De Standaard berichtte vandaag over een studie van het Steunpunt Welzijn, Volksgezondheid en Gezin waaruit blijkt dat er bijna dubbel zoveel Vlamingen als Nederlanders zelfmoord plegen. Nochtans telt ons deel van het land procentueel gezien niet méér psychiatrische stoornissen dan Nederland, nee, de oorzaak ligt 'm, volgens het onderzoek, bij de Vlaamse maatschappij as such, waarin er niet zo veel "sociale integratie" en "sociaal kapitaal" aanwezig is.
Bijna dubbel zo veel zelfmoorden als in Nederland, dat is niet niks. Blijkbaar omdat 'wij Vlamingen' niet makkelijk praten over de dingen die ons dwarszitten, omdat we ons daarmee liever opsluiten. Niemand lastigvallen, onszelf twee gezichten aanmeten ('front stage' en 'back stage'), onze mond niet voorbij praten, onze problemen in de kiem smoren. "Doe maar gewoon, dat is al gek genoeg." Zo'n zin in ons hoofd prenten.
En dat kan kloppen. In de straat waar ik ben opgegroeid acht ik het, bijvoorbeeld, mogelijk dat (mocht ik er nog wonen) ik van de ene dag op de andere zou verdwijnen zonder dat iemand het zich openlijk zou 'aantrekken'. Iedereen zou het merken, maar bijna niemand zou er iets van zeggen (wél achter de rug van de mensen die er 'belang' bij hebben, natuurlijk). Iets 'ondernemen' zouden die mensen niet snel, zo stierf er onlangs een buurman waarover iedereen vervolgens anekdotes wilde bovenhalen, maar in het gezicht van de overledene zijn vrouw werd er gedaan alsof men van weinig of niets wist. Is dat typisch Vlaams? En waar gaat die vrouw dan naartoe met haar verdriet?
De emotionele afstand die mensen graag bewaren is in Vlaanderen inderdaad vrij groot, naar mijn idee. Dat heeft 'm zonder twijfel met angst voor 'diepgang' te maken, maar ook met het door de katholieke kerk beheerste verleden van deze regio. Het zit er bij 'de Vlaming' kennelijk diep in om problemen binnenskamers te houden en om er dan sporadisch eens mee naar een therapeut te lopen, als vervangt die persoon in kwestie de pastoor en zijn biechtstoel.
En, om nog even De Standaard te parafraseren: "(In Vlaanderen zijn er) meer echtscheidingen, minder sterke buurt- en familiebanden, minder vrijwilligerswerk (..). De samenleving zelf is dus minder een net waarop de lijdende mens kan terugvallen."
En ook wel: "Psychische klachten worden minder opgepakt door Vlaamse dan door Nederlandse huisartsen. Het beroep van psychotherapeut is in België niet eens erkend (..) Een sterker signaal van de overheid dat psychische klachten niet ernstig te nemen zijn, is moeilijk te bedenken."
Benieuwd wat diezelfde overheid daar tegenin denkt te brengen, vooralleer pakweg een binnenfretter genre Yves Leterme het onderwerp zelf ongelukkigerwijs op de agenda zet (maar nu loop ik natuurlijk schandelijk op de zaken vooruit).
zaterdag 31 oktober 2009
vrijdag 30 oktober 2009
Lauwe soep, slappe kak of liever gewoon samen een potje wenen?
Tiësto. U weet wel. Als in "Diene is kei goe ofzo, wete", of als in "Shakeeeeuh!" Tiësto is - hoe moeten we dat precies zeggen, Bart Steenhaut van De Morgen? -de "grootste dj ter wereld" en met zijn nieuwe ceedee zal hij ongetwijfeld nog 'groter' worden.
(Als u nu even de aandrang voelt om te kotsen, kunt u dat rustig doen vooralleer u doorleest en het grootste understement van uw dag te verwerken krijgt.)
Ik ben geen Tiësto-fan. Neen. Tiësto is onversneden bagger die uw en mijn aandacht helemaal niet waard is. Het is dat zogenaamde kwaliteitsmedia daar anders over beginnen denken en dat we daardoor zelf ook een beetje mee moeten, anders hadden we zelfs nooit van het bestaan van die Tiësto geweten. Of zo zijn we geneigd te denken.
(Het stoort toch niet dat ik u gemakkelijkheidshalve tot mijn 'kamp' reken? Ik vertrouw blindelings op uw goede smaak.)
Maar kijk, dan brengt De Morgen enkele weken geleden een reportage over "de god onder de dj's" ("Samen in de privéjet van de grootste dj ter wereld") en dan is het hek natuurlijk van de dam. Kwaliteitskrant - ahum - De Morgen omschrijft Tiësto onder andere met de woorden "Hollandse nuchterheid", "weinig kapsones" en "aangenaam gezelschap", en dat zal allemaal wel waar zijn, daar gezellig in zijn privé-jet; waar het om draait is de muziek van die man en die is 'kut', zoals ook De Morgen dat gerust met aanhalingstekens zou mogen schrijven. Of is het misschien de bedoeling dat ik als lezer de aandrang krijg om meneer Tijs Verwest voor Kerstmis uit te nodigen?
Soit. Eens ze heilig verklaard zijn door de grotere mediaspelers moet een mens al stevig in zijn schoenen staan om nog een eigen 'bemerkinkje' te placeren. Mattias Baertsoen, 'dance'-recensent op goddeau speelt het klaar in zijn kennelijk zeer accurate Tiëstoreview (ik ga daarvan uit, omdat de man het, mijns inziens, doorgaans bij het rechte eind heeft), en hij doet zelfs meer: hij zet eveneens de 'grote' media in de zeik door ondermeer te stellen dat bijvoorbeeld Milk Inc., ondanks alle lof die dat groepje recentelijk kreeg toegezwaaid, in sé slappe kak blijft produceren die - hier gaan we weer - uw en mijn aandacht nooit waard zou mogen zijn.
Zo cru, zegt u? Het is nu eenmaal - u behoort tot mijn kamp, weet u nog? - de wáárheid en journalisten hebben de plicht die waarheid ook te verspreiden, ongeacht of ze daardoor minder kranten zullen verkopen of niet. De 'consument' met (in dit geval muzikale) bagger overspoelen is niet alleen stomvervelend voor de lezers die iet of wat gepassioneerd zijn door muziek, het is ook ronduit beledigend om de lezer van een rubriek een - opgepast: beeldspraak - bord lauwe soep voor te zetten, terwijl die lezer misschien best zin heeft in een driegangenmenu in de privé-jet van de journalist-muziekkenner in kwestie, om het zo te zeggen.
But then again, wat doen we eraan? That's nu eenmaal the way it goes nowadays. De volgende (of intussen misschien al de vorige?) artiest om massaal de hemel in geprezen te worden is Dizzee Rascal, nochtans een muzikant van een ander kaliber dan sympathieke Tijs. Maar ja, Dizzee Diz was kennelijk zijn status van Londense undergroundrapper beu en nu staat de man op zijn vierde plaat op 'modus commercieel', hét moment waarop de massamedia hem aan de borst drukken en - in het geval van bijvoorbeeld een Dizzee Rascal - hem ook een beetje 'afpakken' van de fans van het eerste uur (al is dat laatste natuurlijk voor interpretatie vatbaar).
(Als u nu even de aandrang voelt om te kotsen, kunt u dat rustig doen vooralleer u doorleest en het grootste understement van uw dag te verwerken krijgt.)
Ik ben geen Tiësto-fan. Neen. Tiësto is onversneden bagger die uw en mijn aandacht helemaal niet waard is. Het is dat zogenaamde kwaliteitsmedia daar anders over beginnen denken en dat we daardoor zelf ook een beetje mee moeten, anders hadden we zelfs nooit van het bestaan van die Tiësto geweten. Of zo zijn we geneigd te denken.
(Het stoort toch niet dat ik u gemakkelijkheidshalve tot mijn 'kamp' reken? Ik vertrouw blindelings op uw goede smaak.)
Maar kijk, dan brengt De Morgen enkele weken geleden een reportage over "de god onder de dj's" ("Samen in de privéjet van de grootste dj ter wereld") en dan is het hek natuurlijk van de dam. Kwaliteitskrant - ahum - De Morgen omschrijft Tiësto onder andere met de woorden "Hollandse nuchterheid", "weinig kapsones" en "aangenaam gezelschap", en dat zal allemaal wel waar zijn, daar gezellig in zijn privé-jet; waar het om draait is de muziek van die man en die is 'kut', zoals ook De Morgen dat gerust met aanhalingstekens zou mogen schrijven. Of is het misschien de bedoeling dat ik als lezer de aandrang krijg om meneer Tijs Verwest voor Kerstmis uit te nodigen?
Soit. Eens ze heilig verklaard zijn door de grotere mediaspelers moet een mens al stevig in zijn schoenen staan om nog een eigen 'bemerkinkje' te placeren. Mattias Baertsoen, 'dance'-recensent op goddeau speelt het klaar in zijn kennelijk zeer accurate Tiëstoreview (ik ga daarvan uit, omdat de man het, mijns inziens, doorgaans bij het rechte eind heeft), en hij doet zelfs meer: hij zet eveneens de 'grote' media in de zeik door ondermeer te stellen dat bijvoorbeeld Milk Inc., ondanks alle lof die dat groepje recentelijk kreeg toegezwaaid, in sé slappe kak blijft produceren die - hier gaan we weer - uw en mijn aandacht nooit waard zou mogen zijn.
Zo cru, zegt u? Het is nu eenmaal - u behoort tot mijn kamp, weet u nog? - de wáárheid en journalisten hebben de plicht die waarheid ook te verspreiden, ongeacht of ze daardoor minder kranten zullen verkopen of niet. De 'consument' met (in dit geval muzikale) bagger overspoelen is niet alleen stomvervelend voor de lezers die iet of wat gepassioneerd zijn door muziek, het is ook ronduit beledigend om de lezer van een rubriek een - opgepast: beeldspraak - bord lauwe soep voor te zetten, terwijl die lezer misschien best zin heeft in een driegangenmenu in de privé-jet van de journalist-muziekkenner in kwestie, om het zo te zeggen.
But then again, wat doen we eraan? That's nu eenmaal the way it goes nowadays. De volgende (of intussen misschien al de vorige?) artiest om massaal de hemel in geprezen te worden is Dizzee Rascal, nochtans een muzikant van een ander kaliber dan sympathieke Tijs. Maar ja, Dizzee Diz was kennelijk zijn status van Londense undergroundrapper beu en nu staat de man op zijn vierde plaat op 'modus commercieel', hét moment waarop de massamedia hem aan de borst drukken en - in het geval van bijvoorbeeld een Dizzee Rascal - hem ook een beetje 'afpakken' van de fans van het eerste uur (al is dat laatste natuurlijk voor interpretatie vatbaar).
Verhuisd
't Is niet dat u het niet mag weten: ik ben verhuisd.
Voor mijn nieuwe blog draait u het nummer adoetzijnbest.blogspot.com.
Altijd welkom.
Voor mijn nieuwe blog draait u het nummer adoetzijnbest.blogspot.com.
Altijd welkom.
donderdag 29 oktober 2009
Een smet op Smets blazoen
Vorige week kon u in de krant lezen dat zeven op de tien van de van oorsprong allochtone jongeren een schoolachterstand heeft. Gisteren raakte dan weer bekend dat Vlaams minister van onderwijs Pascal Smet van plan is het GOK-steunpunt te sluiten. Dat laatste klinkt als een bijzonder ongelukkige beslissing wanneer je de ernst van het eerste in acht neemt, maar er moet 'bespaard' worden en dan is een iets diepgravendere uitleg voor zo'n (onmiddellijk fel gecontesteerde) beslissing klaarblijkelijk niet meer nodig. Ja, natuurlijk zegt Smet dat de kennis van het GOK-steunpunt zal blijven aangewend worden en dat hij zal blijven inzetten op gelijke kansen ("zelfs meer dan voorheen"). Maar men lijkt toch te kunnen concluderen dat de economische situatie van Vlaanderen belangrijker is dan de optimalisering van de slaagkansen van 'zwakke elementen' in één van de basisfundamenten van die samenleving, het onderwijs.
En misschien ís die economische situatie ook belangrijker, het is wat dat betreft redelijk in het duister tasten. Toch stelt een mens zich beter enkele vragen wanneer hij dit soort nieuws te horen krijgt. Zoals daar zijn: is die besparing dan echt zó urgent dat een belangrijk initiatief als het GOK-steunpunt eraan moet geloven (het gaat hier o.a. over een heel aantal uren extra Nederlandse taalles voor, op dat punt, zwakke leerlingen, die verloren zouden gaan)?; kon Smet niet ergens anders op besparen in de wetenschap dat vooral voornoemde 'zwakke elementen' onder deze beslissing zullen lijden (zij die beter niet te veel extra lijden kunnen)?; zijn er minder belangrijke domeinen waarop niet bespaard wordt door de Vlaamse regering, en waarom dan niet (ik haal ter illustratie een oude koe uit de gracht à la de Europese promotour van Kate Ryan - of is deze bedenking helemaal niet aan de orde?)?; en deze, om een beetje te stoken: zou Frank Vandenbroucke eenzelfde beslissing genomen hebben, mocht hij nog minister van onderwijs zijn?
Zelf heb ik het gevoel dat er aan dat GOK-steunpunt niet geraakt mag worden. In mijn ogen is het niet alleen een unieke kans om de zwakkere leerlingen tot in de buik (of zelfs maar tot aan de staart) van het leerlingenpeloton te leiden, in veel gevallen betekent zo'n GOK-begeleiding ook een impliciete vorm van integratie in de Vlaamse maatschappij, aangezien er heel wat kinderen van allochtone origine bij de hulp van dat GOK-steunpunt gebaat zijn.
En wat zal Smet in de plaats op poten zetten, en wanneer zal hij dat doen? In bepaalde interviews zegt hij dat hij voor 2011 geen nieuwe initiatieven kan nemen.
Maar hoe vreemd zijn beslissing ook mag lijken, Smet lijkt zichzelf werkelijk van geen kwaad bewust. Zo zei hij vanavond in "Ter zake" plots letterlijk het volgende, zij het niet rechtstreeks met betrekking tot het GOK-steunpunt: "Ik vind het een groot probleem dat we vaststellen dat er een sociale erfelijkheid in ons onderwijssysteem zit. Dat kinderen uit blanke én allochtone gezinnen blijven haperen in ons onderwijs, terwijl onderwijs toch net één van de middelen is die een gemeenschap heeft om kinderen verder te laten groeien. (..) Want er gaan veel te veel, vaak gekleurde, talenten verloren in onze samenleving."
Oftewel het beste argument tégen de stopzetting van het GOK-steunpunt uit de mond van de man die klaarblijkelijk vóór die stopzetting is. Vreemd, bijzonder vreemd.
En misschien ís die economische situatie ook belangrijker, het is wat dat betreft redelijk in het duister tasten. Toch stelt een mens zich beter enkele vragen wanneer hij dit soort nieuws te horen krijgt. Zoals daar zijn: is die besparing dan echt zó urgent dat een belangrijk initiatief als het GOK-steunpunt eraan moet geloven (het gaat hier o.a. over een heel aantal uren extra Nederlandse taalles voor, op dat punt, zwakke leerlingen, die verloren zouden gaan)?; kon Smet niet ergens anders op besparen in de wetenschap dat vooral voornoemde 'zwakke elementen' onder deze beslissing zullen lijden (zij die beter niet te veel extra lijden kunnen)?; zijn er minder belangrijke domeinen waarop niet bespaard wordt door de Vlaamse regering, en waarom dan niet (ik haal ter illustratie een oude koe uit de gracht à la de Europese promotour van Kate Ryan - of is deze bedenking helemaal niet aan de orde?)?; en deze, om een beetje te stoken: zou Frank Vandenbroucke eenzelfde beslissing genomen hebben, mocht hij nog minister van onderwijs zijn?
Zelf heb ik het gevoel dat er aan dat GOK-steunpunt niet geraakt mag worden. In mijn ogen is het niet alleen een unieke kans om de zwakkere leerlingen tot in de buik (of zelfs maar tot aan de staart) van het leerlingenpeloton te leiden, in veel gevallen betekent zo'n GOK-begeleiding ook een impliciete vorm van integratie in de Vlaamse maatschappij, aangezien er heel wat kinderen van allochtone origine bij de hulp van dat GOK-steunpunt gebaat zijn.
En wat zal Smet in de plaats op poten zetten, en wanneer zal hij dat doen? In bepaalde interviews zegt hij dat hij voor 2011 geen nieuwe initiatieven kan nemen.
Maar hoe vreemd zijn beslissing ook mag lijken, Smet lijkt zichzelf werkelijk van geen kwaad bewust. Zo zei hij vanavond in "Ter zake" plots letterlijk het volgende, zij het niet rechtstreeks met betrekking tot het GOK-steunpunt: "Ik vind het een groot probleem dat we vaststellen dat er een sociale erfelijkheid in ons onderwijssysteem zit. Dat kinderen uit blanke én allochtone gezinnen blijven haperen in ons onderwijs, terwijl onderwijs toch net één van de middelen is die een gemeenschap heeft om kinderen verder te laten groeien. (..) Want er gaan veel te veel, vaak gekleurde, talenten verloren in onze samenleving."
Oftewel het beste argument tégen de stopzetting van het GOK-steunpunt uit de mond van de man die klaarblijkelijk vóór die stopzetting is. Vreemd, bijzonder vreemd.
woensdag 28 oktober 2009
De waarheid achter de waarheid die niet waar was
Ze zijn u klaarblijkelijk niet helemaal ontgaan, - op Facebook lijkt het alleszins toch een beetje te leven - de eerste 'experimenten' van het nieuwe online "journalistiek laboratorium" De Werktitel. Bijzonder kritisch voor de gevestigde mediaspelers bericht deze nieuwe site, bestaande uit een zeskoppige, men's only redactie, over de 'waarheid achter de waarheid', om het zo te zeggen, en zelfs al kan een mens zich soms afvragen of die kritiek soms niet slinks verwordt tot een vorm van natrappen (ook de ontslagen, ex-De Morgenmedewerker Tim F. Van der Mensbrugghe, intussen bekend van eigen blogfaam, is een Werktitelredacteur), vaak hebben de laboranten overschot van gelijk en wijzen zij de klassieke media terecht met de vinger.
Zo ook vandaag in een bericht dat de AFP-blunder in verband met de verdwijning van de vierjarige Younes uit Komen op de korrel neemt. U hebt de sms'jes misschien zelf ook ontvangen: Younes was dood en even later toch weer niet.
De volgende gebeurtenissen 'verklaren' de cynische verrijzenis: het Franse nieuwsagentschap AFP krijgt "uit betrouwbare bron" bericht dat Younes dood is teruggevonden in een kanaal; het agentschap stuurt dit nieuws zonder verder onderzoek door naar de media; de media sturen het bericht op hun beurt en eveneens zonder verdere verificatie de wijde wereld in.. tot zij nog geen uur later de hand in eigen boezem moeten steken wanneer zij vernemen dat er géén dode Younes in een kanaal gevonden is, en zij dus kunnen beginnen berichten dat ze al te voorbarig waren met hun dode kleuter.
Shame on them. Te snel willen zijn, te graag een dode willen 'brengen', te graag al te sensationele artikels willen schrijven, te ijverig op drama beluste mensen willen bedienen. En hun kwakkel daarna maar wegmoffelen. Sec laten weten: "Hij is tóch niet dood". Geen zelfkritiek op zo'n moment, dat laten ze liever over aan pakweg de Werktitel, ergens in de marge op het uitgestrekte internet.
Hoe gaan de ouders van Younes om met zo'n blunder? Kregen zij meteen na de verspreiding van het onjuiste nieuws sms'jes genre "Ik heb het nieuws gehoord en vind het vreselijk, maar de politie heeft er toch alles aan gedaan om hem te vinden", etc.? Dat die ouders dezer dagen slecht slapen, lijdt geen twijfel. Dat ze helemaal geen oog meer dicht doen wanneer ze dit soort flaters erbij moeten nemen, lijkt ook niet meer dan normaal.
Moge al die journalisten die in hun hang naar 'hét verhaal' in de fout zijn gegaan er ook eens een nachtje van wakker liggen. Zo'n lange nacht waarin ze tijd zat hebben om tot bezinning te komen, waarin ze hun dolgedraaide commerce eens aan een kritische blik kunnen onderwerpen.
Maar voor een echte verandering zal ook déze collectieve journalistieke fout niet zorgen. Zoals een voetballer na een verloren wedstrijd ook graag zegt dat het beter moet en hoe het beter kan, om de week daarop opnieuw te verliezen, om daarna weer te verklaren dat het beter moet en hoe het beter kan.
Minder snel, maar nauwkeuriger. Minder sensatie, maar meer waarheid. Dat zou beter zijn (zij het niet voor de commerce).
Zo ook vandaag in een bericht dat de AFP-blunder in verband met de verdwijning van de vierjarige Younes uit Komen op de korrel neemt. U hebt de sms'jes misschien zelf ook ontvangen: Younes was dood en even later toch weer niet.
De volgende gebeurtenissen 'verklaren' de cynische verrijzenis: het Franse nieuwsagentschap AFP krijgt "uit betrouwbare bron" bericht dat Younes dood is teruggevonden in een kanaal; het agentschap stuurt dit nieuws zonder verder onderzoek door naar de media; de media sturen het bericht op hun beurt en eveneens zonder verdere verificatie de wijde wereld in.. tot zij nog geen uur later de hand in eigen boezem moeten steken wanneer zij vernemen dat er géén dode Younes in een kanaal gevonden is, en zij dus kunnen beginnen berichten dat ze al te voorbarig waren met hun dode kleuter.
Shame on them. Te snel willen zijn, te graag een dode willen 'brengen', te graag al te sensationele artikels willen schrijven, te ijverig op drama beluste mensen willen bedienen. En hun kwakkel daarna maar wegmoffelen. Sec laten weten: "Hij is tóch niet dood". Geen zelfkritiek op zo'n moment, dat laten ze liever over aan pakweg de Werktitel, ergens in de marge op het uitgestrekte internet.
Hoe gaan de ouders van Younes om met zo'n blunder? Kregen zij meteen na de verspreiding van het onjuiste nieuws sms'jes genre "Ik heb het nieuws gehoord en vind het vreselijk, maar de politie heeft er toch alles aan gedaan om hem te vinden", etc.? Dat die ouders dezer dagen slecht slapen, lijdt geen twijfel. Dat ze helemaal geen oog meer dicht doen wanneer ze dit soort flaters erbij moeten nemen, lijkt ook niet meer dan normaal.
Moge al die journalisten die in hun hang naar 'hét verhaal' in de fout zijn gegaan er ook eens een nachtje van wakker liggen. Zo'n lange nacht waarin ze tijd zat hebben om tot bezinning te komen, waarin ze hun dolgedraaide commerce eens aan een kritische blik kunnen onderwerpen.
Maar voor een echte verandering zal ook déze collectieve journalistieke fout niet zorgen. Zoals een voetballer na een verloren wedstrijd ook graag zegt dat het beter moet en hoe het beter kan, om de week daarop opnieuw te verliezen, om daarna weer te verklaren dat het beter moet en hoe het beter kan.
Minder snel, maar nauwkeuriger. Minder sensatie, maar meer waarheid. Dat zou beter zijn (zij het niet voor de commerce).
dinsdag 27 oktober 2009
Walgen tot je scheurt
Publiekelijk, op een drukke plaats, een Dag Allemaal verscheuren. Had iemand dat ooit al gedaan bij wijze van statement? Zou zoiets de labels 'exclusief!' en 'nationale primeur!' verdienen?
Hij vroeg het zich af, de Dag Allemaal van die week gelegen op zijn schoot. Gekocht uit een vorm van nieuwsgierigheid, in Brussel-Centraal. In het bijzonder benieuwd door het verhaal van Helmut Lotti en het proces tegen hoofdredacteur Ilse Beyers. In mindere mate door de 'saga' rond Wendy Van Wanten. "Wat is dat nu eigenlijk precies voor een boekske?" had hij gedacht.
Intussen wíst hij het, en hij had zijn exemplaar eigenlijk niet eens hoeven te openen om het te weten. Alles had al op de cover gestaan: de expliciete foto's, de schreeuwerige titels, de terminale staat van fatsoenlijkheid. Het was de eerste keer dat hij zo'n Dag Allemaalcover echt had bekéken, 'gelézen'. Ja, bij de dokter had hij het blad al wel eens vastgehad, maar altijd onbewust. Echt waar! 't Is niet dat hij er vóór vandaag veel zinnigs over kon zeggen.
Hij had daar, wachtend op zijn trein, in Brussel-Centraal besloten voor het eerst ("en waarschijnlijk ook meteen voor het laatst") zo'n Dag Allemaal te kópen. Twee euro die hij betaalde aan een Franstalige caissière met hoofddoek die zelf Paris Match las.
Dag Allemaal is misdadig, had hij al bij het zien van de cover geconcludeerd. Een soort promoblad voor een autoritair establishment met een slecht gevoel voor humor. Dag Allemaal was bedoeld om mensen niet alleen dom te hóuden, maar ook om hen dom te máken, dat spatte van die voorpagina. En die intentie vond hij misdadig.
Maar de cover alleen was natuurlijk niet genoeg om iets dergelijks te concluderen. Zo zelfkritisch was hij ook wel. Hij moest dat blad doorgronden als hij er een gefundeerde mening over wilde hebben. Hij moest vrij van vooroordelen door het andermans miserie bejubelende editoriaal, door de van leugenachtig sensationele quotes voorziene coverstory en door de bijna haatdragende roddelrubrieken.
Ergens tussendoor viel zijn oog op de met veel toeters en bellen gepaard gaande juichkreet "Wekelijks meer dan 1 miljoen lezers!". Zijn maag was ervan omgedraaid, zoals men dat in boeken schrijft; hij had in concreto een aandrang gevoeld om te verfrommelen, te trekken, kapot te maken, te scheuren. Een aandrang als een brandalarm.
En hij gíng scheuren, dat had hij zichzelf daadwerkelijk voorgenomen. Publiekelijk ook, dat liet geen twijfel; mensen moesten hiervan wéten. Er was echter één wat cynische gedachte die hem voorlopig nog tegenhield, maar die voor hem wel van belang was: zou hij Story-hoofdredacteur Thomas Siffer inlichten over zijn plannen, op die manier een Story-cover sieren en dus een aardige som geld opstrijken, of zou hij daarentegen nog eens twee euro uitgeven aan zo'n Story om ook dát 'boekske' tot snippers te herleiden?
Daar moest hij nog eens over slapen.
Hij vroeg het zich af, de Dag Allemaal van die week gelegen op zijn schoot. Gekocht uit een vorm van nieuwsgierigheid, in Brussel-Centraal. In het bijzonder benieuwd door het verhaal van Helmut Lotti en het proces tegen hoofdredacteur Ilse Beyers. In mindere mate door de 'saga' rond Wendy Van Wanten. "Wat is dat nu eigenlijk precies voor een boekske?" had hij gedacht.
Intussen wíst hij het, en hij had zijn exemplaar eigenlijk niet eens hoeven te openen om het te weten. Alles had al op de cover gestaan: de expliciete foto's, de schreeuwerige titels, de terminale staat van fatsoenlijkheid. Het was de eerste keer dat hij zo'n Dag Allemaalcover echt had bekéken, 'gelézen'. Ja, bij de dokter had hij het blad al wel eens vastgehad, maar altijd onbewust. Echt waar! 't Is niet dat hij er vóór vandaag veel zinnigs over kon zeggen.
Hij had daar, wachtend op zijn trein, in Brussel-Centraal besloten voor het eerst ("en waarschijnlijk ook meteen voor het laatst") zo'n Dag Allemaal te kópen. Twee euro die hij betaalde aan een Franstalige caissière met hoofddoek die zelf Paris Match las.
Dag Allemaal is misdadig, had hij al bij het zien van de cover geconcludeerd. Een soort promoblad voor een autoritair establishment met een slecht gevoel voor humor. Dag Allemaal was bedoeld om mensen niet alleen dom te hóuden, maar ook om hen dom te máken, dat spatte van die voorpagina. En die intentie vond hij misdadig.
Maar de cover alleen was natuurlijk niet genoeg om iets dergelijks te concluderen. Zo zelfkritisch was hij ook wel. Hij moest dat blad doorgronden als hij er een gefundeerde mening over wilde hebben. Hij moest vrij van vooroordelen door het andermans miserie bejubelende editoriaal, door de van leugenachtig sensationele quotes voorziene coverstory en door de bijna haatdragende roddelrubrieken.
Ergens tussendoor viel zijn oog op de met veel toeters en bellen gepaard gaande juichkreet "Wekelijks meer dan 1 miljoen lezers!". Zijn maag was ervan omgedraaid, zoals men dat in boeken schrijft; hij had in concreto een aandrang gevoeld om te verfrommelen, te trekken, kapot te maken, te scheuren. Een aandrang als een brandalarm.
En hij gíng scheuren, dat had hij zichzelf daadwerkelijk voorgenomen. Publiekelijk ook, dat liet geen twijfel; mensen moesten hiervan wéten. Er was echter één wat cynische gedachte die hem voorlopig nog tegenhield, maar die voor hem wel van belang was: zou hij Story-hoofdredacteur Thomas Siffer inlichten over zijn plannen, op die manier een Story-cover sieren en dus een aardige som geld opstrijken, of zou hij daarentegen nog eens twee euro uitgeven aan zo'n Story om ook dát 'boekske' tot snippers te herleiden?
Daar moest hij nog eens over slapen.
maandag 26 oktober 2009
Gebruiksaanwijzing (buiten het bereik van hoogbejaarden houden)
(Deze tekst zal gespeend zijn van elke vorm van sarcasme.)
(Is zo'n mededeling op zich al sarcastisch?)
Vandaag wilde ik iemand uitleggen hoe een tekst gecopy-paste kan worden, maar omdat het eigenlijk niet bijzonder van belang was in de specifieke context heb ik het maar zo gelaten.
Ik wil het hier echter alsnog even uitleggen, ook al vermoed ik dat u allemaal wel weet hoe een tekst kan worden gecopy-paste. U zou echter verbaasd zijn als u wist hoeveel mensen niét kunnen copy-pasten.
U wilt dus een tekst copy-pasten en moet die daartoe eerst selecteren (aanklikken). Dat doet u door, met de linkermuistoets ingedrukt, over de te selecteren tekst te scrollen ('muis bewegen') tot de tekst volledig geselecteerd is (of een tekst geselecteerd wordt of niet, kan u zien aan de zwarte of blauwe kleur die de tekst dientengevolge krijgt).
Wanneer de gewenste tekst volledig geselecteerd is, kan u de linkermuistoets loslaten, maar let er wel op dat u daarbij niet per ongeluk opnieuw die linkermuistoets indrukt (dan deselecteert u de geselecteerde tekst namelijk weer). U mag nu wel de rechtermuisknop indrukken (ergens in de geselecteerde tekst), waarna er zich een 'menu' opent.
Een eenvoudig menu biedt u de opties 'ongedaan maken', 'knippen', 'kopiëren', 'plakken', 'verwijderen' en 'alles selecteren'. Het selecteren hebben we al achter de rug, voorts concentreren we ons enkel op het kopiëren en het plakken.
Wanneer u in dit menu de optie 'kopiëren' aanklikt, neemt de computer de geselecteerde tekst als dusdanig 'in zich op' (ook al ziet u daar niets van op het beeldscherm). Vervolgens beweegt u de muis naar een andere plaats in het document of de tekst, naar daar waar u de geselecteerde tekst graag had neergezet ('geplakt'). Hebt u deze plaats bereikt dan drukt u opnieuw op de rechtermuisknop en kiest u de optie 'plakken', waarna de geselecteerde tekst onmiddellijk op die nieuwe, door u aangeduide plek verschijnt.
Misschien lijkt deze bewerking (het 'copy-pasten') bij een eerste poging niet eenvoudig, maar voldoende oefening zal u vertrouwd maken met deze elementaire bewerkingen. Zodanig zelfs dat u het op een bepaald moment gemakkelijker zult vinden om als dusdanig te copy-pasten dan om te moeten uitleggen hoe u dat precies doet.
Er is daarnaast ook nog een andere manier om een tekst te copy-pasten, maar daar gaan we nu niet op in.
(En wie wil weten wat sarcasme precies inhoudt, verwijs ik graag door naar deze link.)
(Is zo'n mededeling op zich al sarcastisch?)
Vandaag wilde ik iemand uitleggen hoe een tekst gecopy-paste kan worden, maar omdat het eigenlijk niet bijzonder van belang was in de specifieke context heb ik het maar zo gelaten.
Ik wil het hier echter alsnog even uitleggen, ook al vermoed ik dat u allemaal wel weet hoe een tekst kan worden gecopy-paste. U zou echter verbaasd zijn als u wist hoeveel mensen niét kunnen copy-pasten.
U wilt dus een tekst copy-pasten en moet die daartoe eerst selecteren (aanklikken). Dat doet u door, met de linkermuistoets ingedrukt, over de te selecteren tekst te scrollen ('muis bewegen') tot de tekst volledig geselecteerd is (of een tekst geselecteerd wordt of niet, kan u zien aan de zwarte of blauwe kleur die de tekst dientengevolge krijgt).
Wanneer de gewenste tekst volledig geselecteerd is, kan u de linkermuistoets loslaten, maar let er wel op dat u daarbij niet per ongeluk opnieuw die linkermuistoets indrukt (dan deselecteert u de geselecteerde tekst namelijk weer). U mag nu wel de rechtermuisknop indrukken (ergens in de geselecteerde tekst), waarna er zich een 'menu' opent.
Een eenvoudig menu biedt u de opties 'ongedaan maken', 'knippen', 'kopiëren', 'plakken', 'verwijderen' en 'alles selecteren'. Het selecteren hebben we al achter de rug, voorts concentreren we ons enkel op het kopiëren en het plakken.
Wanneer u in dit menu de optie 'kopiëren' aanklikt, neemt de computer de geselecteerde tekst als dusdanig 'in zich op' (ook al ziet u daar niets van op het beeldscherm). Vervolgens beweegt u de muis naar een andere plaats in het document of de tekst, naar daar waar u de geselecteerde tekst graag had neergezet ('geplakt'). Hebt u deze plaats bereikt dan drukt u opnieuw op de rechtermuisknop en kiest u de optie 'plakken', waarna de geselecteerde tekst onmiddellijk op die nieuwe, door u aangeduide plek verschijnt.
Misschien lijkt deze bewerking (het 'copy-pasten') bij een eerste poging niet eenvoudig, maar voldoende oefening zal u vertrouwd maken met deze elementaire bewerkingen. Zodanig zelfs dat u het op een bepaald moment gemakkelijker zult vinden om als dusdanig te copy-pasten dan om te moeten uitleggen hoe u dat precies doet.
Er is daarnaast ook nog een andere manier om een tekst te copy-pasten, maar daar gaan we nu niet op in.
(En wie wil weten wat sarcasme precies inhoudt, verwijs ik graag door naar deze link.)
zondag 25 oktober 2009
Blijven oefenen, Forelleken!
Morelleke forelleke, da's twee keer het woord 'relleke'. Marie-Rose is terug en we zullen het geweten hebben. In de uitzending van "Phara" (22/10) ging ze in discussie met VUB-socioloog Mark Elchardus, die in het programma zijn nieuwe boek, - 't is weer die periode van het jaar - met als titel "Vreemden", kwam voorstellen.
Een niet onzinnig debat voorwaar, waarin Elchardus na een korte uitleg over zijn boek ook over 'zij die in onze ogen vreemd zijn aan de westerse cultuur' sprak: de allochtonen ("die term trekt op niet veel") of 'vreemden', zoals hij ze zelf met een dubbele bodem wilde noemen.
Dat sommige 'nieuwe Belgen' zichzelf graag het etiket 'Arabier' of 'moslim' laten opkleven (zoals in een kort filmpje tussendoor te zien was), dat horen we niet graag. Mark Elchardus althans niet, en ik ook niet, eerlijk gezegd. Laat die religie nu toch eens een toontje lager zingen, zou ik dan willen roepen door zo'n verdragende moskeemicrofoon, maar dat we daar nog niet aan toe zijn weet zelfs de kleuter diep in mij.
Dat er niet zoiets bestaat als "alle problemen = moslims". Ook dat zei Elchardus, in een rationeel exposé dat ik over zowat de hele lijn onderschrijf. But that's of course, zo stillekes aan - ze kon zich niet meer houden, de furie - , where Morelleken ex-kankergezwelleken came in. Elchardus' sociologische argumenten dat de Vlaamse samenleving steeds angstiger wordt door de vergrijzing enerzijds en door de toenemende laaggeschooldheid anderzijds, werden wat kort door de bocht (een term die ze zelf graag bezigt) van tafel geveegd, en Forelleken achtte de tijd gekomen om goedkope, xenofobe praat te verkopen over handtassen, de metro, gebroken heupen en meer van dat herkauwbaars.
Goedkoop noem ik dat, omdat Morel na haar afgezaagde, boude statements de eigenlijke discussie weigerde aan te gaan. Toen Elchardus namelijk aangaf dat Vlaams Belang toch mee verantwoordelijk is voor een 'bepaald klimaat', lachtte Morel dat weg als sprak Elchardus over een verwaarloosbare voetnoot in het Vlaamse politieke landschap van de voorbije twintig jaar.
Natuurlijk is Vlaams Belang mee verantwoordelijk voor de kloof tussen, laten we ze, aldus Morel, 'migranten' noemen, en de 'autochtone bevolking'. Waar haalt een lid van die partij ook maar de 'credibiliteit' vandaan om te beweren dat de oorzaak van alle kwaad integraal bij die 'nieuwe Belgen' (en bij het establishment) ligt, in de wetenschap dat zij hoogstpersoonlijk - en honderdduizenden partijgenoten met haar - bepaald niet staat te springen om het integratieproces mee te helpen versoepelen?
Elchardus wees eveneens nog op het gefaalde en falende migratiebeleid van de regerende partijen, en natuurlijk spéélt dat eigenlijke beleid ook een grote rol. Maar volgens mij zijn het toch vooral die veel te normaal geworden Vlaamse leeuwen, die donderspeeches van VB-politici en, pakweg, die islamviserende single van Filip Dewinter die het meest kwaad bloed zetten bij de 'moslimgemeenschap'.
En dan is er natuurlijk ook nog de niet te verwaarlozen rol van de media, die immer wat graag op voornoemde voorbeelden inspelen.
Een niet onzinnig debat voorwaar, waarin Elchardus na een korte uitleg over zijn boek ook over 'zij die in onze ogen vreemd zijn aan de westerse cultuur' sprak: de allochtonen ("die term trekt op niet veel") of 'vreemden', zoals hij ze zelf met een dubbele bodem wilde noemen.
Dat sommige 'nieuwe Belgen' zichzelf graag het etiket 'Arabier' of 'moslim' laten opkleven (zoals in een kort filmpje tussendoor te zien was), dat horen we niet graag. Mark Elchardus althans niet, en ik ook niet, eerlijk gezegd. Laat die religie nu toch eens een toontje lager zingen, zou ik dan willen roepen door zo'n verdragende moskeemicrofoon, maar dat we daar nog niet aan toe zijn weet zelfs de kleuter diep in mij.
Dat er niet zoiets bestaat als "alle problemen = moslims". Ook dat zei Elchardus, in een rationeel exposé dat ik over zowat de hele lijn onderschrijf. But that's of course, zo stillekes aan - ze kon zich niet meer houden, de furie - , where Morelleken ex-kankergezwelleken came in. Elchardus' sociologische argumenten dat de Vlaamse samenleving steeds angstiger wordt door de vergrijzing enerzijds en door de toenemende laaggeschooldheid anderzijds, werden wat kort door de bocht (een term die ze zelf graag bezigt) van tafel geveegd, en Forelleken achtte de tijd gekomen om goedkope, xenofobe praat te verkopen over handtassen, de metro, gebroken heupen en meer van dat herkauwbaars.
Goedkoop noem ik dat, omdat Morel na haar afgezaagde, boude statements de eigenlijke discussie weigerde aan te gaan. Toen Elchardus namelijk aangaf dat Vlaams Belang toch mee verantwoordelijk is voor een 'bepaald klimaat', lachtte Morel dat weg als sprak Elchardus over een verwaarloosbare voetnoot in het Vlaamse politieke landschap van de voorbije twintig jaar.
Natuurlijk is Vlaams Belang mee verantwoordelijk voor de kloof tussen, laten we ze, aldus Morel, 'migranten' noemen, en de 'autochtone bevolking'. Waar haalt een lid van die partij ook maar de 'credibiliteit' vandaan om te beweren dat de oorzaak van alle kwaad integraal bij die 'nieuwe Belgen' (en bij het establishment) ligt, in de wetenschap dat zij hoogstpersoonlijk - en honderdduizenden partijgenoten met haar - bepaald niet staat te springen om het integratieproces mee te helpen versoepelen?
Elchardus wees eveneens nog op het gefaalde en falende migratiebeleid van de regerende partijen, en natuurlijk spéélt dat eigenlijke beleid ook een grote rol. Maar volgens mij zijn het toch vooral die veel te normaal geworden Vlaamse leeuwen, die donderspeeches van VB-politici en, pakweg, die islamviserende single van Filip Dewinter die het meest kwaad bloed zetten bij de 'moslimgemeenschap'.
En dan is er natuurlijk ook nog de niet te verwaarlozen rol van de media, die immer wat graag op voornoemde voorbeelden inspelen.
zaterdag 24 oktober 2009
Houd de klein in de gaten
In de velden, in de bossen, achter de huizen, dicht bij mama. Daar spelen de jeugdbewegingen 's weekends dat het een lieve lust is. De scouts, de Chiro, en hoe ze elkaar liefdevol rauw lusten. Hun liederen getuigen van fierheid op de eigen clan, elk de beste als ze menen te zijn.
Dicht bij mama. Katholieke mama aan de haard. En 't kindje mag op zondag gaan 'ravotten', het leven ontdekken, onbekommerd, in alle vrijheid, tralala.
Gisteren waren ze in het nieuws, onze kortgebroekte vrienden. Het was hun officiële dag en ze verschenen in groten getale op het plechtstatige appèl. Trouw aan de vereniging kan je ze noemen, die flinkerds bij elkaar. Hand in hand om zeven uur 's ochtends eten zij boterhammen met choco, gesmeerd door de meisjes, uitgedeeld door de jongens. En zij houden van elkaar.
"Scouts en Chiro united!" weerklinkt het voor de gelegenheid. Ik hoor zoiets als: "onder de kerktoren werd ik geboren en zal ik sterven ook!"
Want de kerktoren, givers en aspi's, die staat als een totempaal centraal op jullie plein. Met de buurjongen naar de speelclub getrokken, die eerste zondag van het eerste leerjaar en in je thesisjaar nog steeds aan de dorpse jeugdbeweging verknocht. Het kot in de grote, verre stad is niet je thuis, daar ben je 'onderweg'. Thuiskomen doe je in je Meetjesland, je Pajottenland waar de Chiro wacht, waar je de Scouts ademt. Geborgenheid.
Nochtans, ik ben niet tégen. Groeperingen zijn oké, samen dingen doen is leuk. Maar zelf zou ik de 'klei' in de gaten houden, als ik een goede raad mocht geven. De klei van de dorpspolder, waarin je met je twee voeten wegzakt zonder dat je er erg in hebt. Tot je rond je twintigste al dan niet tot de ontdekking komt dat je er muurvast in zit. Geen poot die je nog kan verroeren op dat moment, je roots liggen in de polders en je toekomst klaarblijkelijk evenzeer.
Ben ik me altijd van bewust geweest sinds ik geloof dat de jonge mens gemaakt is om in de stad te leven. Geen polderlol voor mij, meneer. En noem mij dan maar elitair, dat ben ik niet. Het is gewoon geen goed idee dat ik mijn wereld tot dit dorp herleid, want zo vergeet ik dat ik bestá.
Maar misschien is dit een hoogstpersoonlijk drama en is het oké dat de mens zijn polders optimaal benut. Misschien.
"De waarheid ligt in het midden."
Dicht bij mama. Katholieke mama aan de haard. En 't kindje mag op zondag gaan 'ravotten', het leven ontdekken, onbekommerd, in alle vrijheid, tralala.
Gisteren waren ze in het nieuws, onze kortgebroekte vrienden. Het was hun officiële dag en ze verschenen in groten getale op het plechtstatige appèl. Trouw aan de vereniging kan je ze noemen, die flinkerds bij elkaar. Hand in hand om zeven uur 's ochtends eten zij boterhammen met choco, gesmeerd door de meisjes, uitgedeeld door de jongens. En zij houden van elkaar.
"Scouts en Chiro united!" weerklinkt het voor de gelegenheid. Ik hoor zoiets als: "onder de kerktoren werd ik geboren en zal ik sterven ook!"
Want de kerktoren, givers en aspi's, die staat als een totempaal centraal op jullie plein. Met de buurjongen naar de speelclub getrokken, die eerste zondag van het eerste leerjaar en in je thesisjaar nog steeds aan de dorpse jeugdbeweging verknocht. Het kot in de grote, verre stad is niet je thuis, daar ben je 'onderweg'. Thuiskomen doe je in je Meetjesland, je Pajottenland waar de Chiro wacht, waar je de Scouts ademt. Geborgenheid.
Nochtans, ik ben niet tégen. Groeperingen zijn oké, samen dingen doen is leuk. Maar zelf zou ik de 'klei' in de gaten houden, als ik een goede raad mocht geven. De klei van de dorpspolder, waarin je met je twee voeten wegzakt zonder dat je er erg in hebt. Tot je rond je twintigste al dan niet tot de ontdekking komt dat je er muurvast in zit. Geen poot die je nog kan verroeren op dat moment, je roots liggen in de polders en je toekomst klaarblijkelijk evenzeer.
Ben ik me altijd van bewust geweest sinds ik geloof dat de jonge mens gemaakt is om in de stad te leven. Geen polderlol voor mij, meneer. En noem mij dan maar elitair, dat ben ik niet. Het is gewoon geen goed idee dat ik mijn wereld tot dit dorp herleid, want zo vergeet ik dat ik bestá.
Maar misschien is dit een hoogstpersoonlijk drama en is het oké dat de mens zijn polders optimaal benut. Misschien.
"De waarheid ligt in het midden."
vrijdag 23 oktober 2009
Niet met onze hersenen!
"Ook interessant?": de titel van het lijstje hiernaast. Met vraagteken en wat ironie, omdat ik 'niet altijd' zeker weet of die onderwerpen ook daadwerkelijk interessant zijn. Initieel was er een idee voor nog een ander lijstje ook, dat ik al met de naam "Te negeren!" had bedacht. Maar dat plan is niet doorgegaan, omdat ik het zelf wat raar vond aandacht te besteden aan onderwerpen die eigenlijk genegeerd (met uitroepteken en dus zeer zeker) moesten gaan worden.
Met stip op één (en zo pater Damiaan van de troon stotend), verklap ik u evenwel, zou in dat lijstje vandaag "Peter live" zijn binnengekomen, de draak van een schouwspel rond Peter Van de Veire waaraan ik vanavond jammerlijk ten prooi viel. Ik was altijd weggerend, geen kans had ik daartoe onbenut gelaten, als ik had gekund, maar vanavond kon ik niet, mijn benen waren verlamd, en ik keek dus (lijdzaam toe).
(For your interest: 'live' is 'evil' achterstevoren gespeld.)
Kon het nog platter allemaal? Ik had dit programma vorig jaar al eens gezien, maar daar had ik blijkbaar weinig van onthouden want wat ik vanavond zag vond ik van een droefnis die ik nog maar zelden had gevoeld tijdens het tv-kijken.
Zó goedkoop was het eigenlijk dat een mens zich kan afvragen waarom hij er dan toch al die woorden voor over heeft. Omdát het zo goedkoop was, zeker? En omdat iemand toch moet zeggen dat dit soort dwazernij er gewoon over is, ofzo?
Met ons belastingsgeld! Met onze hersenen!
Van een droefnis die in schril contrast stond met de 'joy!' die het publiek uitstraalde, als betrof het een gezelschap gedrogeerden.
Wat ik dan gezien heb? Schlagerzanger Christoff die 'zijn ding' mocht doen temidden van het plebs dat op zijn beurt 'zijn ding' deed, zijnde joelen en zwaaien, schijnbaar euforisch de hemelpoort bestormen om aldaar het aards paradijs te betreden (zoals dat in de teksten van Christoff óók weleens gebeurt).
Axelle Red ook, die voor diepgang - leest en deinst achteruit! - moest zorgen door een intimistische 'set' te spelen, gezeten op een barkruk, met the mighty P. en diens vieze bles naast zich. Diepgang ook die moest blijken uit het daaraan voorafgaande interview dat vooral nérgens over mocht gaan, behalve dan over Red's onmoeting met Michael Jackson, ooit. Dat daaruit enkel Vlaams geneut, en dus nog meer 'gekneut', voortkwam, hoeft hier niet uitgelegd laat staan beschreven te worden.
En er was nóg, maar daar wil ik het niet meer over hebben. Ik hoop enkel dat Bent Van Looy van Das Pop (die, voor de volledigheid, ook te gast was in "Peter live") een goede psychiater vindt, mocht hij die na vanavond nodig hebben. En wat mezelf betreft: ik kijk noooit meer naar "Peter live" en wijd er ook noooit meer een woord aan.
Twee keer nooit met drie o's, dat leest u goed, lichtelijk beschonken als u daar onderuit zit gezakt.
Met stip op één (en zo pater Damiaan van de troon stotend), verklap ik u evenwel, zou in dat lijstje vandaag "Peter live" zijn binnengekomen, de draak van een schouwspel rond Peter Van de Veire waaraan ik vanavond jammerlijk ten prooi viel. Ik was altijd weggerend, geen kans had ik daartoe onbenut gelaten, als ik had gekund, maar vanavond kon ik niet, mijn benen waren verlamd, en ik keek dus (lijdzaam toe).
(For your interest: 'live' is 'evil' achterstevoren gespeld.)
Kon het nog platter allemaal? Ik had dit programma vorig jaar al eens gezien, maar daar had ik blijkbaar weinig van onthouden want wat ik vanavond zag vond ik van een droefnis die ik nog maar zelden had gevoeld tijdens het tv-kijken.
Zó goedkoop was het eigenlijk dat een mens zich kan afvragen waarom hij er dan toch al die woorden voor over heeft. Omdát het zo goedkoop was, zeker? En omdat iemand toch moet zeggen dat dit soort dwazernij er gewoon over is, ofzo?
Met ons belastingsgeld! Met onze hersenen!
Van een droefnis die in schril contrast stond met de 'joy!' die het publiek uitstraalde, als betrof het een gezelschap gedrogeerden.
Wat ik dan gezien heb? Schlagerzanger Christoff die 'zijn ding' mocht doen temidden van het plebs dat op zijn beurt 'zijn ding' deed, zijnde joelen en zwaaien, schijnbaar euforisch de hemelpoort bestormen om aldaar het aards paradijs te betreden (zoals dat in de teksten van Christoff óók weleens gebeurt).
Axelle Red ook, die voor diepgang - leest en deinst achteruit! - moest zorgen door een intimistische 'set' te spelen, gezeten op een barkruk, met the mighty P. en diens vieze bles naast zich. Diepgang ook die moest blijken uit het daaraan voorafgaande interview dat vooral nérgens over mocht gaan, behalve dan over Red's onmoeting met Michael Jackson, ooit. Dat daaruit enkel Vlaams geneut, en dus nog meer 'gekneut', voortkwam, hoeft hier niet uitgelegd laat staan beschreven te worden.
En er was nóg, maar daar wil ik het niet meer over hebben. Ik hoop enkel dat Bent Van Looy van Das Pop (die, voor de volledigheid, ook te gast was in "Peter live") een goede psychiater vindt, mocht hij die na vanavond nodig hebben. En wat mezelf betreft: ik kijk noooit meer naar "Peter live" en wijd er ook noooit meer een woord aan.
Twee keer nooit met drie o's, dat leest u goed, lichtelijk beschonken als u daar onderuit zit gezakt.
donderdag 22 oktober 2009
Latijnse woorden die ik wél onthoud
Het was toch een bescheiden 'hype', enkele weken geleden, dacht ik. Er was de afscheidsbrief van Dietrich Hectors, een twintiger die zich verhing omdat hij er niet meer mee kon leven, en vervolgens dat alarmerende Humo-artikel, de vele lezersbrieven en de getuigenissen van muzikanten. Er werd toch over gepraat, had ik de indruk. Tot ik er onlangs temidden van enkele 'doorsnee volwassenen' op zinspeelde, ergens tussendoor. Die mensen keken mij bijna zonder uitzondering raar aan en één van hen stelde de vraag: "Tinnitus, wat is dát?"
"Dat is die fluittoon die sommige mensen horen, je weet wel, zoals na een concert ofzo, maar dan onophoudelijk."
Dat is tinnitus, een fenomeen dat mij persoonlijk redelijk wat angst aanjaagt. Ik ben altijd al bang geweest om mijn oren te beschadigen, zelfs toen ik nog nooit van het 'fenomeen' had gehoord. Ik voelde het als ik naar school fietste en mijn mp3-speler steeds luider moest zetten om boven de auto's uit te komen, en ik voelde het wanneer ik een uur na een concert in mijn bed kroop met nog steeds die zoem in mijn oren. In een stille kamer vond ik dat bijzonder beklemmend.
"En eens je 'beschadigd' bent, is het onherstelbaar."
Paniek.
Nog veel enger is trouwens dat andere, hyperaccusis. Dat heb je wanneer je in elkaar krimpt telkens als er 'lawaai' is. Een deur die dichtslaat, een motor die optrekt, een schreeuw. Wanneer dat pijn doet alsof je gestoken wordt door een wesp. Wanneer je beseft dat je niet meer kan deelnemen aan het normale leven.
Want er wordt veel lawaai gemaakt, zonder dat men daar nog acht op slaat. Lawaai is overal, en erger: het kan overal opeens opduiken. Vooral dát maakt het zo eng. De plotsheid ervan die tot een hartinfarct kan leiden, is dezelfde plotsheid die je oren blijvend kan beschadigen.
Waardoor je, als je pech hebt, niet meer kan buitenkomen, op een dag.
Op het gevaar af om helemáál als een saaie mediadokter te klinken: het baart mij zorgen dat nogal wat mensen zich blijkbaar te weinig van deze gevaren bewust zijn.
"Dat is die fluittoon die sommige mensen horen, je weet wel, zoals na een concert ofzo, maar dan onophoudelijk."
Dat is tinnitus, een fenomeen dat mij persoonlijk redelijk wat angst aanjaagt. Ik ben altijd al bang geweest om mijn oren te beschadigen, zelfs toen ik nog nooit van het 'fenomeen' had gehoord. Ik voelde het als ik naar school fietste en mijn mp3-speler steeds luider moest zetten om boven de auto's uit te komen, en ik voelde het wanneer ik een uur na een concert in mijn bed kroop met nog steeds die zoem in mijn oren. In een stille kamer vond ik dat bijzonder beklemmend.
"En eens je 'beschadigd' bent, is het onherstelbaar."
Paniek.
Nog veel enger is trouwens dat andere, hyperaccusis. Dat heb je wanneer je in elkaar krimpt telkens als er 'lawaai' is. Een deur die dichtslaat, een motor die optrekt, een schreeuw. Wanneer dat pijn doet alsof je gestoken wordt door een wesp. Wanneer je beseft dat je niet meer kan deelnemen aan het normale leven.
Want er wordt veel lawaai gemaakt, zonder dat men daar nog acht op slaat. Lawaai is overal, en erger: het kan overal opeens opduiken. Vooral dát maakt het zo eng. De plotsheid ervan die tot een hartinfarct kan leiden, is dezelfde plotsheid die je oren blijvend kan beschadigen.
Waardoor je, als je pech hebt, niet meer kan buitenkomen, op een dag.
Op het gevaar af om helemáál als een saaie mediadokter te klinken: het baart mij zorgen dat nogal wat mensen zich blijkbaar te weinig van deze gevaren bewust zijn.
woensdag 21 oktober 2009
Juist, Tom!
Van alle mensen die ik niet persoonlijk ken, mis ik Tom Naegels momenteel het meest. Want oh wat zouden Tom en ik het eens kunnen zijn over nogal wat zaken, wanneer we samen de actualiteit doornamen. Tom zou stijgeren bij het nieuws waarbij ook ik zou stijgeren, hij zou zijn laptop openklappen, terwijl ik mijn blogspot zou opzoeken, om stande pede aan zijn De Standaardcolumn te beginnen, terwijl ik iets gelijkaardigs zou neertikken op het www.
Tom. Van "Los", als u dat iets zegt. Nog verfilmd geweest door Jan Verheyen, een te mijden regisseur die met "Los" naar ik gelezen heb wel zijn beste film tot nog toe afleverde. En Tom van "Beleg", zijn nieuwe roman. Die ook weer over allochtonen gaat, zoals ik ergens opving. Omdat Tom en ik één zijn, ben ik uiteraard benieuwd naar dat boek.
Wat Tom afgelopen weekend in De Standaard schreef, was weer zó juist. De media en hun verhalen rond Frank Vandenbroucke (de renner): gewoon belachelijk en ondermaats. Maar wat mij het meest beviel aan Tom's column was die ene zin die er als een teaser werd uitgelicht: "Een mens wordt het moe om te blijven roepen dat media hun eigen geloofwaardigheid fataal ondermijnen."
Juist, Tom! Een mens wórdt dat moe. Vooral omdat die mens gelijk heeft en hij zijn mening pas kwijtkan op pagina 45 van de weekendkrant, die ook nog eens vijf andere katerns bevat waaronder economie, reizen, cultuur en mode.
Die mens krijgt dus maar een hoekje van de speelplaats, met zijn accurate observaties, terwijl een pipo van Het Laatste Nieuws ergens in het midden staat te lullen met een man of vijftig rond zich.
De observator voert altijd een verloren strijd, op de speelplaats van het leven. Toch hoop ik dat Tom niet opgeeft en blijft knokken, tot hij - illusies zijn er om ze te koesteren - misschien eens op de voorpagina raakt. Dat hij het niet écht moe is, hoop ik, dat die woorden slechts bij wijze van boutade aan zijn gedachten zijn ontsnapt.
Hoop ik. En ik zou het hem willen vragen.
Zaterdagvoormiddag om 10u op mijn kot, Tom? Kunnen we gezellig samen ontbijten en kranten doornemen. Ik zorg voor beleg.
Tom. Van "Los", als u dat iets zegt. Nog verfilmd geweest door Jan Verheyen, een te mijden regisseur die met "Los" naar ik gelezen heb wel zijn beste film tot nog toe afleverde. En Tom van "Beleg", zijn nieuwe roman. Die ook weer over allochtonen gaat, zoals ik ergens opving. Omdat Tom en ik één zijn, ben ik uiteraard benieuwd naar dat boek.
Wat Tom afgelopen weekend in De Standaard schreef, was weer zó juist. De media en hun verhalen rond Frank Vandenbroucke (de renner): gewoon belachelijk en ondermaats. Maar wat mij het meest beviel aan Tom's column was die ene zin die er als een teaser werd uitgelicht: "Een mens wordt het moe om te blijven roepen dat media hun eigen geloofwaardigheid fataal ondermijnen."
Juist, Tom! Een mens wórdt dat moe. Vooral omdat die mens gelijk heeft en hij zijn mening pas kwijtkan op pagina 45 van de weekendkrant, die ook nog eens vijf andere katerns bevat waaronder economie, reizen, cultuur en mode.
Die mens krijgt dus maar een hoekje van de speelplaats, met zijn accurate observaties, terwijl een pipo van Het Laatste Nieuws ergens in het midden staat te lullen met een man of vijftig rond zich.
De observator voert altijd een verloren strijd, op de speelplaats van het leven. Toch hoop ik dat Tom niet opgeeft en blijft knokken, tot hij - illusies zijn er om ze te koesteren - misschien eens op de voorpagina raakt. Dat hij het niet écht moe is, hoop ik, dat die woorden slechts bij wijze van boutade aan zijn gedachten zijn ontsnapt.
Hoop ik. En ik zou het hem willen vragen.
Zaterdagvoormiddag om 10u op mijn kot, Tom? Kunnen we gezellig samen ontbijten en kranten doornemen. Ik zorg voor beleg.
dinsdag 20 oktober 2009
Over bloggen en diepgang (leest en deinst achteruit!)
V. heeft begin deze maand een blog aangemaakt en hij heeft, net als ik, een 'mission statement' - aargh, die term - geschreven dat een en ander moet verduidelijken. In dat mission statement schrijft hij verbaasd te zijn dat hij overstag gaat voor het bloggen (al komen we even later te weten dat het een opdracht is voor school) en dat hij gegeneerd is - dat is natuurlijk met een knipoog - dat hij er zich uiteindelijk toch aan overgeeft. Ik ben blij dat V. zich enkele posts verder al niet echt meer druk lijkt te maken over zijn initiële gêne, maar blijf graag even stilstaan bij de volgende paragraaf uit zijn 'beginselverklaring'.
"(..) weblogs, dat zijn toch vooral dingen voor mensen die zichzelf nét iets te graag zien. Mensen die vinden dat hun diepste bespiegelingen niet ongemerkt voorbij mogen gaan. Mensen die denken dat de wereld zit te wachten op nog maar eens een mening van een ongeschoren jongeling. Mensen die onvoorstelbare banaliteiten vergissen voor filosofische of literaire hoogstandjes. (..) Mensen die verkondigen dat het vanmorgen regent en hoe jammer dat eigenlijk wel is omdat hun haar net gewassen is."
Ik voel mij aangesproken natuurlijk, jong en ongeschoren als ik hier op meningen zit te broeden. Alsof mijn 'soort' een beetje vies is. Alsof ik een ufo ben, een clown. V. kopt natuurlijk slechts een afgemeten voorzet binnen, bedient zich van ironie en verstopt zich achter het feit dat het 'voor school' is, maar ondertussen lijkt hij vergeten te zijn wat hij net nog aan het 'aanklagen' was. V. heeft, jong en ongeschoren, zijn persoonlijke mening neergeschreven, schijnbaar zonder daarbij stil te staan. In zijn ironie is V. haast ongemerkt behoorlijk serieus geworden, en persoonlijk vind ik dat een bijzonder goede zaak want wat zie ik: hij schrijft goed, ik geniet van zijn zinnen. Ik ben geïnteresseerd in zijn mening.
Maar dan nog: wat doet een beetje blogger met een zin als "(Weblogs zijn toch vooral voor) mensen die denken dat de wereld zit te wachten op nog maar eens een mening van een ongeschoren jongeling"? Een beetje blogger protesteert, en omdat ikzelf een beetje blogger ben, zal ik persoonlijk protesteren (zelfs al mag die hele beginselverklaring van V. dan misschien met een knipoog geschreven zijn).
Ik blog omdat ik graag schrijf, in de eerste plaats. Ik volg de actualiteit en houd er meningen op na die ik in 'real life' blijkbaar niet genoeg kan ventileren. Ook vind ik dat zo'n blog een kans biedt om ongestoord, maar toch niet volledig anoniem, wat dieper op de dingen in te gaan; om te 'oefenen'. De steeds oppervlakkiger wordende maatschappij kan elk beetje diepgang best gebruiken, ben ik van mening. Een watchdog en dus geen zoveelste lapdog, dat wil ik zijn.
Met mijn blog wil ik ook aanklagen dat er een algemeen aanvaard klimaat bestaat van debilisering waarin niets (vb. de nieuwe bril van Kris Peeters) gelijk is aan iets, en iets (vb. Darfour, "the clash of civilizations", het klimaat) schijnbaar gelijk is aan weinig of niets.
(Ook zeul ik inderdaad een ego met me mee dat ik moet 'soigneren' om gelukkig te kunnen zijn. Dat zeg ik in alle eerlijkheid en zonder enige ironie. Wie evenwel een beetje oplet, weet dat ego's niet echt hét probleem zijn van deze tijd.)
Maar net omwille van die uitgesproken meningen blijft bloggen wat moeilijk liggen voor 'het grote publiek', of toch wanneer een onbekende het doet, iemand 'zonder maatschappelijke rol'. Want als u in 2009 iets 'inhoudelijks' wil doen, heeft u daar per definitie credibiliteit voor nodig, zoniet bent u een aansteller of een lastpost. Wanneer een politicus blogt is het dus wel oké, want een bloggende politicus stelt zich niet aan.
Terwijl ik net vind van wel, eigenlijk. Iemand die aan politiek doet, stelt zich in mijn ogen op zich al aan. Maar omdat politiek altijd al 'overal' is geweest wordt daar door de mensen niet meer op die manier over gedacht. Hetzelfde geldt voor de motard die het nodig vindt luid op te trekken en daarmee te kennen geeft dat iedereen mag weten dat hij een motard is. Hetzelfde geldt intussen zelfs voor de veertienjarige 'emo' met de zwartleren vest die vindt dat hij recht heeft om te zijn wie hij denkt te willen zijn en daar geen commentaar op wenst te krijgen.
Moet ik doorgaan?
In deze tijden waarin 'alles (wat in onze kraam past) kan', waarin iedereen met de "vrije meningsuiting" koketteert, wordt de niet eens zo lang geleden verworven kritische zin opnieuw taboe. Een onbekende twintiger met een 'gedacht' wordt dan al wat makkelijker een aansteller genoemd, terwijl een meisje met vijf piercings in haar gezicht geen commmentaar hoeft te vrezen omdat 'de mensen' denken dat dat "toch normaal is in deze tijden en dat zij als oude bokken maar een oogje moeten dichtknijpen omdat ze anders niet meer 'mee' zijn, ook al hebben ze er stiekem wel hun mening over, hoor, maar dan enkel binnenskamers om niemand te bruskeren".
De (potentiële) diepgang, dus: dat is wat bloggen tot een heikel thema maakt. Diepgang is niet meer van deze tijd, komt arrogant en misplaatst over, terwijl oppervlakkigheid en afbraakpraat (ik denk zomaar opeens aan Dag Allemaal) maatschappelijk aanvaard zijn en enkel weggepropt in de marge op kritiek worden onthaald.
En met mijn blog heb ik de intentie om die immer rijzende oppervlakkigheid intifadagewijs met stenen te bekogelen, zij het dan op een (voorlopig) bijzonder kleinschalige manier. V. heeft misschien in zekere zin diezelfde intentie met zijn blog, al zou het kunnen dat hij zich dat zelf nog niet met die woorden realiseert. Of hij kan natuurlijk ook bloggen om nog een totaal andere reden.
Hoe dan ook: ik lees zijn blog.
"(..) weblogs, dat zijn toch vooral dingen voor mensen die zichzelf nét iets te graag zien. Mensen die vinden dat hun diepste bespiegelingen niet ongemerkt voorbij mogen gaan. Mensen die denken dat de wereld zit te wachten op nog maar eens een mening van een ongeschoren jongeling. Mensen die onvoorstelbare banaliteiten vergissen voor filosofische of literaire hoogstandjes. (..) Mensen die verkondigen dat het vanmorgen regent en hoe jammer dat eigenlijk wel is omdat hun haar net gewassen is."
Ik voel mij aangesproken natuurlijk, jong en ongeschoren als ik hier op meningen zit te broeden. Alsof mijn 'soort' een beetje vies is. Alsof ik een ufo ben, een clown. V. kopt natuurlijk slechts een afgemeten voorzet binnen, bedient zich van ironie en verstopt zich achter het feit dat het 'voor school' is, maar ondertussen lijkt hij vergeten te zijn wat hij net nog aan het 'aanklagen' was. V. heeft, jong en ongeschoren, zijn persoonlijke mening neergeschreven, schijnbaar zonder daarbij stil te staan. In zijn ironie is V. haast ongemerkt behoorlijk serieus geworden, en persoonlijk vind ik dat een bijzonder goede zaak want wat zie ik: hij schrijft goed, ik geniet van zijn zinnen. Ik ben geïnteresseerd in zijn mening.
Maar dan nog: wat doet een beetje blogger met een zin als "(Weblogs zijn toch vooral voor) mensen die denken dat de wereld zit te wachten op nog maar eens een mening van een ongeschoren jongeling"? Een beetje blogger protesteert, en omdat ikzelf een beetje blogger ben, zal ik persoonlijk protesteren (zelfs al mag die hele beginselverklaring van V. dan misschien met een knipoog geschreven zijn).
Ik blog omdat ik graag schrijf, in de eerste plaats. Ik volg de actualiteit en houd er meningen op na die ik in 'real life' blijkbaar niet genoeg kan ventileren. Ook vind ik dat zo'n blog een kans biedt om ongestoord, maar toch niet volledig anoniem, wat dieper op de dingen in te gaan; om te 'oefenen'. De steeds oppervlakkiger wordende maatschappij kan elk beetje diepgang best gebruiken, ben ik van mening. Een watchdog en dus geen zoveelste lapdog, dat wil ik zijn.
Met mijn blog wil ik ook aanklagen dat er een algemeen aanvaard klimaat bestaat van debilisering waarin niets (vb. de nieuwe bril van Kris Peeters) gelijk is aan iets, en iets (vb. Darfour, "the clash of civilizations", het klimaat) schijnbaar gelijk is aan weinig of niets.
(Ook zeul ik inderdaad een ego met me mee dat ik moet 'soigneren' om gelukkig te kunnen zijn. Dat zeg ik in alle eerlijkheid en zonder enige ironie. Wie evenwel een beetje oplet, weet dat ego's niet echt hét probleem zijn van deze tijd.)
Maar net omwille van die uitgesproken meningen blijft bloggen wat moeilijk liggen voor 'het grote publiek', of toch wanneer een onbekende het doet, iemand 'zonder maatschappelijke rol'. Want als u in 2009 iets 'inhoudelijks' wil doen, heeft u daar per definitie credibiliteit voor nodig, zoniet bent u een aansteller of een lastpost. Wanneer een politicus blogt is het dus wel oké, want een bloggende politicus stelt zich niet aan.
Terwijl ik net vind van wel, eigenlijk. Iemand die aan politiek doet, stelt zich in mijn ogen op zich al aan. Maar omdat politiek altijd al 'overal' is geweest wordt daar door de mensen niet meer op die manier over gedacht. Hetzelfde geldt voor de motard die het nodig vindt luid op te trekken en daarmee te kennen geeft dat iedereen mag weten dat hij een motard is. Hetzelfde geldt intussen zelfs voor de veertienjarige 'emo' met de zwartleren vest die vindt dat hij recht heeft om te zijn wie hij denkt te willen zijn en daar geen commentaar op wenst te krijgen.
Moet ik doorgaan?
In deze tijden waarin 'alles (wat in onze kraam past) kan', waarin iedereen met de "vrije meningsuiting" koketteert, wordt de niet eens zo lang geleden verworven kritische zin opnieuw taboe. Een onbekende twintiger met een 'gedacht' wordt dan al wat makkelijker een aansteller genoemd, terwijl een meisje met vijf piercings in haar gezicht geen commmentaar hoeft te vrezen omdat 'de mensen' denken dat dat "toch normaal is in deze tijden en dat zij als oude bokken maar een oogje moeten dichtknijpen omdat ze anders niet meer 'mee' zijn, ook al hebben ze er stiekem wel hun mening over, hoor, maar dan enkel binnenskamers om niemand te bruskeren".
De (potentiële) diepgang, dus: dat is wat bloggen tot een heikel thema maakt. Diepgang is niet meer van deze tijd, komt arrogant en misplaatst over, terwijl oppervlakkigheid en afbraakpraat (ik denk zomaar opeens aan Dag Allemaal) maatschappelijk aanvaard zijn en enkel weggepropt in de marge op kritiek worden onthaald.
En met mijn blog heb ik de intentie om die immer rijzende oppervlakkigheid intifadagewijs met stenen te bekogelen, zij het dan op een (voorlopig) bijzonder kleinschalige manier. V. heeft misschien in zekere zin diezelfde intentie met zijn blog, al zou het kunnen dat hij zich dat zelf nog niet met die woorden realiseert. Of hij kan natuurlijk ook bloggen om nog een totaal andere reden.
Hoe dan ook: ik lees zijn blog.
maandag 19 oktober 2009
"Ga daarmee naar den oorlog," zou een oud en wijs man zeggen
In de reeks "eigenlijke non-events die weliswaar aandacht verdienen, maar dan wel liefst de juiste soort aandacht": Bo (14) pleegt zelfmoord omdat ze haar liefdesverdriet niet verwerkt kreeg.
De feiten, als ik De Standaard van dit weekend goed lees: Bo begint in juni een relatie met Tim, samen met Tim's familie gaat ze in augustus op vakantie, na de reis maakt Tim het uit en Bo begint minder te eten, heeft liefdesverdriet, om uiteindelijk zelfmoord te plegen in haar slaapkamer.
'Slik'.
En helemaal 'slik' als je de berichtgeving hierover leest. Kritiekloos. Alsof het heel erg is, deze toestand. Dat pubers met allerlei vragen zitten en niet genoeg opgevangen worden, dat verhaaltje voor de duizendste keer. Datzelfde wiegeliedje opnieuw, waarin de dode zonder aarzelen het grote slachtoffer wordt en de 'ander' meteen maar de dader.
De moeder, die in De Standaard geïnterviewd wordt, gaat hier wat graag in mee (want het is de journalist die de invalshoek bepaalt) en laat ondermeer het volgende optekenen: "We hebben het één keer over haar liefdesverdriet gehad. Ik hoorde dat ze er met anderen meer over sprak. (..) Ze begon minder te eten. (..) We keken 's avonds samen naar 'David' en 'Thuis'", en ronduit pijnlijk (en belachelijk, vind ik): "Tim heeft schuld aan de zelfdoding van mijn dochter. Niet omdat hij het uitmaakte met haar, wel omdat hij me niet op de hoogte bracht van haar zelfmoordplannen. Hij niet en ook haar vriendinnen niet. Ze hadden het me moeten vertellen."
Tsss. Dit is de wereld op zijn kop. Nu zal u maar eens die arme Tim of een van die vriendinnen zijn. Heilig zijn zij kennelijk niet, maar om echt te stellen dat hen iets te verwijten valt.. Die moeder valt, mijns inziens, veel meer te verwijten. Zij moet in de loop van Bo's opvoeding (mee) een klimaat hebben gecreëerd waarin het überhaupt denkbaar werd dat een meisje van veertien zelfmoord zou plegen wanneer ze liefdesverdriet had. Die moeder zou ik, zelfs zonder haar te kennen, een gebrek aan duiding durven verwijten, een gebrek aan kritische zin. Te veel naar 'David' en 'Thuis' kijken doet daar allicht sowieso geen goed aan.
Tenzij Bo zware psychische problemen had natuurlijk, dat zou alles veranderen. Maar over psychische problemen wordt er in dit interview niet gesproken.
Het is jammmer dat De Standaard niet kritisch ingaat op dit soort nieuws, maar voluit kiest voor een Dag Allemaalsfeertje waarin een thematiek als zelfmoord (bij jongeren) omwille van politiek correcte zeden zo goed gedijt. Dit soort nieuws verdient geen eenzijdig interview met de moeder van het slachtoffer, hierover moeten veel bredere opiniestukken geschreven worden waarin de debilisering van de samenleving wordt aangeklaagd.
De feiten, als ik De Standaard van dit weekend goed lees: Bo begint in juni een relatie met Tim, samen met Tim's familie gaat ze in augustus op vakantie, na de reis maakt Tim het uit en Bo begint minder te eten, heeft liefdesverdriet, om uiteindelijk zelfmoord te plegen in haar slaapkamer.
'Slik'.
En helemaal 'slik' als je de berichtgeving hierover leest. Kritiekloos. Alsof het heel erg is, deze toestand. Dat pubers met allerlei vragen zitten en niet genoeg opgevangen worden, dat verhaaltje voor de duizendste keer. Datzelfde wiegeliedje opnieuw, waarin de dode zonder aarzelen het grote slachtoffer wordt en de 'ander' meteen maar de dader.
De moeder, die in De Standaard geïnterviewd wordt, gaat hier wat graag in mee (want het is de journalist die de invalshoek bepaalt) en laat ondermeer het volgende optekenen: "We hebben het één keer over haar liefdesverdriet gehad. Ik hoorde dat ze er met anderen meer over sprak. (..) Ze begon minder te eten. (..) We keken 's avonds samen naar 'David' en 'Thuis'", en ronduit pijnlijk (en belachelijk, vind ik): "Tim heeft schuld aan de zelfdoding van mijn dochter. Niet omdat hij het uitmaakte met haar, wel omdat hij me niet op de hoogte bracht van haar zelfmoordplannen. Hij niet en ook haar vriendinnen niet. Ze hadden het me moeten vertellen."
Tsss. Dit is de wereld op zijn kop. Nu zal u maar eens die arme Tim of een van die vriendinnen zijn. Heilig zijn zij kennelijk niet, maar om echt te stellen dat hen iets te verwijten valt.. Die moeder valt, mijns inziens, veel meer te verwijten. Zij moet in de loop van Bo's opvoeding (mee) een klimaat hebben gecreëerd waarin het überhaupt denkbaar werd dat een meisje van veertien zelfmoord zou plegen wanneer ze liefdesverdriet had. Die moeder zou ik, zelfs zonder haar te kennen, een gebrek aan duiding durven verwijten, een gebrek aan kritische zin. Te veel naar 'David' en 'Thuis' kijken doet daar allicht sowieso geen goed aan.
Tenzij Bo zware psychische problemen had natuurlijk, dat zou alles veranderen. Maar over psychische problemen wordt er in dit interview niet gesproken.
Het is jammmer dat De Standaard niet kritisch ingaat op dit soort nieuws, maar voluit kiest voor een Dag Allemaalsfeertje waarin een thematiek als zelfmoord (bij jongeren) omwille van politiek correcte zeden zo goed gedijt. Dit soort nieuws verdient geen eenzijdig interview met de moeder van het slachtoffer, hierover moeten veel bredere opiniestukken geschreven worden waarin de debilisering van de samenleving wordt aangeklaagd.
zondag 18 oktober 2009
Voor de volle negentig
Oh, wat voel ik mij onbehaaglijk als ik alle 'commerce' om mij heen zie. Iedereen probeert te verkopen, geld te scheppen, zieltjes te winnen. Ik moet eens proberen op een rijtje te zetten wat ik zelf zoal in de aanbieding heb.
(Trouwens: ik heb het hier niet noodzakelijk over tastbare goederen, ook al is het opbod aan sensationele verhaaltjes in de roddelpers het concrete uitgangspunt voor dit bericht - 'boekskes' die dus wel iets tastbaars zijn.)
Ik verkoop mezelf als mens. Het totaalpakket. Niet enkel mijn lichaam, want dan was ik wellicht een prostitué, wel mijn lichaam én geest, én mijn 'ziel'. Aan de hoogste bieder, diegene die mij het liefst wil, diegene die het meent. Niet dat ik daarmee echt goede zaken doe, jammer genoeg.
Vriendschap heb ik te geef. Als u mijn vriend wil zijn en ik vind u leuk, dan hébt u mij. Voor de volle negentig, laat ik zeggen. Voor veel mensen is dat wat veel. Die mensen vallen af. Niet definitief, maar wel op dat allerbelangrijkste niveau. Zij kunnen wel vrienden zijn, maar geen 'soulmates' om het zo te zeggen. Met hen zal ik occasioneel over voetbal praten, als u mij begrijpt.
Occasioneel samenkomen om over voetbal te praten, dat is als hébben voor de volle vijftig, in mijn optiek. Voor sommigen ligt dat misschien anders.
Als ik u mijn vriendschap schenk (en ik krijg er uw vriendschap voor in ruil) dan komt u meer over mij te weten dan Dag Allemaal ooit over Helmut Lotti te weten zal komen. Obsceen veel, kortom, maar in dat stadium van vriendschap kan u daar wel mee omgaan. En anders kunnen we het natuurlijk ook gewoon over de Jupiler Pro League hebben, als u begrijpt wat ik bedoel. Maar dan wel maar ééns per maand als het niet deert. En na verloop van tijd helemaal niet meer, als het opnieuw niet deert (maar dat zal het in dat geval wel niet).
Enkele losse woorden, als u nog volgt: verwachtingen - conventies - "hoe er mee om te gaan" - kneuterigheid - tradities - voorbeelden - een 'eigen weg' - de angst voor het onbekende, en dergelijke.
Ik kom er nooit echt uit, maar zit er vaak dichtbij. Ooit pak ik het vast met beide handjes en doe ik er iets meer mee dan erover te schrijven als een exibitionistische blogger.
(Trouwens: ik heb het hier niet noodzakelijk over tastbare goederen, ook al is het opbod aan sensationele verhaaltjes in de roddelpers het concrete uitgangspunt voor dit bericht - 'boekskes' die dus wel iets tastbaars zijn.)
Ik verkoop mezelf als mens. Het totaalpakket. Niet enkel mijn lichaam, want dan was ik wellicht een prostitué, wel mijn lichaam én geest, én mijn 'ziel'. Aan de hoogste bieder, diegene die mij het liefst wil, diegene die het meent. Niet dat ik daarmee echt goede zaken doe, jammer genoeg.
Vriendschap heb ik te geef. Als u mijn vriend wil zijn en ik vind u leuk, dan hébt u mij. Voor de volle negentig, laat ik zeggen. Voor veel mensen is dat wat veel. Die mensen vallen af. Niet definitief, maar wel op dat allerbelangrijkste niveau. Zij kunnen wel vrienden zijn, maar geen 'soulmates' om het zo te zeggen. Met hen zal ik occasioneel over voetbal praten, als u mij begrijpt.
Occasioneel samenkomen om over voetbal te praten, dat is als hébben voor de volle vijftig, in mijn optiek. Voor sommigen ligt dat misschien anders.
Als ik u mijn vriendschap schenk (en ik krijg er uw vriendschap voor in ruil) dan komt u meer over mij te weten dan Dag Allemaal ooit over Helmut Lotti te weten zal komen. Obsceen veel, kortom, maar in dat stadium van vriendschap kan u daar wel mee omgaan. En anders kunnen we het natuurlijk ook gewoon over de Jupiler Pro League hebben, als u begrijpt wat ik bedoel. Maar dan wel maar ééns per maand als het niet deert. En na verloop van tijd helemaal niet meer, als het opnieuw niet deert (maar dat zal het in dat geval wel niet).
Enkele losse woorden, als u nog volgt: verwachtingen - conventies - "hoe er mee om te gaan" - kneuterigheid - tradities - voorbeelden - een 'eigen weg' - de angst voor het onbekende, en dergelijke.
Ik kom er nooit echt uit, maar zit er vaak dichtbij. Ooit pak ik het vast met beide handjes en doe ik er iets meer mee dan erover te schrijven als een exibitionistische blogger.
vrijdag 16 oktober 2009
Hier spreekt Fons van het Zilverfonds
De pensioenleeftijd naar 67 in Nederland. Klinkt 'hard', die beslissing. Klinkt oud, 67. Maar de uitvoering van dat plan is nog niet voor morgen. In 2025, pas dan is het zover.
Op Wikipedia vind ik een lijst van mensen die nu 67 zijn, geboren in 1942, maar die lijst staat vol artiesten en artiesten gaan niet op pensioen. Tenzij je Panamarenko heet.
Paul McCartney. Harrison Ford. Aretha Franklin.
Ook twee mensen van eigen bodem die je niet onmiddellijk artiesten kunt noemen: Roel Van Bambost en Jacques Rogge.
Toeval. Beide waren ze recent nog in het nieuws. Van Bambost omdat hij met.. pensioen ging. Mooie leeftijd heeft hij daarvoor. Rogge omdat hij doorgaat als IOC-voorzitter. Bewonderenswaardig.
Zelf ken ik een aantal mensen die ongeveer 65 zijn. Allen zijn ze intussen reeds jaren op pensioen. Zodanig zelfs dat ik me niet eens kan voorstellen dat ze nog aan het werk zouden kúnnen zijn. Daarvoor zijn ze toch te oud! Die perceptie.
Hoewel, te oud. Als ik zie waar die mensen hun dagen nog mee vullen. Sporten, reizen, bijna een 'tweede jeugd' doormaken, zo lijkt. Een mens krijgt niet bepaald de indruk dat ze versleten zijn na decennia van werken. Soms krijg je zelfs de indruk dat ze te vroeg met werken gestopt zijn, dat ze nog bijzonder inzetbaar zouden kunnen zijn.
Maar mag je raken aan dat pensioen? Hoe weet een snotneus van 22 wat het betekent om veertig jaar gewerkt te hebben? Delicate kwestie.
Het zijn de zelfverklaarde 'progressievelingen' die me storen. Ze zijn 55 en zijn niet zozeer toe aan hun pensioen, nee, ze hebben vooral veel zin om, inderdaad, te reizen, te sporten, afstand te doen van alles wat op hen wéégt. En om dat te bereiken moeten ze zo snel mogelijk op pensioen. Voor hun 60 als het even kan. En dat allemaal in de wetenschap dat ze waarschijnlijk kerngezond blijven tot hun 90. Want ze worden allemaal 100 jaar.
Veertig jaar pensioen is evenwel van het goede te veel. Want wie gaat dat betalen, lieve sportievelingen annex wereldreizigers?
Op Wikipedia vind ik een lijst van mensen die nu 67 zijn, geboren in 1942, maar die lijst staat vol artiesten en artiesten gaan niet op pensioen. Tenzij je Panamarenko heet.
Paul McCartney. Harrison Ford. Aretha Franklin.
Ook twee mensen van eigen bodem die je niet onmiddellijk artiesten kunt noemen: Roel Van Bambost en Jacques Rogge.
Toeval. Beide waren ze recent nog in het nieuws. Van Bambost omdat hij met.. pensioen ging. Mooie leeftijd heeft hij daarvoor. Rogge omdat hij doorgaat als IOC-voorzitter. Bewonderenswaardig.
Zelf ken ik een aantal mensen die ongeveer 65 zijn. Allen zijn ze intussen reeds jaren op pensioen. Zodanig zelfs dat ik me niet eens kan voorstellen dat ze nog aan het werk zouden kúnnen zijn. Daarvoor zijn ze toch te oud! Die perceptie.
Hoewel, te oud. Als ik zie waar die mensen hun dagen nog mee vullen. Sporten, reizen, bijna een 'tweede jeugd' doormaken, zo lijkt. Een mens krijgt niet bepaald de indruk dat ze versleten zijn na decennia van werken. Soms krijg je zelfs de indruk dat ze te vroeg met werken gestopt zijn, dat ze nog bijzonder inzetbaar zouden kunnen zijn.
Maar mag je raken aan dat pensioen? Hoe weet een snotneus van 22 wat het betekent om veertig jaar gewerkt te hebben? Delicate kwestie.
Het zijn de zelfverklaarde 'progressievelingen' die me storen. Ze zijn 55 en zijn niet zozeer toe aan hun pensioen, nee, ze hebben vooral veel zin om, inderdaad, te reizen, te sporten, afstand te doen van alles wat op hen wéégt. En om dat te bereiken moeten ze zo snel mogelijk op pensioen. Voor hun 60 als het even kan. En dat allemaal in de wetenschap dat ze waarschijnlijk kerngezond blijven tot hun 90. Want ze worden allemaal 100 jaar.
Veertig jaar pensioen is evenwel van het goede te veel. Want wie gaat dat betalen, lieve sportievelingen annex wereldreizigers?
donderdag 15 oktober 2009
Het hoofdgerecht
"Hey," zei hij zelfverzekerd.
"Ooit was ik een loser, nu praat ik elke vrouw die ik wil in mijn bed. En ik wil jou. Niet omdat ik van je hou, maar gewoon om te bewijzen dat ik wel degelijk iedereen kan krijgen."
"Zie je deze emo-bles. Die doet 't 'm. Voel je ze al een beetje fladderen, de vlinders in je buik? Of zijn het voorlopig nog rupsen - haha?"
"Humor is belangrijk. Originaliteit. Jij bent een mooie vrouw en ik ben zeker niet de eerste die je dat vertelt. Daarom vertel ik je iets anders. Je ruikt lekker. Je draagt een geur met je mee die me terugvoert naar een van de mooiste herinneringen uit mijn jeugd. Het is een onbestemd gevoel, maar ik voél het. Ik associeer jouw met dat onbestemde geluk. Jij maakt me blij."
"Wil je iets drinken? Je weet wel waar ik op aanstuur, maar wil je ook los daarvan niet gewoon heel eventjes iets drinken? Ik kom hier vaak en ik kan je de pinacolada aanraden. Die is zó goed hier. Daar ga je helemaal van zweven."
"Je hebt lachende ogen. Ik hou van de manier waarop je haar valt, met die lok voor je rechteroog. Beetje sixties, heel retro, maar toch eigentijds. Tijdloos eigenlijk. Tijdloze klasse."
"Als jij praat, hang ik aan je lippen. Dat zeg ik niet tegen iedereen hoor, ik praat nu tegen jou. Jij bent speciaal voor mij, ik koester jou."
"Dat jij mij maar niks vindt? Speel jij het hard to get?"
In een oogwenk trok ik de blonde sixties-pruik van mijn hoofd en duwde ze Richard La Ruina in het gezicht. Ik wist dat "de beste verleider van Europa" vanavond naar deze club zou komen en ik wist dat hij zou 'demonstreren', dat hij hier iedereen op hoge hakken zou lastigvallen.
De vermomming was af. Benen geïpileerd. Pruik. Eyeliner. Mascara. Ik was aantrekkelijk, kortom, misschien wat fors gebouwd voor een vrouw, maar als er één man in mijn vriendenkring de maten had om een grapje met La Ruina uit te halen, dan was ik het wel. Vonden mijn vrienden, vond ikzelf.
Het was gelukt. Hij wist niet waar hij het had. Mijn kale knikker maakte alles duidelijk in een snelheid die hij ondanks zijn flexibele brein niet dadelijk kon bevatten. Hij stond voor schut en iedereen staarde hem aan alsof hij gek was. Toegegeven: zo keken ze ook naar mij, maar dat deerde niet. Mijn show begon nog maar net.
"Het is de liefde," sprak ik tot La Ruina. "Niet de versiering die eraan voorafgaat. De liefde, die telt. Het graag zien, het houden van."
La Ruina wilde zich uit de voeten maken, maar twee handen grepen hem bij een arm en hielden hem staande.
"De liefde," zei ik opnieuw, "daar gaat het om tussen een man en een vrouw, tussen mensen. Ga jij maar kerstbomen versieren, ga jij het voorbereidende werk maar doen. Wij zullen aanbellen rond etenstijd en de kalkoen aansnijden. Samen genieten, van elkaar houden en gelukkig zijn. Ondertussen zal jij op je kamer aan je jeugd terugdenken. Met wat geluk zal je zelfs inzien dat je toen geen grotere loser was dan je nu bent. Met wat geluk zie je misschien zelfs in dat niet het voorgerecht maar het hoofdgerecht de weg is naar ware liefde. En als je dat begrepen hebt, mag je mee aanschuiven voor het dessert."
Bij wijze van 'origineel grapje' besloot ik vervolgens met La Ruina's eigen woorden te eindigen. De woorden die hij spreekt wanneer hij zelf een speedcursus heeft gegeven: "Dat is dan €500, alstublieft."
Hij betaalde nog ook, de loser.
"Ooit was ik een loser, nu praat ik elke vrouw die ik wil in mijn bed. En ik wil jou. Niet omdat ik van je hou, maar gewoon om te bewijzen dat ik wel degelijk iedereen kan krijgen."
"Zie je deze emo-bles. Die doet 't 'm. Voel je ze al een beetje fladderen, de vlinders in je buik? Of zijn het voorlopig nog rupsen - haha?"
"Humor is belangrijk. Originaliteit. Jij bent een mooie vrouw en ik ben zeker niet de eerste die je dat vertelt. Daarom vertel ik je iets anders. Je ruikt lekker. Je draagt een geur met je mee die me terugvoert naar een van de mooiste herinneringen uit mijn jeugd. Het is een onbestemd gevoel, maar ik voél het. Ik associeer jouw met dat onbestemde geluk. Jij maakt me blij."
"Wil je iets drinken? Je weet wel waar ik op aanstuur, maar wil je ook los daarvan niet gewoon heel eventjes iets drinken? Ik kom hier vaak en ik kan je de pinacolada aanraden. Die is zó goed hier. Daar ga je helemaal van zweven."
"Je hebt lachende ogen. Ik hou van de manier waarop je haar valt, met die lok voor je rechteroog. Beetje sixties, heel retro, maar toch eigentijds. Tijdloos eigenlijk. Tijdloze klasse."
"Als jij praat, hang ik aan je lippen. Dat zeg ik niet tegen iedereen hoor, ik praat nu tegen jou. Jij bent speciaal voor mij, ik koester jou."
"Dat jij mij maar niks vindt? Speel jij het hard to get?"
In een oogwenk trok ik de blonde sixties-pruik van mijn hoofd en duwde ze Richard La Ruina in het gezicht. Ik wist dat "de beste verleider van Europa" vanavond naar deze club zou komen en ik wist dat hij zou 'demonstreren', dat hij hier iedereen op hoge hakken zou lastigvallen.
De vermomming was af. Benen geïpileerd. Pruik. Eyeliner. Mascara. Ik was aantrekkelijk, kortom, misschien wat fors gebouwd voor een vrouw, maar als er één man in mijn vriendenkring de maten had om een grapje met La Ruina uit te halen, dan was ik het wel. Vonden mijn vrienden, vond ikzelf.
Het was gelukt. Hij wist niet waar hij het had. Mijn kale knikker maakte alles duidelijk in een snelheid die hij ondanks zijn flexibele brein niet dadelijk kon bevatten. Hij stond voor schut en iedereen staarde hem aan alsof hij gek was. Toegegeven: zo keken ze ook naar mij, maar dat deerde niet. Mijn show begon nog maar net.
"Het is de liefde," sprak ik tot La Ruina. "Niet de versiering die eraan voorafgaat. De liefde, die telt. Het graag zien, het houden van."
La Ruina wilde zich uit de voeten maken, maar twee handen grepen hem bij een arm en hielden hem staande.
"De liefde," zei ik opnieuw, "daar gaat het om tussen een man en een vrouw, tussen mensen. Ga jij maar kerstbomen versieren, ga jij het voorbereidende werk maar doen. Wij zullen aanbellen rond etenstijd en de kalkoen aansnijden. Samen genieten, van elkaar houden en gelukkig zijn. Ondertussen zal jij op je kamer aan je jeugd terugdenken. Met wat geluk zal je zelfs inzien dat je toen geen grotere loser was dan je nu bent. Met wat geluk zie je misschien zelfs in dat niet het voorgerecht maar het hoofdgerecht de weg is naar ware liefde. En als je dat begrepen hebt, mag je mee aanschuiven voor het dessert."
Bij wijze van 'origineel grapje' besloot ik vervolgens met La Ruina's eigen woorden te eindigen. De woorden die hij spreekt wanneer hij zelf een speedcursus heeft gegeven: "Dat is dan €500, alstublieft."
Hij betaalde nog ook, de loser.
woensdag 14 oktober 2009
Julian Plenti... doet vragen rijzen
Als M. van goddeau mij vraagt om "Julian Plenti Is... Skyscraper" te recenseren, dan doe ik dat. Om hem een plezier te doen en omdat ik die cd op die manier gratis opstrijk.
Geloven dat mijn recensie er ook iets toe doet, doe ik echter niet en dat is een beetje wrang. Ik 'scoor' "Julian Plenti" voor mezelf in de wetenschap dat wat ik erover ga schrijven weinig of niks uitmaakt. De plaat is nu een maand of twee uit en elk print- en online magazine heeft er natuurlijk al uitgebreid aandacht aan besteed. Wat ik daar zelf dan nog aan toe te voegen heb, is bitter weinig om niet te zeggen helemaal niets. Want iedereen wéét alles al wat ik mogelijk zou kunnen schrijven.
Moet mijn recensie er dan komen omdat ik het zo leuk opschrijf? Zijn er misschien mensen die voor cd-recensies enkel naar goddeau surfen? Ik weet pertinent zeker dat beide vragen een 'nee' als antwoord hebben, want één: als recensent ben ik maar een achtergrondfiguur en moet ik in de eerste plaats over de cd in kwestie spreken in mijn beschouwing, en twee: goddeaulezers zijn per definitie ook lezers van minder 'obscure' media.
Stuurt Julian Plenti mij een bos bloemen wanneer ik zijn cd positief bespreek?
Wat zeggen u de namen Kindamuzik, Kwadratuur, Digg en Soundslike, om nog maar te zwijgen over het Amerikaanse Pitchfork?
Die kent u niet, zegt u? Maar dan leest u toch Rollling Stone, Q, Mojo of Oor?
Die al helemaal niet?
Rifraf? Humo, misschien?
U leest - stop daar onmiddellijk mee! - Bart Steenhaut in De Morgen?
U zegt dat muziek u eigenlijk niet zo bijzonder interesseert?
Laat dan maar zitten hoor, uw bezoek aan goddeau.
Of ik een egoprobleem heb?
Wel, uitgerekend die vraag houdt mij in deze kwestie het meest bezig.
En ook wel: is goddeau mijn team? Ben ik een (slechte) teamspeler?
Is er iets dat ik niet begrijp?
Geloven dat mijn recensie er ook iets toe doet, doe ik echter niet en dat is een beetje wrang. Ik 'scoor' "Julian Plenti" voor mezelf in de wetenschap dat wat ik erover ga schrijven weinig of niks uitmaakt. De plaat is nu een maand of twee uit en elk print- en online magazine heeft er natuurlijk al uitgebreid aandacht aan besteed. Wat ik daar zelf dan nog aan toe te voegen heb, is bitter weinig om niet te zeggen helemaal niets. Want iedereen wéét alles al wat ik mogelijk zou kunnen schrijven.
Moet mijn recensie er dan komen omdat ik het zo leuk opschrijf? Zijn er misschien mensen die voor cd-recensies enkel naar goddeau surfen? Ik weet pertinent zeker dat beide vragen een 'nee' als antwoord hebben, want één: als recensent ben ik maar een achtergrondfiguur en moet ik in de eerste plaats over de cd in kwestie spreken in mijn beschouwing, en twee: goddeaulezers zijn per definitie ook lezers van minder 'obscure' media.
Stuurt Julian Plenti mij een bos bloemen wanneer ik zijn cd positief bespreek?
Wat zeggen u de namen Kindamuzik, Kwadratuur, Digg en Soundslike, om nog maar te zwijgen over het Amerikaanse Pitchfork?
Die kent u niet, zegt u? Maar dan leest u toch Rollling Stone, Q, Mojo of Oor?
Die al helemaal niet?
Rifraf? Humo, misschien?
U leest - stop daar onmiddellijk mee! - Bart Steenhaut in De Morgen?
U zegt dat muziek u eigenlijk niet zo bijzonder interesseert?
Laat dan maar zitten hoor, uw bezoek aan goddeau.
Of ik een egoprobleem heb?
Wel, uitgerekend die vraag houdt mij in deze kwestie het meest bezig.
En ook wel: is goddeau mijn team? Ben ik een (slechte) teamspeler?
Is er iets dat ik niet begrijp?
dinsdag 13 oktober 2009
Het aards paradijs
Allochtonen hebben soms streken. Ze kunnen zich gedragen als verwende kinderen. Ik heb dat van horen zeggen, maar verbazen doet het me niet, want er is heel wat met sommige van die mensen gebeurd.
Je hebt in de hel geleefd en wilde daar weg. Je droomde van het paradijs en op een mooie dag zou je er ook naartoe gaan. Vluchten desnoods. Alles riskeren.
Dat heb je gedaan en het is je gelukt. Door de mazen van het net. In je nieuwe land geraakt. Je nieuwe land, je paradijs.
Dat geen paradijs blijkt te zijn. Het valt wat tegen. Het 'westen' is fantastisch hadden ze je gezegd en nu je er bent heb je geen job, woon je in een klein appartement en ontmoet je geen nieuwe mensen. Je bent alleen.
Je hebt het koud en dat zeg je ook. Je bent arm en het OCMW weet het. Je mist je gezin en je hebt het schijt aan andermans kinderen.
Je verzet je tegen je stukgeslagen droom.
Sommigen hebben geluk: zij geloven in het hiernamaals. Ooit wordt het beter voor hen, ze moeten enkel wat geduld opbrengen. En zo is het inderdaad, want stel dat het niet zo was: wat maakte dit leven dan nog de moeite waard om überhaupt geleefd te worden?
Niets.
Maar de eenzame en ongelukkige mens is gemaakt om te relativeren en durft al eens een koran vast te pakken. Die leert hem bijvoorbeeld dat hij sowieso nog recht heeft op zijn zeventig - zijn het er zeventig? - maagden. Want als dit het paradijs niet is, dan is zijn volgende halte dat wel.
En met die gedachte kan hij leven. Ook al dreigt hij soms bijna zijn geduld te verliezen.
Maar zeventig maagden, jongens. Daar wil je desnoods wil drie ijskoude eeuwen op wachten. Toch?
maandag 12 oktober 2009
Tien jaar duivensport
Meningen, meningen, meningen.
Opinies ook wel.
Ik heb journalistiek gestudeerd en heb heel wat journalisten horen praten. Onderaan de ladder begonnen, opgeklommen, Douglas De Coninck van De Morgen en Humo geworden op een mooie dag. Alsof het een beetje meezat, ofzo.
Onderaan de ladder dus. Door weer en wind enzo. Afzien, zwoegen, regen, en dat allemaal voor de uitslagen van de duivensport in West-Vlaanderen. Ofzo.
Feiten, feiten, feiten, vrienden. Dat is waar je mee begint. Charleroi - Anderlecht: 0 - 2. Jeanne (68) valt van - (toepasselijk) - ladder. Felicé is een opblaaspop. Whatever. De kleintjes beginnen met feiten en moeten het met feiten blijven stellen tot ze 'aanzien' hebben. Een staat van dienst. Een naam.
Op dat moment zijn ze aan meningen toe. Opinies ook wel. In het slechtste geval een quizdeelname. Maar daar hebben ze jaren voor moeten zwoegen. Een vakman worden. Stielkennis opdoen. 'Métier' moeten verwerven.
Je komt er niet zomaar! Je moet de béste zijn!
Duivensport.
Ik heb germanisten namen en adressen zien ingeven in Excel. En niet de adressen van Shakespeare of James Joyce. Ik heb een burgerlijk ingenieur ramen weten lappen. Die man moest aan die ramen niets ontwerpen of berekenen. Ik ken een aantal journalisten die met kleine berichtjes het regiokatern van hun krant mogen vullen en dat misschien nog tien jaar zullen mogen doen.
Tién jaar.
De ladder dus.
Ik neem óf de lift óf ik laat de ladder voor wat hij is. In dat laatste geval kan ik dan ook niet uit hoogmoed naar beneden stuiken.
Opinies ook wel.
Ik heb journalistiek gestudeerd en heb heel wat journalisten horen praten. Onderaan de ladder begonnen, opgeklommen, Douglas De Coninck van De Morgen en Humo geworden op een mooie dag. Alsof het een beetje meezat, ofzo.
Onderaan de ladder dus. Door weer en wind enzo. Afzien, zwoegen, regen, en dat allemaal voor de uitslagen van de duivensport in West-Vlaanderen. Ofzo.
Feiten, feiten, feiten, vrienden. Dat is waar je mee begint. Charleroi - Anderlecht: 0 - 2. Jeanne (68) valt van - (toepasselijk) - ladder. Felicé is een opblaaspop. Whatever. De kleintjes beginnen met feiten en moeten het met feiten blijven stellen tot ze 'aanzien' hebben. Een staat van dienst. Een naam.
Op dat moment zijn ze aan meningen toe. Opinies ook wel. In het slechtste geval een quizdeelname. Maar daar hebben ze jaren voor moeten zwoegen. Een vakman worden. Stielkennis opdoen. 'Métier' moeten verwerven.
Je komt er niet zomaar! Je moet de béste zijn!
Duivensport.
Ik heb germanisten namen en adressen zien ingeven in Excel. En niet de adressen van Shakespeare of James Joyce. Ik heb een burgerlijk ingenieur ramen weten lappen. Die man moest aan die ramen niets ontwerpen of berekenen. Ik ken een aantal journalisten die met kleine berichtjes het regiokatern van hun krant mogen vullen en dat misschien nog tien jaar zullen mogen doen.
Tién jaar.
De ladder dus.
Ik neem óf de lift óf ik laat de ladder voor wat hij is. In dat laatste geval kan ik dan ook niet uit hoogmoed naar beneden stuiken.
zondag 11 oktober 2009
Sossen in de uitverkoop
Establishment. Roept dat woord bij u ook enkel negatieve gevoelens op? Ik denk daarbij: "niks mee te maken", "van wegblijven", "vies", "CD&V".
"De sossen".
Wikipedia legt het woord als volgt uit: "(..) de gevestigde orde; de groep van personen die het geheel van institutionele, politieke, culturele, juridische en economische hefbomen in handen heeft, en deze macht uiteraard ook wenst te bestendigen. Ze hangt dus nauw samen met elites en kringen waarbinnen de leden ervan elkaar frequenteren."
De gevestigde orde. Macht. Elite. Jukkie.
Yves Leterme die zijn premierschap kwijtspeelt door hoogstpersoonlijk de scheiding der machten op te heffen.
Vlaams Belang dat gaandeweg tot het establishment is gaan behoren.
Uitgelekte mails waarin Caroline Gennez naar voor komt als een gehaaide zakenvrouw die haar hand niet omdraait voor "l'assassinat du prince".
Cynisme en berekening. Interne communicatie die dag en nacht verschilt van wat er "naar buiten" komt.
Macht.
Nog meer establishment, aldus Wikipedia: "De term kreeg sinds de jaren ’50, onder invloed van filosofen als Jean-Paul Sartre (foto) en Herbert Marcuse, een uitgesproken pejoratieve betekenis, en werd een sleutelbegrip in de maatschappijkritiek van de naoorlogse Europese linkerzijde. Anderzijds heeft de kritische beweging ook een rechts-populistische tak en werd politiek zelfs een beduidende factor, met o.m. Pim Fortuyn in Nederland, Jean-Pierre Van Rossem in België en nadien het Vlaams Blok (het huidige Vlaams Belang), dat zich vooral tegen het Belgisch establishment keert, als emanatie van de Franstalige dominantie over de Vlaamse meerderheid."
Iets vies dus, kortom, en daar maakt nu ook sp.a (afstammelingen uit die kritische linkerzijde) deel van uit. Al veel langer natuurlijk, maar nu (en dan speciaal dezer dagen) toch wel zeer nadrukkelijk. Nu links en rechts in feite amper nog bestaan en elke winkel - van welke gezindte ook - wat graag de commerciële strijd aangaat om zijn 'unieke' waren te verkopen, terwijl die waren in werkelijkheid nauwelijks verschillen van de waren van de concurrentie. CD&V is de GB, Open vld de Delhaize en sp.a is de Colruyt. Rode prijzen à volonté en als u een product op een ander goedkoper vindt, mag u meteen bellen. Dan wordt de prijs onmiddellijk verlaagd.
Omdat de sp.a als partij geen profiel meer heeft en wanhopig is. Zich daarom voor de voeten van de verbouwereerde kiezer gooit die niet houdt van dergelijk "gedoe" en liever gewoon iets meer betaald bij pakweg de GB, voor zijn part. Daarin verschillen supermarkten wellicht van politieke partijen. Als de prijzen bij een partij té laag zakken, voelt de kiezer zich in zijn eer gekrenkt en keert hij die partij de rug toe.
"De sossen".
Wikipedia legt het woord als volgt uit: "(..) de gevestigde orde; de groep van personen die het geheel van institutionele, politieke, culturele, juridische en economische hefbomen in handen heeft, en deze macht uiteraard ook wenst te bestendigen. Ze hangt dus nauw samen met elites en kringen waarbinnen de leden ervan elkaar frequenteren."
De gevestigde orde. Macht. Elite. Jukkie.
Yves Leterme die zijn premierschap kwijtspeelt door hoogstpersoonlijk de scheiding der machten op te heffen.
Vlaams Belang dat gaandeweg tot het establishment is gaan behoren.
Uitgelekte mails waarin Caroline Gennez naar voor komt als een gehaaide zakenvrouw die haar hand niet omdraait voor "l'assassinat du prince".
Cynisme en berekening. Interne communicatie die dag en nacht verschilt van wat er "naar buiten" komt.
Macht.
Nog meer establishment, aldus Wikipedia: "De term kreeg sinds de jaren ’50, onder invloed van filosofen als Jean-Paul Sartre (foto) en Herbert Marcuse, een uitgesproken pejoratieve betekenis, en werd een sleutelbegrip in de maatschappijkritiek van de naoorlogse Europese linkerzijde. Anderzijds heeft de kritische beweging ook een rechts-populistische tak en werd politiek zelfs een beduidende factor, met o.m. Pim Fortuyn in Nederland, Jean-Pierre Van Rossem in België en nadien het Vlaams Blok (het huidige Vlaams Belang), dat zich vooral tegen het Belgisch establishment keert, als emanatie van de Franstalige dominantie over de Vlaamse meerderheid."
Iets vies dus, kortom, en daar maakt nu ook sp.a (afstammelingen uit die kritische linkerzijde) deel van uit. Al veel langer natuurlijk, maar nu (en dan speciaal dezer dagen) toch wel zeer nadrukkelijk. Nu links en rechts in feite amper nog bestaan en elke winkel - van welke gezindte ook - wat graag de commerciële strijd aangaat om zijn 'unieke' waren te verkopen, terwijl die waren in werkelijkheid nauwelijks verschillen van de waren van de concurrentie. CD&V is de GB, Open vld de Delhaize en sp.a is de Colruyt. Rode prijzen à volonté en als u een product op een ander goedkoper vindt, mag u meteen bellen. Dan wordt de prijs onmiddellijk verlaagd.
Omdat de sp.a als partij geen profiel meer heeft en wanhopig is. Zich daarom voor de voeten van de verbouwereerde kiezer gooit die niet houdt van dergelijk "gedoe" en liever gewoon iets meer betaald bij pakweg de GB, voor zijn part. Daarin verschillen supermarkten wellicht van politieke partijen. Als de prijzen bij een partij té laag zakken, voelt de kiezer zich in zijn eer gekrenkt en keert hij die partij de rug toe.
zaterdag 10 oktober 2009
Niemand voor de aanvoerdersband
Al mijn lof voor de moedige mening van Luckas Vander Taelen met betrekking tot het multiculturalisme in Brussel, zoals u hier gisteren al kon lezen. In de "Phara"-uitzending van 6 oktober doet Vander Taelen zijn De Standaard-opiniestuk nog eens over en gaat hij er zelfs nog dieper op in (hij zegt letterlijk dat "zero tolerance" een belangrijk thema is, over de partijgrenzen heen). Gevraagd naar de nakende voorzitterverkiezingen bij zijn partij, Groen!, zijn zijn antwoorden evenwel opvallend ontwijkend, daardoor contrasterend met zijn pertinente mening over multiculturalisme en dus ook behoorlijk teleurstellend.
Groen! heeft het niet onder de markt in haar zoektocht naar een nieuwe voorzitter. Kamerlid en half boegbeeld Meyrem Almaci ziet de job niet zitten omdat ze moeder is van een kind van twee, West-Vlaming Wouter De Vriendt bedankte al eerder voor de eer en ook de doorgaans bijzonder kritische Luckas Vander Taelen is niet voor een voorzitterschap te porren. Vander Taelen geeft daarvoor zelfs geen "serieuze" argumenten, nee, "it's a hell of a job, je moet daarvoor meerdere dingen tegelijk kunnen en het is geweten dat mannen daar minder goed in zijn dan vrouwen."
Dat hij door de lezers van De Standaard tot de meest geschikte kandidaat voor de job werd verkozen, neemt Vander Taelen met een kwinkslag en - "omdat het mij voor de gelegenheid goed uitkomt" - "met een serieuze korrel zout". Hij geeft beleefd te kennen "gevleid" te zijn, maar heeft al veel langer voor zichzelf beslist geen voorzitter te willen worden, waarna hij vervalt in het clichématige discours dat daar wel moét op volgen.
Dat het tijd is voor een nieuwe generatie, de aflossing van de wacht en dat hij er veel vertrouwen in heeft, om maar te zwijgen over jonge honden, frisse ideeën en een nieuwe wind. Daar komt het allemaal op neer en dus wordt de grote vraag alleen maar vrolijk doorgeschoven. Een persoonlijke voorkeur voor de nieuwe voorzitter heeft Vander Taelen vanzelfsprekend dus helemaal niet ("geen tijd gehad om daarover na te denken met die heisa over mijn column") en hij beroept zich op de principes van zijn partij die voorschrijven dat een voorzitter democratisch door de partijleden verkozen moet worden.
Nu, dat is allemaal goed en wel en het is Vander Taelens volste recht om zich geen kandidaat-voorzitter voor zijn partij te stellen, maar een échte reden voor zijn niet-kandidatuur krijgt zelfs Phara er niet uitgepeuterd.
Zelf heb ik echter het vermoeden dat Luckas Vander Taelen vooral verzwijgt dat politiek voor hem in feite maar een dééltje is van zijn bezigheden. Hij is als de goalgetter die in de tachtigste minuut invalt en zijn team met een doelpunt aan de overwinning helpt, maar de aanvoerdersband zal hij nooit dragen. Het voorzitterschap van een politieke partij is dan ook uit den boze, want een dergelijk engagement vraagt zo veel van een persoon dat zijn of haar andere activiteiten (omzeggens het opvoeden van kinderen of - in Van der Taelens geval - het verfilmen van het boek "Arm Wallonië", zijn docentschap aan de Erasmushogeschool Brussel en zijn bezigheden in het theater) erbij moeten inschieten. En om dat alles zomaar op te geven vindt Vander Taelen zijn partij niet belangrijk genoeg, als puntje bij paaltje komt.
Groen! heeft het niet onder de markt in haar zoektocht naar een nieuwe voorzitter. Kamerlid en half boegbeeld Meyrem Almaci ziet de job niet zitten omdat ze moeder is van een kind van twee, West-Vlaming Wouter De Vriendt bedankte al eerder voor de eer en ook de doorgaans bijzonder kritische Luckas Vander Taelen is niet voor een voorzitterschap te porren. Vander Taelen geeft daarvoor zelfs geen "serieuze" argumenten, nee, "it's a hell of a job, je moet daarvoor meerdere dingen tegelijk kunnen en het is geweten dat mannen daar minder goed in zijn dan vrouwen."
Dat hij door de lezers van De Standaard tot de meest geschikte kandidaat voor de job werd verkozen, neemt Vander Taelen met een kwinkslag en - "omdat het mij voor de gelegenheid goed uitkomt" - "met een serieuze korrel zout". Hij geeft beleefd te kennen "gevleid" te zijn, maar heeft al veel langer voor zichzelf beslist geen voorzitter te willen worden, waarna hij vervalt in het clichématige discours dat daar wel moét op volgen.
Dat het tijd is voor een nieuwe generatie, de aflossing van de wacht en dat hij er veel vertrouwen in heeft, om maar te zwijgen over jonge honden, frisse ideeën en een nieuwe wind. Daar komt het allemaal op neer en dus wordt de grote vraag alleen maar vrolijk doorgeschoven. Een persoonlijke voorkeur voor de nieuwe voorzitter heeft Vander Taelen vanzelfsprekend dus helemaal niet ("geen tijd gehad om daarover na te denken met die heisa over mijn column") en hij beroept zich op de principes van zijn partij die voorschrijven dat een voorzitter democratisch door de partijleden verkozen moet worden.
Nu, dat is allemaal goed en wel en het is Vander Taelens volste recht om zich geen kandidaat-voorzitter voor zijn partij te stellen, maar een échte reden voor zijn niet-kandidatuur krijgt zelfs Phara er niet uitgepeuterd.
Zelf heb ik echter het vermoeden dat Luckas Vander Taelen vooral verzwijgt dat politiek voor hem in feite maar een dééltje is van zijn bezigheden. Hij is als de goalgetter die in de tachtigste minuut invalt en zijn team met een doelpunt aan de overwinning helpt, maar de aanvoerdersband zal hij nooit dragen. Het voorzitterschap van een politieke partij is dan ook uit den boze, want een dergelijk engagement vraagt zo veel van een persoon dat zijn of haar andere activiteiten (omzeggens het opvoeden van kinderen of - in Van der Taelens geval - het verfilmen van het boek "Arm Wallonië", zijn docentschap aan de Erasmushogeschool Brussel en zijn bezigheden in het theater) erbij moeten inschieten. En om dat alles zomaar op te geven vindt Vander Taelen zijn partij niet belangrijk genoeg, als puntje bij paaltje komt.
vrijdag 9 oktober 2009
Links anno '09
"Luckas Vander Taelen klaagde vorige week (http://www.standaard.be/Artikel/Detail.aspx?artikelId=5D2FRJ8M) de gettovorming en normloosheid in Brussel aan. Vindt u het goed dat een linkse politicus wijst op de beperkingen van het multiculturalisme?"
Dit is de vraag, en ik heb ze geleend bij Pascal Digital. Op diens blog staat ze in de vorm van een poll en als antwoordmogelijkheden zijn er "ja", "nee", "multiculturaliteit kent geen beperkingen" en "geen mening".
Ik heb "ja" geantwoord. Natuurlijk vind ik het goed dat een linkse politicus wijst op de beperkingen van het multiculturalisme. Als er iets is dat linkse politici dezer dagen moeten doen is het dat wel, zij het op een meer genuanceerde manier dan de rechterkant het graag verwoordt. Vander Taelen weet waarover hij spreekt en het siert hem dat hij over de (politieke) eerlijkheid en het lef beschikt om zijn pertinente mening uit de doeken te doen. Over de partijgrenzen heen.
Want waarom zou het thema van de multiculturaliteit per definitie aan de rechtervleugel van het politieke landschap toebehoren? De linkerzijde heeft te lang willen uitdragen dat allochtonen in no time onze nieuwe, beste vrienden konden worden, als we er zelf maar werk van maakten. Progressieve dertigers die er op kicken de Turkse buurtwinkel plat te lopen zonder daarbij ooit een iets diepgaandere babbel met de uitbater aan te knopen, u kent ze wel. En zich dan op de borst kloppen dat ze de integratie van die mensen bespoedigen door bij het betalen altijd vriendelijk te lachen. Maar zo werkt het niet.
De echte progressieve, linkse stem heeft het anno 2009 wél gewoon over de problemen met allochtonen in bepaalde wijken. Omdat het de waarheid is en omdat het geen zin heeft die waarheid te negeren. En dat er daarbij over normen en waarden gesproken wordt, is niet meer dan normaal. Het is een andere misvatting om te denken dat die twee woorden eigendom zijn van de CD&V.
Maar wat is dan nog links en waar wordt het rechts? Het wordt rechts op het moment dat de feitelijke waarheid geweld wordt aangedaan. Het moment waarop een kleine diefstal een gewapende overval wordt genoemd, het moment waarop drie allochtone jongeren die samen over straat lopen plots het etiket 'bende' krijgen opgekleefd. En het is links, progressief, om de waarheid nuchter onder ogen te zien en ze niet te negeren of te verdraaien. Problemen zijn problemen en de lange baan is lang maar vroeg of laat draaien we ze toch op.
Of zoals Vander Taelen het in zijn opinie zelf omschrijft: "Het is de verdienste van links geweest om meer aandacht te vragen voor discriminatie en sociale achterstand. Het probleem ligt jammer genoeg dieper: we zijn bang geweest om onze waarden op te dringen aan allochtonen. Die waarden zijn mij echter te dierbaar om ze verloren te laten gaan."
Mij ook.
Dit is de vraag, en ik heb ze geleend bij Pascal Digital. Op diens blog staat ze in de vorm van een poll en als antwoordmogelijkheden zijn er "ja", "nee", "multiculturaliteit kent geen beperkingen" en "geen mening".
Ik heb "ja" geantwoord. Natuurlijk vind ik het goed dat een linkse politicus wijst op de beperkingen van het multiculturalisme. Als er iets is dat linkse politici dezer dagen moeten doen is het dat wel, zij het op een meer genuanceerde manier dan de rechterkant het graag verwoordt. Vander Taelen weet waarover hij spreekt en het siert hem dat hij over de (politieke) eerlijkheid en het lef beschikt om zijn pertinente mening uit de doeken te doen. Over de partijgrenzen heen.
Want waarom zou het thema van de multiculturaliteit per definitie aan de rechtervleugel van het politieke landschap toebehoren? De linkerzijde heeft te lang willen uitdragen dat allochtonen in no time onze nieuwe, beste vrienden konden worden, als we er zelf maar werk van maakten. Progressieve dertigers die er op kicken de Turkse buurtwinkel plat te lopen zonder daarbij ooit een iets diepgaandere babbel met de uitbater aan te knopen, u kent ze wel. En zich dan op de borst kloppen dat ze de integratie van die mensen bespoedigen door bij het betalen altijd vriendelijk te lachen. Maar zo werkt het niet.
De echte progressieve, linkse stem heeft het anno 2009 wél gewoon over de problemen met allochtonen in bepaalde wijken. Omdat het de waarheid is en omdat het geen zin heeft die waarheid te negeren. En dat er daarbij over normen en waarden gesproken wordt, is niet meer dan normaal. Het is een andere misvatting om te denken dat die twee woorden eigendom zijn van de CD&V.
Maar wat is dan nog links en waar wordt het rechts? Het wordt rechts op het moment dat de feitelijke waarheid geweld wordt aangedaan. Het moment waarop een kleine diefstal een gewapende overval wordt genoemd, het moment waarop drie allochtone jongeren die samen over straat lopen plots het etiket 'bende' krijgen opgekleefd. En het is links, progressief, om de waarheid nuchter onder ogen te zien en ze niet te negeren of te verdraaien. Problemen zijn problemen en de lange baan is lang maar vroeg of laat draaien we ze toch op.
Of zoals Vander Taelen het in zijn opinie zelf omschrijft: "Het is de verdienste van links geweest om meer aandacht te vragen voor discriminatie en sociale achterstand. Het probleem ligt jammer genoeg dieper: we zijn bang geweest om onze waarden op te dringen aan allochtonen. Die waarden zijn mij echter te dierbaar om ze verloren te laten gaan."
Mij ook.
donderdag 8 oktober 2009
Une bêtise
Waarom heb je dat gedaan, Junior? Je eigen kind, je grootmoeder?
Ook al een pianist vermoord, Junior. Gestampt en geslagen, dood achtergelaten. Je hebt een spoor van bloed door zijn huis getrokken en bent er daarna met zijn auto vandoor gegaan. Waarom, Junior?
Je stottert, Junior. Een triest feit dat volledig verklaart waarom je mensen vermoordt. Je zal maar eens een stotteraar zijn in deze wereld. Of je zal maar eens vermoord worden door een stotteraar.
Je zal maar eens vermoord worden.
Hoe leef je daarmee, met stotteren? Hoe leef je daarmee, met vermoord worden?
Wat zou je antwoorden als je kon praten, Junior? Dat een moord voor jou zoiets is als een diefstal voor mij? Ik heb cd's uit hun plastic verpakking gehaald en onder mijn trui gestoken, Junior, jij hebt mensen gedood. Staan wij quitte?
Geen kwaaie jongen. Beetje op zoek naar wie hij was en wat hij wilde. Ja, hij had die moord gepleegd, maar dat was toén. Hij was veranderd. Een goeie papa. Zeggen zijn vrienden.
Die pianist? Une bêtise. Zijn grootmoeder? Verkracht. Zijn dochtertje? Onaanvaardbaar. En Junior? Drugs aan't dealen aan het casino van Oostende.
Welja.
Ook al een pianist vermoord, Junior. Gestampt en geslagen, dood achtergelaten. Je hebt een spoor van bloed door zijn huis getrokken en bent er daarna met zijn auto vandoor gegaan. Waarom, Junior?
Je stottert, Junior. Een triest feit dat volledig verklaart waarom je mensen vermoordt. Je zal maar eens een stotteraar zijn in deze wereld. Of je zal maar eens vermoord worden door een stotteraar.
Je zal maar eens vermoord worden.
Hoe leef je daarmee, met stotteren? Hoe leef je daarmee, met vermoord worden?
Wat zou je antwoorden als je kon praten, Junior? Dat een moord voor jou zoiets is als een diefstal voor mij? Ik heb cd's uit hun plastic verpakking gehaald en onder mijn trui gestoken, Junior, jij hebt mensen gedood. Staan wij quitte?
Geen kwaaie jongen. Beetje op zoek naar wie hij was en wat hij wilde. Ja, hij had die moord gepleegd, maar dat was toén. Hij was veranderd. Een goeie papa. Zeggen zijn vrienden.
Die pianist? Une bêtise. Zijn grootmoeder? Verkracht. Zijn dochtertje? Onaanvaardbaar. En Junior? Drugs aan't dealen aan het casino van Oostende.
Welja.
woensdag 7 oktober 2009
Dick Advocaat heeft een pacemaker
Franky!
(Ok, laat ik de Jan Mulder in mij eens naar bovenhalen.)
(Geweldige man trouwens, Jan Mulder.)
Dus: Franky!
Frank Vercauteren is een klasbak, een topper, een man die zijn bést doet. Frank heeft alles geprobeerd en hield de eer aan zichzelf op exact het juiste moment. Het moment waarop hij het beu was, met name. Het moment waarop hij het niet meer zag zitten om de goedbedoelende L.O.-leerkracht te zijn van een ongeïnteresseerde groep zestienjarigen.
Hij nam de beslissing niet na, maar tijdens de wedstrijd. Hij wilde choqueren. Frank maakte een statement en gaf daarmee aan nog liever werkloos te zijn dan één dag langer in het Belgische circus mee te draaien. De leeuwen bleken ontembaar, de zeehonden kopten de bal niet door maar over de hoepel en de trapezisten namen onverantwoorde risico's. Dat er geen doden vielen had enkel met een onverklaarbare portie "mazzel" te maken.
Frank nam ontslag omdat hij geen zin meer had in nog eens zo'n busrit naar de H(eiz)el, waarbij sommige Rode Duivels het herhaaldelijk te bont maakten. Hij zag het niet meer zitten om nog langer als een moeder op de spelers toe te kijken. "Antony, geef Moussa zijn game boy terug", of "Sébastien, laat Stijn nu eens rustig zijn Jommeke lezen." Het was te vaak gebeurd. De maat was vol.
En dat de directie niet optrad, stak natuurlijk ook. Fellaini verdiende, wat Frank betreft, wel vijf avondstudies, maar de directie zag het gedrag van de Belgische Marokkaan door de vingers. Positieve discriminatie? Of neem Logan Bailly die wel eens met een diadeem - u leest: een diadeem - op training verscheen. Moest allemaal kunnen volgens directuer François "lsd is my middle name" De Keersmaecker.
Maar niet voor Frank. Hij sprak een andere taal, wilde er écht werk van maken en nam, naar eigen zeggen, geen lsd. Met zijn verstand bleef hij tot het laatste moment volledig bij dat groepje pubers dat hij zo graag aan een prijs had willen helpen, als het even had gekund, maar zijn hart vertelde hem steeds dwingender dat hij meer plezier zou hebben aan een leuke, gemotiveerde klas, desnoods enkele jaren en evenveel niveaus lager, maar met meer inzet.
