Ik had het al meermaals Romazigeuners zien doen – ik noem zomaar een volk, ’t is niet persoonlijk bedoeld – en dacht dan telkens bij mezelf: wel goed bekeken om op die manier wat centen te verzamelen, veinzend dat je geld ophaalt voor een hulporganisatie.
Ik verduidelijk mezelf. Het was mooi weer vorige donderdag en ik dacht: ik heb veel tijd, waarom zou ik dit wee...kend eens niet naar Walibi gaan? Alleen: ik had slechts een zeer beperkt budget daarvoor en wilde dat liever niet aanspreken. Toch wilde ik niet bij voorbaat afzien van mijn uitstapje, enkel vanwege mijn lege portemonnee en ik broedde op een plan om eventueel gratis tot aan het pretpark (en eventueel ook gratis binnen) te geraken. De Weerwolf, de Cobra, de Dalton Terror – de verlokkingen waren legio.
Ik ging naar buiten (om na te denken over hoe ik zo goedkoop mogelijk naar Walibi zou geraken) en liep door willekeurige straten, op zoek naar willekeurige banken om onwillekeurig in het zonnetje* te zitten en niet in de schaduw, toen ik zo’n gebrekkig Nederlands bazelende ‘Romazigeuner’ tegen het lijf liep. Hij had een mapje bij zich met daarin zo’n beduimeld papier waarop je steeds je naam alsook het bedrag moet schrijven dat je (maandelijks) wil doneren aan de liefdadigheidsinstelling waar de betreffende Romazigeuner melding van maakt – in dit geval Handicap International, het officiële logo prijkte bovenaan het weinig geloofwaardig aandoende document.
Ik bedankte de Romazigeuner beleefd voor zijn gemakzuchtige uitnodiging om “toe joero” te schenken en vertelde dat ik online meer informatie over Handicap International wilde inwinnen alvorens mij zomaar aan deze organisatie te verbinden. De Romazigeuner was niet blij met dat antwoord en droop af zonder verder nog iets te zeggen.
Echter, hij had mij op een idee gebracht en ik bedacht me dat dergelijk dubieus geronsel mij misschien ook wat zakgeld zou kunnen opleveren; om naar Walibi te kunnen gaan, bijvoorbeeld. Maar al even snel realiseerde ik me dat ik niet zomaar op straat kon gaan pretenderen dat ik voor Handicap International (of een andere hulporganisatie) werkte, al was het maar om de praktische reden dat ik nu meteen cash wilde hebben en niet een schriftelijke toezegging dat meneer x en mevrouw y een bepaald bedrag op een bepaalde rekening zou storten. Bovendien was een dergelijke leugenachtige praktijk ook in strijd met mijn ‘ethische principes’. Ik moest het anders aanpakken, ik had al een idee.
Nauwelijks een uur later stond ik in een kaki hemd en korte broek in een winkelstraat met wafels te leuren. “Dag mevrouw, ik ben van de scouts en wij doen een inzamelactie..” – u kent dat wel. Het was belachelijk belachelijk, als zoiets bestaat, en echt totaal ongeloofwaardig omdat ik daar helemaal alleen stond want er verder in de wijde omtrek geen scoutslid te bespeuren viel. Het ‘kaki’ hemd - de klassieke scoutsuitrusting, ik moet er van kotsen – was eigenlijk ook niet heel erg kaki, eerder beige, en de wafels – amper twaalf stuks - had ik gewoon achterin de snoepkast van mijn moeder gevonden. Het plausibele argument dat ik misschien ook een beetje te oud was om nog tot een scoutsgroep te behoren, had ik voor mijn eigen gemak genegeerd en ook over het eigenlijke doel van mijn geldinzamelactie had ik niet op voorhand nagedacht. Iets met kinderen in Afrika, improviseerde ik. Kinderen doen het altijd goed was mijn redenering.
De wafels – echt de meest banale wafels die je kan vinden - kostten 3,5 euro per stuk, had ik bepaald, want als ik ze alle twaalf verkocht zou krijgen had ik 42 euro verdiend, net genoeg om een trein- en toegangsticket voor Walibi te kunnen betalen en ter plaatse nog een wafel te kunnen eten.
En vraag me niet hoe het gelukt is maar ik verkocht ze allemaal en zaterdag ging ik naar Walibi. Het was een wonderlijke dag.
* de zon is een ster met een massa van zo’n zo'n 1,989 × 1030 kg, zegt Wikipedia. 'Zonnetje' is dus misplaatst.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten