U staat daar nu al een kwartier, meneer. Ze laten U wel lang wachten. Uw hoed en Cara Pils staan uitgestald op die elektriciteitscabine en zelf hupt U van uw ene op uw andere been.
Is die Cara nu nog niet leeg? U kijkt op uw klok.
U hebt gelukkig mooi weer. De donkere kleur van uw huid herinnert me aan Salobreña. Daar op het keienstrand en tussen de witte huisjes was U nog beter tot uw recht gekomen. Wat is uw oorsprong? Mag ik daar mee naartoe?
U hebt een koffertje bij zich. En uw Cara is nog steeds niet op. Uw witgeruite hemd verraadt dat U hier niet bent om aan sport te doen. Of U zou zich nog moeten omkleden met kleren uit het koffertje. Nee, U bent hier voor serieuzer zaken. Maar dan is het niet serieus dat men u zo laat wachten.
Aha, er komt schot in de zaak. Een fietser komt voorbij en herkent U blijkbaar. Uw hoed gaat op, uw Cara Pils in de vuilbak. U grijpt uw koffertje en U verdwijnt uit mijn gezichtsveld. Niet in de richting van die fietser. Op wie hebt U nu eigenlijk staan wachten?
Toch nog bedankt om me naar Salobreña mee te nemen. Als ik ooit iets voor U kan doen...
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten