Vreemd. Ik sta tegen een muur aangeleund op een feestje waarvoor ik zeker weten nooit een uitnodiging heb ontvangen. Ik kan me niet herinneren hoe ik hier ben beland, in deze weinig verlichte ruimte. Mijn eerste impuls is: ik wil hier niet zijn. Maar ik ben hier wel en wanneer ik oppervlakkig de kamer rondspeur kan ik ook niet onmiddellijk een uitgang vinden.
Wie heeft mij hier mee naartoe getroo...nd? En waar is die persoon?
Ik ben alleen, in de drukte.
Lawaai, er is hier enorm veel lawaai. Een notie die mij irriteert. Ik vang flarden op van gesprekken in een taal waarvan ik slechts enkele woorden begrijp. De meeste mensen spreken echter een taal die ik nog nooit heb gehoord en een gevoel van isolement bekruipt mij.
Geen ideale start.
Waar ben ik, wat doe ik hier en wie ben ik eigenlijk?
Als ik om mij heen kijk, herken ik quasi niemand die deze vragen met mij lijkt te delen. Mensen staan veelal in groepjes en voeren ongedwongen een geanimeerd gesprek. Zij lijken wel te weten waarom ze hier zijn, ik ben verward.
Enkelingen staan net als ik tegen een muur, ze lijken er in weg te willen kruipen, maar ik voel er niets voor om een van hen te benaderen. Liever ga ik meteen op zoek naar een uitgang, die toch wel ergens te vinden moet zijn. Maar ik vind geen in en uit in deze kubusachtige ruimte. Bang ben ik nog niet, maar ik besef dat ik iemand zal moeten benaderen als ik te weten wil komen wat hier nu eigenlijk aan de hand is. Een idee dat me enorm tegenstaat. Ik wil de ruimte kunnen verlaten zoals ik haar ben binnengekomen: zonder dat ik weet hoe en zonder uitleg.
Ik speur nog een tweede en een derde keer de ruimte af. Geen deur, geen kier, geen gat. Ook niet in het plafond, ook niet in de vloer. Maar nog steeds zou ik liever geen vragen stellen, nog liever vat ik gewoon opnieuw post op mijn plekje tegen de muur. Ik ben er inmiddels van doordrongen dat niemand spontaan op mij af zal stappen met wat uitleg over wat hier gebeurt, wat dit is.
Het zou zo comfortabel zijn, bedenk ik mij, als ik gewoon mijn ogen kon sluiten om elke gedachte die ik hier tot nog toe heb gehad, terug te spoelen of helemaal te wissen. Kan ik mijn entree hier nog eens overdoen met kennis van de taal die hier het meest gesproken wordt? Of zou ik eventueel zelf mogen beslissen of ik überhaupt op dit feestje aanwezig wil zijn?
Ik vrees van niet.
Maar wat ik wel begrijp: als ik mijn irritatie en isolement kan ombuigen tot aanvaarding en weinig verwachtingen, dan valt het misschien mee. Mits aanvaarding en weinig verwachtingen wordt mijn aanwezigheid in deze ruimte mij misschien duidelijk. Misschien. Aanvaarden dat misschien. En liever niets verwachten. De enige manier.
Wie heeft mij hier mee naartoe getroo...nd? En waar is die persoon?
Ik ben alleen, in de drukte.
Lawaai, er is hier enorm veel lawaai. Een notie die mij irriteert. Ik vang flarden op van gesprekken in een taal waarvan ik slechts enkele woorden begrijp. De meeste mensen spreken echter een taal die ik nog nooit heb gehoord en een gevoel van isolement bekruipt mij.
Geen ideale start.
Waar ben ik, wat doe ik hier en wie ben ik eigenlijk?
Als ik om mij heen kijk, herken ik quasi niemand die deze vragen met mij lijkt te delen. Mensen staan veelal in groepjes en voeren ongedwongen een geanimeerd gesprek. Zij lijken wel te weten waarom ze hier zijn, ik ben verward.
Enkelingen staan net als ik tegen een muur, ze lijken er in weg te willen kruipen, maar ik voel er niets voor om een van hen te benaderen. Liever ga ik meteen op zoek naar een uitgang, die toch wel ergens te vinden moet zijn. Maar ik vind geen in en uit in deze kubusachtige ruimte. Bang ben ik nog niet, maar ik besef dat ik iemand zal moeten benaderen als ik te weten wil komen wat hier nu eigenlijk aan de hand is. Een idee dat me enorm tegenstaat. Ik wil de ruimte kunnen verlaten zoals ik haar ben binnengekomen: zonder dat ik weet hoe en zonder uitleg.
Ik speur nog een tweede en een derde keer de ruimte af. Geen deur, geen kier, geen gat. Ook niet in het plafond, ook niet in de vloer. Maar nog steeds zou ik liever geen vragen stellen, nog liever vat ik gewoon opnieuw post op mijn plekje tegen de muur. Ik ben er inmiddels van doordrongen dat niemand spontaan op mij af zal stappen met wat uitleg over wat hier gebeurt, wat dit is.
Het zou zo comfortabel zijn, bedenk ik mij, als ik gewoon mijn ogen kon sluiten om elke gedachte die ik hier tot nog toe heb gehad, terug te spoelen of helemaal te wissen. Kan ik mijn entree hier nog eens overdoen met kennis van de taal die hier het meest gesproken wordt? Of zou ik eventueel zelf mogen beslissen of ik überhaupt op dit feestje aanwezig wil zijn?
Ik vrees van niet.
Maar wat ik wel begrijp: als ik mijn irritatie en isolement kan ombuigen tot aanvaarding en weinig verwachtingen, dan valt het misschien mee. Mits aanvaarding en weinig verwachtingen wordt mijn aanwezigheid in deze ruimte mij misschien duidelijk. Misschien. Aanvaarden dat misschien. En liever niets verwachten. De enige manier.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten