynchpartij. En wie schopt hen nog een geweten?
Je hoort weleens politici over een ‘warm Vlaanderen’ lullen. Wel, dat zal niet lukken zonder het besef van de noodzaak aan meer burgerzin. Anders wordt je Vlaanderen niet warm maar arm.
Meneer De Pauw, ik keur het niet goed, allesbehalve, maar ik zal niet in uw gezicht spuwen als ik u op straat tegenkom. Niemand zal dat doen, trouwens. Want zo zijn mensen dan ook wel weer. Online een ander afkraken, maar als je hem of haar fysiek ontmoet zingt men plots een toontje lager, kan men zelfs ‘begrip’ opbrengen voor hem of haar.
Soit. We hebben als maatschappij nog (of: opnieuw) een lange weg te gaan op weg naar een soort redelijke beoordeling van iemand die een misstap heeft begaan. Helaas zullen de klassieke noch de sociale media ons daarbij helpen. Of misschien ooit wel. Afwachten maar.

Geen opmerkingen: