zaterdag 23 september 2017

Over Mauro en Jeugdje

Ik heb te lang gewacht om mijn droom op te schrijven. Nu herinner ik me enkel dat er gedanst werd. En het zou kunnen dat ik ook droomde wat volgt.
Ik figureerde in een film vol vrolijke, jonge, dansende mensen. Maar het was níét zo gay als het klinkt. Het was echt leuk, ik was enthousiast.
Ik chatte/belde met een vriend en plots stond hij bij mij aan de deur. Daar was ik niet op voorzien en ik vond het een beetje onaangenaam. Ik ging met hem mee, maar ik weet niet meer waar naartoe. Hij was nauw bij die ‘dansfilm’ betrokken en (ook) heel enthousiast.
Een Mauro Pawlowski-lookalike (of Mauro Pawlowski zelf) ging op bezoek bij een onbekende vrouw (allemaal in het kader van die dansfilm?). Die vrouw gedroeg zich vreemd en maakte een stugge indruk terwijl ze Pawlowski een soort rondleiding gaf door haar huis. Op de bovenverdieping knipte de vrouw plots het licht uit en het werd er stikdonker. De vrouw zei tegen Pawlowski dat hij langs ‘hier’ het huis mocht verlaten. “Maar hier is alleen een raam”, stelde Pawlowski schrikachtig vast, waarop de vrouw hem een duw gaf. Pawlowski viel door het raam en kon nog net de vensterbank vastgrijpen. Onder hem bevond zich het schuine duik van een schuur. Hij probeerde in te schatten of dat dak zijn val zou kunnen breken. Hij viel.
Elders ging het dansen gewoon door. Er waren heel wat Vlaamse acteurs bij het project betrokken.
De ballekes in de tomatensoep van café Van de Velde zijn niet meer wat ze geweest zijn. Sinds kort zijn ze minder zout en (dus) gewoon minder smakelijk. Het gaat zo ver dat ik overweeg om geen tomatensoep met ballekes meer te bestellen in café Van de Velde. Misschien de korstjes eens uitproberen? De soep zelf blijft immers zeer lekker, het zijn de ballekes die van hun pluimen verloren hebben. Ik zit er echt een beetje over in, want, man, ik vond die ballekes lékker. Ik kon er zo van smullen. But not anymeur, zoals mijn vriend W. het zou zeggen, waarmee hij, denk ik, een personage uit een Britse comedy-reeks parafraseert.
Het zit ‘m in van die kleine dingetjes. Je wil ‘Broertje ik heb je’ van De Jeugd van Tegenwoordig horen, maar die cd ligt thuis bij je moeder en via Spotify heb je dat nummer niet offline gehaald. Of je wil een Q&A-sessietje op Facebook houden via de livevideo, maar dat kan nu net niet want je hebt geen verbinding en om nu op een openbare plaats een Q&A te gaan zitten houden, dat zou wel een beetje héél raar zijn. Het zijn zulke kleine dingetjes die je eraan herinneren hoe handig internet kan zijn. Maar verder hoor je de mondscheten van Den Theo wel gewoon even kort in het radionieuws in plaats van er -tig opiniestukken over te gaan zitten lezen. Dat dan weer wel.
Ik stond op de bus te wachten toen een vrouw van een jaar of vijftig in mijn buurt kwam staan en mij vragend leek aan te kijken. Dus ik vroeg of ik van hulp kon zijn. “Ruikt gij iets aan mij?” vroeg ze met een Limburgs accent. Ze kwam dichter bij mij staan en vroeg nogmaals of ik iets rook. “Ik ruik niks, mevrouw”, zei ik naar waarheid. “Wat zou ik moeten ruiken, misschien?” “Ik heb vis gebakken en mijn hele keuken ruikt naar vis. Dus ruik ik nu misschien ook naar vis. Ruikt ge dat niet aan mij?” Ze draaide een pirouette zodanig dat ik haar van voor én vanachter kon besnuffelen mocht ik dat gewild hebben, maar, nee, ik kon echt niks aan haar ruiken. “En ik ben nochtans gevoelig voor geuren, dus ik denk dat ge u geen zorgen moet maken.” De vrouw leek nog niet volledig overtuigd, maar mijn woorden stelden haar precies toch wat meer op haar gemak. Ik herhaalde daarom nogmaals dat ik echt niks aan haar kon ruiken en al helemaal geen vis. Dat bleek dan toch te volstaan en mevrouw bedankte mij voor het delen mijner bevindingen. We wensten elkaar nog een fijne dag, terwijl ik nog steeds op mijn bus wachtte en zij verder richting stadscentrum liep. Overigens maakte deze vrouw op mij niet de indruk knettergek te zijn. (Dit gebeurde trouwens op dezelfde plek als die waar ik enkele dagen geleden een vrouw de veters van haar vriend/man/broer zag knopen. Toch geen onbelangrijk detail, me dunkt. Er valt daar duidelijk wat te beleven op die plek.)
Nog dit over De Jeugd van Tegenwoordig (samen met Elbow en The National wellicht mijn favoriete groep van de laatste vijf à tien jaar): het meesterbrein van dat gezelschap is ongetwijfeld Bas Bron. Wat die man uit zijn synthesizer tovert, daar kan Daft Punk nog van bijleren. Ja, akkoord, Wiwa, Vièze Fur en Faberyayo zijn elk op hun manier ongelooflijk zalig, maar zonder de muziek van Bas schiet er van Jeugdje niet veel over. Mocht je de lyrics van de tracks halen, ik zweer dat je zou geloven dat je naar nieuw werk van Daft Punk zat te luisteren. Dat wilde ik toch even kwijt.

Geen opmerkingen: