zaterdag 9 september 2017

Roamingkosten en andere zever

Alexander De Croo zegt in De Standaard van 2 september dat de ware opsplitsing in dit land er een is van hen die vooruit kijken versus hen die achteruit kijken. Als journalist zou ik me dan niet kunnen inhouden om te vragen tot welke van beide groepen hij zijn eigen partij rekent.
A. en ik waren op de opening van een fototentoonstelling en we deden ons best om de geëxposeerde beelden te bewonderen. “Sommige foto’s zijn eigenlijk mooier als je ze van ver bekijkt”, zei A.. “En geblinddoekt”, zei ik.
Ja, wij lachen wat af, wij twee.
Een leesclub in de bibliotheek. Zes senioren - vijf vrouwen, één man - en een begeleidster. En rarara, wie voert er het hoge woord? Uiteraard. Hij heeft het over islamieten en jodenhumor, hij geniet ervan om in de aandacht te staan en zijn parlé te doen. De begeleidster vraagt of het tijd is voor een korte pauze. Maak er maar een lange pauze van.
Ik zat op de bus en hoorde een studente het volgende zeggen tegen een kennis die ze blijkbaar al lang niet meer had gezien: “Ik heb twee jaar toegepaste taalkunde gestudeerd, maar na de aanslagen in Brussel was dat echt niet meer vol te houden. Allez, da’s een lang verhaal. Ik studeer nu voor leerkracht secundair onderwijs.” Ik mengde me in het gesprek en vroeg waarom ze haar studie had afgebroken na die aanslagen. Nee, da’s niet waar. Ik heb die vraag niet gesteld. Maar ik was benieuwd, amai.
Tegenover mooie vrouwen stel ik me veel welwillender op dan tegenover minder mooie vrouwen. Het zou ronduit gemeen zijn om dat te verzwijgen.
Weer een beeld uit ‘Infinite Jest’: iemand die haar ogen niet durft te openen uit angst om te ontdekken dat ze blind is, en door haar ogen permanent gesloten te houden de hoop bewaart dat ze níét blind is.
Lapidair, obstinaat, efemeer en obsoleet. Vier woorden waarvan ik steeds de betekenis vergeet.*
Gehoord op straat en heel boeiend bevonden: “’k Eb kweenioeveel biccen in uis en ask ‘r dan ene nodig hem, dan vin ‘k er gene. Dan pak ‘k uit miserie e potlood.”
Vooral dat laatste vond ik interessant. Uit miserie een potlood moeten nemen. Veel erger wordt het natuurlijk niet.
(Of toch. Lees verder.)
Deze zomer zijn de roaming-kosten weggevallen waardoor telefoneren en surfen vanuit het buitenland niet langer peperduur is. Goed nieuws natuurlijk. Of dat zou je toch denken.
De hoofdredacteur van De Standaard, Karel Verhoeven, heeft er in de krant van 2 september het volgende over te zeggen: “Het is natuurlijk praktisch om overal tegen hetzelfde tarief te kunnen surfen en appen, maar het vakantiegevoel leed eronder. Omdat ze onophoudelijk in contact bleven met de wereld en het thuisfront, voelden velen zich niet meer ‘weg’. Er is geen leven meer zonder mailbox en Facebook. Er is geen ontsnappen meer aan de normale wereld, het nieuws, de vrienden, de likes. Het is een interessante paradox: hoewel we met z’n allen nooit eerder zoveel kilometers hebben gereden en gevlogen, waren we nooit eerder zo weinig ‘weg’. ‘Weg’ te zijn is de heerlijke illusie van reizen. Door minder ‘weg’ te zijn wordt het moeilijker om rust te vinden. Het leidde op onze Facebookvraag over smartphones en vakantie zelfs tot milde nostalgie naar de dure roamingkosten. Zo gek wordt het dat alleen woekertarieven nog digitale zelfdiscipline afdwingen.”
Hogerop in zijn opiniestuk had Verhoeven het al over de ‘onttovering’ van het vakantiegevoel.
Tja. Met Stijn Meuris zal ik besluiten: “Zou een heel klein beetje oorlog soms niet beter kunnen zijn?”.
* lapidair: kort, kernachtig (vandale.nl); obstinaat: eigenzinnig, koppig (vandale.nl); efemeer: kortstondig, vluchtig (encyclo.nl); obsoleet: verouderd (encyclo.nl)

Geen opmerkingen: