Vorige week kon u in de krant lezen dat zeven op de tien van de van oorsprong allochtone jongeren een schoolachterstand heeft. Gisteren raakte dan weer bekend dat Vlaams minister van onderwijs Pascal Smet van plan is het GOK-steunpunt te sluiten. Dat laatste klinkt als een bijzonder ongelukkige beslissing wanneer je de ernst van het eerste in acht neemt, maar er moet 'bespaard' worden en dan is een iets diepgravendere uitleg voor zo'n (onmiddellijk fel gecontesteerde) beslissing klaarblijkelijk niet meer nodig. Ja, natuurlijk zegt Smet dat de kennis van het GOK-steunpunt zal blijven aangewend worden en dat hij zal blijven inzetten op gelijke kansen ("zelfs meer dan voorheen"). Maar men lijkt toch te kunnen concluderen dat de economische situatie van Vlaanderen belangrijker is dan de optimalisering van de slaagkansen van 'zwakke elementen' in één van de basisfundamenten van die samenleving, het onderwijs.
En misschien ís die economische situatie ook belangrijker, het is wat dat betreft redelijk in het duister tasten. Toch stelt een mens zich beter enkele vragen wanneer hij dit soort nieuws te horen krijgt. Zoals daar zijn: is die besparing dan echt zó urgent dat een belangrijk initiatief als het GOK-steunpunt eraan moet geloven (het gaat hier o.a. over een heel aantal uren extra Nederlandse taalles voor, op dat punt, zwakke leerlingen, die verloren zouden gaan)?; kon Smet niet ergens anders op besparen in de wetenschap dat vooral voornoemde 'zwakke elementen' onder deze beslissing zullen lijden (zij die beter niet te veel extra lijden kunnen)?; zijn er minder belangrijke domeinen waarop niet bespaard wordt door de Vlaamse regering, en waarom dan niet (ik haal ter illustratie een oude koe uit de gracht à la de Europese promotour van Kate Ryan - of is deze bedenking helemaal niet aan de orde?)?; en deze, om een beetje te stoken: zou Frank Vandenbroucke eenzelfde beslissing genomen hebben, mocht hij nog minister van onderwijs zijn?
Zelf heb ik het gevoel dat er aan dat GOK-steunpunt niet geraakt mag worden. In mijn ogen is het niet alleen een unieke kans om de zwakkere leerlingen tot in de buik (of zelfs maar tot aan de staart) van het leerlingenpeloton te leiden, in veel gevallen betekent zo'n GOK-begeleiding ook een impliciete vorm van integratie in de Vlaamse maatschappij, aangezien er heel wat kinderen van allochtone origine bij de hulp van dat GOK-steunpunt gebaat zijn.
En wat zal Smet in de plaats op poten zetten, en wanneer zal hij dat doen? In bepaalde interviews zegt hij dat hij voor 2011 geen nieuwe initiatieven kan nemen.
Maar hoe vreemd zijn beslissing ook mag lijken, Smet lijkt zichzelf werkelijk van geen kwaad bewust. Zo zei hij vanavond in "Ter zake" plots letterlijk het volgende, zij het niet rechtstreeks met betrekking tot het GOK-steunpunt: "Ik vind het een groot probleem dat we vaststellen dat er een sociale erfelijkheid in ons onderwijssysteem zit. Dat kinderen uit blanke én allochtone gezinnen blijven haperen in ons onderwijs, terwijl onderwijs toch net één van de middelen is die een gemeenschap heeft om kinderen verder te laten groeien. (..) Want er gaan veel te veel, vaak gekleurde, talenten verloren in onze samenleving."
Oftewel het beste argument tégen de stopzetting van het GOK-steunpunt uit de mond van de man die klaarblijkelijk vóór die stopzetting is. Vreemd, bijzonder vreemd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten