't Is verzengend heet in het dorp waar Dimi en Diète wonen. De jongens hebben hun mountain bikes uit de garage gehaald en hebben elkaar gesms'd om samen in het dorp te gaan fietsen. Diète heeft zijn pet opgezet voor hij het huis verliet, zonder komt hij de straat niet op. En bij deze temperaturen kan hij wel wat beschutting voor zijn hoofd gebruiken.
Zowel Dimi als Diète kennen de hoofdstraten van het dorp als hun broekzak. Ze wonen er al 20 jaar - zo oud zijn ze ongeveer - en ze doorkruisen hun vaste routes nog dagelijks. Elk hebben Dimi en Diète een eigen auto gekregen van hun ouders en daarmee maken ze occasioneel een ritje door het dorp. En als het nodig is rijden ze ook met hun auto's naar de grote stad, maar eigenlijk doen ze dat liever niet. In de stad is het namelijk heel erg moeilijk om je auto te parkeren.
Dimi en Diète hebben afgesproken aan de kerk, daar komen ze altijd samen. De jongens besluiten eerst naar de krantenwinkel te gaan voor een blikje bier, dat kunnen ze dan lekker aan de kerk opdrinken. Maar het is zondag, de krantenwinkel is gesloten. Dan maar geen bier en meteen fietsen.
Als Diète en Dimi langs de winkel van Dimi's vader passeren, merken ze mij op. En ik hen. Ik kijk de jongens nieuwsgierig aan, ik ken hen nog van vroeger. Dimi lijkt niet erg in mij geïnteresseerd te zijn, maar Diète kijkt herhaaldelijk achterom terwijl hij langzaam doorrijdt. Ik betwijfel of hij zich mijn naam nog kan herinneren.
Zonder vervolg.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten