Existentialisme. Oei, wat een geleerd woord. Het overvalt me zomaar opeens als ik naar mijn trein loop.
Isabelle A was op tv. Ze is weer helemaal terug. Met een 'keur' (ik neem het woord van de concertzaalnieuwsbrieven over) van topmuzikanten heeft ze aan een nieuwe plaat gewerkt. En nu die af is stelt ze ze voor aan iedereen die het maar horen wil. Ze waant zich in de voetsporen van Jane Birkin.
Osebolle vertelt dat ze diep gezeten heeft. En op dat moment vraag ik me af of de muziek voor haar een houvast is geweest. In hoeverre is zo'n Isabelle A met haar muziek vergroeid? Gaat zij door een existentiële crisis op het moment dat Tien Om Te Zien haar niet meer uitnodigt?
Moeilijk thema, existentialisme. Gooi het in de groep en het is uit met de pret.
Heeft Marat Safin er nog zin in? Hij zegt van wel: tennissen is het enige dat hij wil doen. Toch lijkt hij op de baan vaak door een crisis te gaan. De man met de mooiste kop van het ATP-circuit gooit dan met zijn racket en slaat de ogen ten hemel, zoekend naar een antwoord op zijn vraag waarom hij die back hand in godsnaam zo ver uit sloeg. Existentieel is dat. Hij trekt het zich verschrikkelijk aan, zijn tennis, zijn leven.
Of dat hoop ik toch. Dat hij zijn boterhammen met paardenvlees met bevende handen naar binnenwerkt. Dat hij 's nachts wakker wordt van existentiële woede om die verloren wedstrijd.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten