"Als ik terug naar school ga, de eerste dag, dan begint iedereen te praten over: ik ben naar Italië geweest, ik ben naar Duitsland geweest, ik ben naar Brazilië geweest; ja, en ik moet dan zeggen: ik ben gaan zwemmen enzo ..."
Iedereen lijkt de Panoramareportage ‘Arm Vlaanderen’ gezien te hebben. Ik ook. Veel mensen hebben blijkbaar (nu pas) ontdekt dat er in Vlaanderen armoede bestaat. Ik niet. Mijn moeder werkt al twintig jaar met kansarmen. Mensen die één keer per jaar met een touring car naar de zee gaan. En kinderen die nooit op reis gaan ken ik ook. Zelf ga ik (natuurlijk) wel soms op reis.
Bovenstaande uitspraak van de 11 of 12-jarige Mika heeft mij in deze reportage persoonlijk het meest getroffen. Omdat ze blootlegt dat er qua ‘speciallekes’ tijdens een vakantie wel erg grote verschillen blijken te bestaan binnen gezinnen met 12-jarige kinderen. Dat Mika het moet stellen met eens gaan zwemmen klinkt bijna lachwekkend. Kom daar eens mee af op 1 september. Waar moet je dan kruipen als het logisch-obligate “waar ben je tijdens de vakantie naartoe geweest?”-vraagje de kring rond gaat? Dat moet serieus aankomen, kan ik me inbeelden. Is het de taak van een leerkracht om op dit soort momenten rekening te houden met Mika’s situatie? Moeilijk te zeggen. Maar er mag wel over nagedacht worden. Nu wordt daar wellicht niet bij stilgestaan omdat de gemiddelde leerkracht zelf ook op vakantie is geweest tijdens de zomer en dat onnadenkend als een evidentie voor elk gezin beschouwt.
BEGOEDE BURGERS
Ik heb zelf altijd de luxe gehad om me niet te hoeven storen aan andermans verhalen over verre reizen. Ik reis niet speciaal graag noch hoef ik tal van steden of andere bezienswaardigheden op onze planeet met mijn eigen ogen gezien te hebben. Daarmee is voor mij de kous af. In principe heb ik het geld om te reizen, maar ik besteed het dus liever aan andere dingen. Voor iemand die wel verre reizen wil maken maar er het geld niet voor heeft, heeft onze welvaartsmaatschappij echter een perceptieprobleem gecreëerd. De perceptie bestaat immers dat iedereen elk jaar (op z’n minst één keer) op reis kan gaan – of deze perceptie bestaat toch onder ‘begoede burgers’ met hogere diploma’s, een groep waartoe ik mezelf reken.
Deze groep mensen, ik noem ze voor het gemak maar ‘de begoede burgers’, staan er vaak te weinig bij stil dat er nog mensen zijn die niet in de mogelijkheid zijn om elk jaar op reis te gaan. Een authentieke uitspraak van een 12-jarig kansarm jongentje in een Panoramareportage mist dan zijn uitwerking niet. “Zo erg dat dit in Vlaanderen nog bestaat..”
De afgelopen twintig jaar is de evidentie van op reis gaan heel sterk toegenomen. Rondom mij heb ik mensen van alle leeftijden over luxueuze reizen horen spreken zonder dat zij het luxueuze ervan nog leken in te zien. Barcelona werd schijnbaar het equivalent van de zee, Istanbul dat van de Ardennen en het vliegtuig dat van de trein.
Mensen leken bij terugkomst van reis x al onmiddellijk weer plannen te maken voor reis y. Alsof reis x kon worden beschouwd als een afgelopen zaak die in een map kon worden geklasseerd en waarover men enkel tijdens een gesprek nog eens zou kunnen opmerken dat men daar ook geweest was, op die bestemming. En dat dat zeer de moeite was. Of net niet.
Begoede tweeverdieners gaan of gingen op 58 maar wat graag op pensioen – helemaal uitgeblust en na een burn-out, u kent dat – om eens gepensioneerd meerdere keren per jaar aan het reizen te gaan. Waren zij eerst bekaf en er helemaal onderdoor door hun job, vonden zij plots de energie om jetlags te overwinnen en van hot naar her te lopen in de verzengende hitte van een of andere door betrouwbare vrienden getipte bestemming.
Tijdens feestelijkheden met vrienden werd graag en uitgebreid verteld over avonturen in de townships van Zuid-Afrika, de vriendelijkheid van de mensen in Thailand, de ontluisterende klassenmaatschappij in India of het pittoreske Sint-Petersburg dat veel meer de moeite was dan Praag, wat anderen er ook over mogen beweren.
UITWISSELINGSPROJECTEN
Maar niet enkel voor de begoede, de crisis niet voelende, vijftigers en zestigers is dit van tel, ook twintigers en dertigers met een hoger diploma lijken twee, drie of vier citytrips per jaar ondertussen als een evidentie te beschouwen. Een weekendje shoppen in Barcelona is dan voor hen wat vroeger voor hun moeder een koffie op de Meir was. Een uitstapje. Themabijlages van kwaliteitskranten spelen hier op in en laten uitschijnen dat meerdere keren per jaar reizen doodnormaal is. Wat het voor heel wat mensen nochtans niet is.
Ook uitwisselingsprojecten zijn hot onder studenten en wie er het geld en de tijd voor heeft, lijkt maar een paar muisklikken of telefoontjes verwijderd te zijn van zijn studie- of vrijwilligersjaar aan een goede universiteit in een leuke Europese stad of een ontwikkelingsland in, bijvoorbeeld, Zuid-Amerika. Veel middenklasse-ouders moedigen hun kinderen daarin aan en daar is niks mis mee zolang het niet beschouwd wordt als een normaliteit. Toch lijkt dat laatste steeds meer het geval.
Eens op Erasmus gaat het dan niet zelden als volgt. Aan die universiteit in dat buitenland maakt men vrienden in een internationaal gezelschap, met wie men op zijn beurt contact wil behouden na dat studiejaar. Dat contact kan maar fatsoenlijk onderhouden worden als een van beide partijen eens per jaar de ander gaat bezoeken in zijn land van herkomst. De vrijwilliger, op zijn beurt, die een netwerk aan mensen heeft opgebouwd in het respectievelijke ontwikkelingsland, keert daar ook graag op tijd en stond naar terug voor een nieuw bezoek. En ook deze reizen worden steeds minder als exclusief beschouwd- steeds meer als vanzelfsprekend.
SCHOOLREIS
En hoewel mensen in armoede net zo weinig in contact komen met ‘de begoede burger’ als omgekeerd het geval is, toch denk ik dat zij een beter zicht hebben op het leven van de begoede burger dan de begoede burger zicht heeft op het leven van de arme. Omdat Mika - de jongen voor wie gaan zwemmen ‘een specialleke’ is - er door zijn klasgenootjes van betere komaf dagelijks over hoort spreken, bijvoorbeeld. Ik kan voor deze Mika alleen maar hopen dat zijn leerkrachten in het middelbaar op zijn situatie zullen anticiperen wanneer deze of gene schoolreis naar Parijs of Rome wordt ingepland. Want dat reizen, dat is, volkomen begrijpelijk, een heikel onderwerp voor een 12-jarige die benieuwd is naar de wereld.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten