maandag 23 juli 2007

Analyse van een wieleranalyst

Beste heer Mulder,
zeggen dat ik uw stukjes in Humo op de voet volg, zou liegen zijn. Maar ben ik in voor een kolom of twee van uw sportanalyse, dan mag ik me graag verkneukelen op een nieuwe, schriftelijke schets van deze of gene nitwit in trainigspak.


Uw analyse van de genaamde Wuyts Michel, wielerverslaggver op de Vlaamse openbare omroep, heeft me bijvoorbeeld enorm geplezierd. U drukte zich weliswaar uit in een - het moet gezegd zijn - nogal onconventionele lofuiting, maar de ondertoon van uw schrijven was van een andere aard. In feite stak u de draak met Wuyts en enkel op die manier wens ik desbetreffende column ook te interpreteren. Het fenomenale geheugen van de heer Wuyts werd enkele Humo's geleden wederom in de kijker gesteld, dit maal door zijn eega, maar het is de manier waarop ú zijn fichebakkenbrein omschreef die ook mij het dierbaarst is.

Wuyts kent er alles van, misschien wel te veel. Hij leest de koers als was het een geronomeerde Marquez. Wereldliteratuur, zo lijkt het, maar jammer genoeg is Wuyts' roman niet gespeend van enige pathos, een klassieke fout van de beginnende schrijver - ik zondig er zelf uitvoerig aan, waarvoor mijn excuses - en een stiekeme gewoonte van 'm die me tot de dag van vandaag (vooral de dag van vandaag) bijzonder op de kast weet te jagen. Daar begint dan tevens, wat ik met een lelijk woord, de wielerverslaggevingverslaggeving pleeg te noemen.

Wuyts zit onzichtbaar in de woonkamer, met waanzinnige ogen. Het peddelen, de kadans, de bidons, ze maken hem gek. In een spontane opwelling, hij kan 'm niet tegenhouden, wijst hij op het sex-appeal van Sergei Ivanov. De liefkozingen aan het adres van x of y, herinneren aan de iets te geëngageerde schoolmeester die net voor zijn pensioen aan de deur werd gezet op verdenking van aanranding.

Co-commentator van dienst is José De Cauwer, een man die Rachmaninov bewondert voor diens (succesvolle?) wielercarrière, eind jaren '30, maar die ook een streepje klassieke muziek weet te waarderen. Gedurende de tweede Pyrenneeën-etappe was "kijkend Vlaanderen", de woorden liggen Jelle Cleymans in de overdreven grote mond bestorven, getuige van wat we gemakshalve een fragment uit De Cauwers i-Podverzameling zullen noemen. Onbestemd zomerse beats stuiterden de woonkamer binnen en stiekem, in alle stilte, leefde ik toch heel even mee met Wuyts die uiteindelijk ook maar zijn werk (zijn passie, zijn leven, zijn alles, zijn dood) moet zien te volbrengen in dat pershok van twee op twee.

Wuyts verklaarde terloops op vraag van De Cauwer dat hij vandaag enkel een bakje rijst tot zich had genomen, verder van voedsel verstoken omdat de plicht riep. Het is op een dergelijk moment dat de Tour zijn heroiek terugvindt. Epo is veel minder sterk dan de verslaggever en het bakje rijst. Epo is de bacterie die het aflegt tegen het gezonde bloedlichaampje dat door de rijst wordt gesymboliseerd. Michel Wuyts weet de wielerstrijd, door middel van zijn persoonlijke strijd, probleemloos in het voordeel van de autentieke sport te beslechten en net dat is zijn grote verdienste, niet zozeer de pathetische passie en de passionele pathos, laat staan de kennis.

Met vriendelijke groeten,

1 opmerking:

freaq zei

Straf geschreven, man. Koersklakske af daarvoor!