Frank volgde zijn hart, werd een held en wacht nu op een nieuwe uitdaging. De openbare vervoersmaatschappij MIVB zou hem al voorgesteld hebben (tijdelijk) ombudsman te spelen op bepaalde metrolijnen tijdens de spitsuren. Frank houdt zijn antwoord daarop voorlopig in beraad.
(Ok, laat ik de Jan Mulder in mij eens naar bovenhalen.)
(Geweldige man trouwens, Jan Mulder.)
Dus: Franky!
Frank Vercauteren is een klasbak, een topper, een man die zijn bést doet. Frank heeft alles geprobeerd en hield de eer aan zichzelf op exact het juiste moment. Het moment waarop hij het beu was, met name. Het moment waarop hij het niet meer zag zitten om de goedbedoelende L.O.-leerkracht te zijn van een ongeïnteresseerde groep zestienjarigen.
Hij nam de beslissing niet na, maar tijdens de wedstrijd. Hij wilde choqueren. Frank maakte een statement en gaf daarmee aan nog liever werkloos te zijn dan één dag langer in het Belgische circus mee te draaien. De leeuwen bleken ontembaar, de zeehonden kopten de bal niet door maar over de hoepel en de trapezisten namen onverantwoorde risico's. Dat er geen doden vielen had enkel met een onverklaarbare portie "mazzel" te maken.
Frank nam ontslag omdat hij geen zin meer had in nog eens zo'n busrit naar de H(eiz)el, waarbij sommige Rode Duivels het herhaaldelijk te bont maakten. Hij zag het niet meer zitten om nog langer als een moeder op de spelers toe te kijken. "Antony, geef Moussa zijn game boy terug", of "Sébastien, laat Stijn nu eens rustig zijn Jommeke lezen." Het was te vaak gebeurd. De maat was vol.
En dat de directie niet optrad, stak natuurlijk ook. Fellaini verdiende, wat Frank betreft, wel vijf avondstudies, maar de directie zag het gedrag van de Belgische Marokkaan door de vingers. Positieve discriminatie? Of neem Logan Bailly die wel eens met een diadeem - u leest: een diadeem - op training verscheen. Moest allemaal kunnen volgens directuer François "lsd is my middle name" De Keersmaecker.
Maar niet voor Frank. Hij sprak een andere taal, wilde er écht werk van maken en nam, naar eigen zeggen, geen lsd. Met zijn verstand bleef hij tot het laatste moment volledig bij dat groepje pubers dat hij zo graag aan een prijs had willen helpen, als het even had gekund, maar zijn hart vertelde hem steeds dwingender dat hij meer plezier zou hebben aan een leuke, gemotiveerde klas, desnoods enkele jaren en evenveel niveaus lager, maar met meer inzet.
Frank volgde zijn hart, werd een held en wacht nu op een nieuwe uitdaging. De openbare vervoersmaatschappij MIVB zou hem al voorgesteld hebben (tijdelijk) ombudsman te spelen op bepaalde metrolijnen tijdens de spitsuren. Frank houdt zijn antwoord daarop voorlopig in beraad.
dinsdag 6 oktober 2009
Een aficionado van professionele dwarskijkerij
Wat een vreemd interview met Steven Van Herreweghe in de Humo van vorige week. Het lijkt wel de neerslag van een bezoek aan een therapeut. Natuurlijk weet ik dat journalist (rv) exact dat effect beoogde, hij wilde ongetwijfeld "de andere kant" van Van Herreweghe belichten, maar in dit interview komt het er zo dik op te liggen dat een mens zich alleen maar kan afvragen waarom hij die ándere Van Herreweghe nooit eerder te zien kreeg, en meer bepaald: waarom de presentator zich op tv dan van zo'n façade bedient, als hij in essentie toch maar gewoon een "twijfelaar" is en een "onzekere boer uit Aalst".
En het is zelfs niet zo dat die persoonlijke en verrassende ontboezemingen zomaar terloops in het interview opduiken om daarna weer plaats te maken voor dolle pret zoals je die van Van Herreweghe denkt te kunnen verwachten. Nee, het hele artikel wordt aan deze iet of wat diepgaande kapstok opgehangen en tussentitels als "De twijfelaar en "The A-Team" (over, rara, melancholie en nostalgie) winden er ook bepaald geen doekjes om.
Nu moet u begrijpen dat ik het in weze niet over Steven Van Herreweghe heb als ik een interview met hem bespreek. Het gaat 'm hier in de eerste plaats om Humo's (rv) die zichzelf in de inleiding van dit interview een "aficionado van professionele flauwekul" noemt (waaruit dus zijn appreciatie en interesse voor het "werk" van Van Herreweghe voortkomt), maar die, naar mijn aanvoelen, bij de gemiddelde Humolezer vooral geboekstaafd staat als de dwarskijker achter Dwarskijker en bijgevolg als zélf een man van veel melancholie, nostalgie en misschien ook therapie.
In dat licht vermoed ik dan ook dat dit interview met Van Herreweghe niet zozeer een waarachtige blik werpt op de persoon Van Herreweghe (natuurlijk wel ten dele), als wel dat het veeleer de vrucht is van een slinkse zelfprojectie van (rv) met betrekking tot de door hem bewonderde interviewee, van wie de journalist graag iemand wilde maken die hij misschien slechts ten dele is.
Want geef toe: als Van Herreweghe werkelijk de persoon is die in dat interview naar voor komt, dan zit die man met een fameuze identiteitscrisis, iets dat een mens niet zou vermoeden achter de grapjurk van een gastheer die hij momenteel elke zondagavond in "De jaren stillekes" neerzet. Als Van Herreweghe werkelijk is zoals uit dit interview blijkt, dan raad ik hem persoonlijk aan op korte termijn iets "diepgaandere" tv-programma's te gaan maken waarin hij zijn ware gelaat kan laten zien. Óf hij zou ook volledig kunnen stoppen in de media, maar dat zou dan wel zonde van zijn talent zijn, meen ik. Want hoewel zijn "onzekerheid" zijn talent schijnbaar bijna dreigt te overschaduwen: talent heeft Steven Van Herreweghe.
Maar tot nader order ligt een fin de mediacarrière voor Steven dus niet in de lijn van de verwachtingen, omdat dit interview eigenlijk meer vertelt over de journalist van dienst dan over de interviewee.
En het is zelfs niet zo dat die persoonlijke en verrassende ontboezemingen zomaar terloops in het interview opduiken om daarna weer plaats te maken voor dolle pret zoals je die van Van Herreweghe denkt te kunnen verwachten. Nee, het hele artikel wordt aan deze iet of wat diepgaande kapstok opgehangen en tussentitels als "De twijfelaar en "The A-Team" (over, rara, melancholie en nostalgie) winden er ook bepaald geen doekjes om.
Nu moet u begrijpen dat ik het in weze niet over Steven Van Herreweghe heb als ik een interview met hem bespreek. Het gaat 'm hier in de eerste plaats om Humo's (rv) die zichzelf in de inleiding van dit interview een "aficionado van professionele flauwekul" noemt (waaruit dus zijn appreciatie en interesse voor het "werk" van Van Herreweghe voortkomt), maar die, naar mijn aanvoelen, bij de gemiddelde Humolezer vooral geboekstaafd staat als de dwarskijker achter Dwarskijker en bijgevolg als zélf een man van veel melancholie, nostalgie en misschien ook therapie.
In dat licht vermoed ik dan ook dat dit interview met Van Herreweghe niet zozeer een waarachtige blik werpt op de persoon Van Herreweghe (natuurlijk wel ten dele), als wel dat het veeleer de vrucht is van een slinkse zelfprojectie van (rv) met betrekking tot de door hem bewonderde interviewee, van wie de journalist graag iemand wilde maken die hij misschien slechts ten dele is.
Want geef toe: als Van Herreweghe werkelijk de persoon is die in dat interview naar voor komt, dan zit die man met een fameuze identiteitscrisis, iets dat een mens niet zou vermoeden achter de grapjurk van een gastheer die hij momenteel elke zondagavond in "De jaren stillekes" neerzet. Als Van Herreweghe werkelijk is zoals uit dit interview blijkt, dan raad ik hem persoonlijk aan op korte termijn iets "diepgaandere" tv-programma's te gaan maken waarin hij zijn ware gelaat kan laten zien. Óf hij zou ook volledig kunnen stoppen in de media, maar dat zou dan wel zonde van zijn talent zijn, meen ik. Want hoewel zijn "onzekerheid" zijn talent schijnbaar bijna dreigt te overschaduwen: talent heeft Steven Van Herreweghe.
Maar tot nader order ligt een fin de mediacarrière voor Steven dus niet in de lijn van de verwachtingen, omdat dit interview eigenlijk meer vertelt over de journalist van dienst dan over de interviewee.
maandag 5 oktober 2009
Pol, de ethische code graag
Kent u Yasmine? U weet wel, die zangeres annex presentatrice die "uit het leven stapte", enkele maanden geleden? Nooit van gehoord, zegt u? You gotta be kidding! Of verbleef u de laatste jaren op Mars?
Nee, ik ben maar aan 't "dollen". Deze fictieve dialoog kan u met geen enkele Vlaming voeren, of het zou Frank De Winne moeten zijn en zelfs die weet natuurlijk ook gewoon wie Yasmine is, of was. U weet trouwens niet alleen dat Yasmine dood is, u weet ook dat ze zelfmoord pleegde (iets met een touw en een boom) en dat ze een dochtertje achterlaat (een jaar of drie?). En u weet bovendien dat ze haar scheiding niet verwerkt kreeg, dat haar ex-partner de oorzaak is van alle onheil en dat Yasmine in navolging van pater Damiaan heilig moet worden verklaard. U vindt toch ook dat Barack Obama de nabestaanden een kaartje had moeten sturen met zijn oprechte deelneming? Dat de wereld, al was het maar heel eventjes, had moeten stoppen met draaien?
Wat ik wil zeggen is dat de Vlaamse media u en mij de afgelopen maanden platgeslagen hebben met sensationele en niet zelden fictieve "artikels" over Yasmine en alles wat van ver of van dichtbij met haar dood te maken had. Marianne Dupon (437.000 zoekresultaten op Google!) is daarbij als mens met de grond gelijk gemaakt en ik kan me, ondanks mijn ongebreidelde fantasie, niet voorstellen dat ze morgen graag met haar dochtertje naar de plaatselijke kermis gaat, waar ze dan kennelijk door honderden mensen (lees: onbekenden) vies wordt bekeken, als ze al niet uitgescholden wordt.
Het publieke leven van Marianne Dupon is voorbij door die mediahetze, maar dat had niet gehoeven, of zo bewijst toch het volgende feit. In Noorwegen, zo hoorde ik vanmorgen, wordt er door de media bijvoorbeeld niet op details rond zelfmoord ingegaan. Yasmine pleegt dan zelfmoord, zonder meer, want redenen worden niet of amper vermeld en de nabestaanden worden volledig uit het oog van de storm gehouden. Hun verdriet wordt hen niet afgepakt, hun privacy wordt gerespecteerd.
U leest dan dus níét wekenlang de goorste roddels en de laagste steken. U krijgt dan géén zondebok wiens kop u kan eisen, op wie u al uw agressies en frustraties kan loslaten. En, nog veel straffer in feite: de media zien hun oplage in die weken dus géén hoge vlucht nemen en moeten die hele zelfmoord, waar ongetwijfeld zo veel sappige verhalen achter zitten, genadeloos aan hun neus laten voorbijgaan.
Wel, daar sloeg ik nu van achterover om eerlijk te zijn. Dat er een land is waar er zoiets bestaat als een ethische code die voorschrijft dat het privéleven van mensen niet door de media met de grond gelijk kan worden gemaakt. Dat er geen sprake kan zijn van honderd bloeddorstige honden die zich rond één mankend lammetje verzamelen.
Pol Deltour, u weet dat u dat ook wilt.
Nee, ik ben maar aan 't "dollen". Deze fictieve dialoog kan u met geen enkele Vlaming voeren, of het zou Frank De Winne moeten zijn en zelfs die weet natuurlijk ook gewoon wie Yasmine is, of was. U weet trouwens niet alleen dat Yasmine dood is, u weet ook dat ze zelfmoord pleegde (iets met een touw en een boom) en dat ze een dochtertje achterlaat (een jaar of drie?). En u weet bovendien dat ze haar scheiding niet verwerkt kreeg, dat haar ex-partner de oorzaak is van alle onheil en dat Yasmine in navolging van pater Damiaan heilig moet worden verklaard. U vindt toch ook dat Barack Obama de nabestaanden een kaartje had moeten sturen met zijn oprechte deelneming? Dat de wereld, al was het maar heel eventjes, had moeten stoppen met draaien?
Wat ik wil zeggen is dat de Vlaamse media u en mij de afgelopen maanden platgeslagen hebben met sensationele en niet zelden fictieve "artikels" over Yasmine en alles wat van ver of van dichtbij met haar dood te maken had. Marianne Dupon (437.000 zoekresultaten op Google!) is daarbij als mens met de grond gelijk gemaakt en ik kan me, ondanks mijn ongebreidelde fantasie, niet voorstellen dat ze morgen graag met haar dochtertje naar de plaatselijke kermis gaat, waar ze dan kennelijk door honderden mensen (lees: onbekenden) vies wordt bekeken, als ze al niet uitgescholden wordt.
Het publieke leven van Marianne Dupon is voorbij door die mediahetze, maar dat had niet gehoeven, of zo bewijst toch het volgende feit. In Noorwegen, zo hoorde ik vanmorgen, wordt er door de media bijvoorbeeld niet op details rond zelfmoord ingegaan. Yasmine pleegt dan zelfmoord, zonder meer, want redenen worden niet of amper vermeld en de nabestaanden worden volledig uit het oog van de storm gehouden. Hun verdriet wordt hen niet afgepakt, hun privacy wordt gerespecteerd.
U leest dan dus níét wekenlang de goorste roddels en de laagste steken. U krijgt dan géén zondebok wiens kop u kan eisen, op wie u al uw agressies en frustraties kan loslaten. En, nog veel straffer in feite: de media zien hun oplage in die weken dus géén hoge vlucht nemen en moeten die hele zelfmoord, waar ongetwijfeld zo veel sappige verhalen achter zitten, genadeloos aan hun neus laten voorbijgaan.
Wel, daar sloeg ik nu van achterover om eerlijk te zijn. Dat er een land is waar er zoiets bestaat als een ethische code die voorschrijft dat het privéleven van mensen niet door de media met de grond gelijk kan worden gemaakt. Dat er geen sprake kan zijn van honderd bloeddorstige honden die zich rond één mankend lammetje verzamelen.
Pol Deltour, u weet dat u dat ook wilt.
zondag 4 oktober 2009
Mic Check
Facebook. Een mens moet ergens beginnen en ik begin bij Facebook. Omdat het het uitgelezen kanaal is om u te bereiken en omdat ook ik er niet omheen kan. Zéker ik niet, zou ik zelfs zeggen.
Het idee heb ik gepikt van P. die via zijn Facebookaccount eveneens mensen naar zijn blog wil leiden, om aldaar in het beste geval een net iets diepgravendere conversatie op gang te brengen. Laat Facebook het lapmiddel zijn, de blog is wel degelijk het doel, tenzij u daar niks aan vindt natuurlijk, daarin bent u vrij.
Ik heb nog elders geblogd de afgelopen jaren, maar op die blog schuwde ik de openbaarheid, vond ik het vooral spannend dat ik hoegenaamd niet wist wie er precies meelas en raakte ik op den duur gefrustreerd door het pseudo-contact met andere bloggers dat zich - omdat we elkaar niet persoonlijk kenden - vaak beperkte tot voorspelbare vormelijkheden.
Nee, dan heb ik met deze blog meer ambitie. Hier zal ik het in alle openbaarheid (en onder mijn echte naam) hebben over "mijn kijk op de dingen", zoals de media dat doen, betreffende maatschappelijke thema's zoals politiek, media en dergelijke. Als afgestudeerde journalist beschik ik daarvoor tevens over enige "credibiliteit", al klinkt dat woord wel bijzonder beladen en moet u de nadruk maar op de debiliteit ervan leggen.
En tegen u persoonlijk - ja, u daar - zeg ik: voel u vrij om mee te lezen en te reageren (zij het niet anoniem), als u daar zin in hebt. Voel u zelfs vrij zelf iets te schrijven en stuur uw teksten desgewenst door. Opnieuw: als u daar zin in hebt. Misschien kan en mag ik ze dan op deze blog posten, want hey: hoe meer (interessante en gefundeerde) meningen, hoe meer vreugd. Toch?
Welkom!
Het idee heb ik gepikt van P. die via zijn Facebookaccount eveneens mensen naar zijn blog wil leiden, om aldaar in het beste geval een net iets diepgravendere conversatie op gang te brengen. Laat Facebook het lapmiddel zijn, de blog is wel degelijk het doel, tenzij u daar niks aan vindt natuurlijk, daarin bent u vrij.
Ik heb nog elders geblogd de afgelopen jaren, maar op die blog schuwde ik de openbaarheid, vond ik het vooral spannend dat ik hoegenaamd niet wist wie er precies meelas en raakte ik op den duur gefrustreerd door het pseudo-contact met andere bloggers dat zich - omdat we elkaar niet persoonlijk kenden - vaak beperkte tot voorspelbare vormelijkheden.
Nee, dan heb ik met deze blog meer ambitie. Hier zal ik het in alle openbaarheid (en onder mijn echte naam) hebben over "mijn kijk op de dingen", zoals de media dat doen, betreffende maatschappelijke thema's zoals politiek, media en dergelijke. Als afgestudeerde journalist beschik ik daarvoor tevens over enige "credibiliteit", al klinkt dat woord wel bijzonder beladen en moet u de nadruk maar op de debiliteit ervan leggen.
En tegen u persoonlijk - ja, u daar - zeg ik: voel u vrij om mee te lezen en te reageren (zij het niet anoniem), als u daar zin in hebt. Voel u zelfs vrij zelf iets te schrijven en stuur uw teksten desgewenst door. Opnieuw: als u daar zin in hebt. Misschien kan en mag ik ze dan op deze blog posten, want hey: hoe meer (interessante en gefundeerde) meningen, hoe meer vreugd. Toch?
Welkom!
Abonneren op:
Posts (Atom)