zaterdag 17 mei 2008

Misschien ga ik later vandaag nog dood

Misschien is dat maar het eerste wat ouders hun peuters voortaan moeten leren: dat ze stil moeten zijn in de bibliotheek. De bibliotheek is de Delhaize niet, kids. Tussen de boeken, de cd's en alzekers in de leeszaal wordt er gezwegen.

Jullie mama's en papa's doen hun uiterste best, die hebben dat lesje wel ooit in hun hoofdjes geprent. Maar the point is: wanneer zij jullie moeten stil zien te houden, gaan ze natuurlijk zelf ook lawaai maken. Je kan die kleine moeilijk negeren als hij aanhoudend "Mama, hier" blijft jengelen. Dan moet je daar natuurlijk even naar toe.

Nu was ik lief vanmorgen en wilde ik niet zagen. Ik heb amper baby-sitervaring, maar ik weet wel wat het is om met een kind van drie op m'n schoot te zitten. En of ik dat weet. Ik stapte dus op de mama van dat ene jengelende kind af en vroeg of ik even op de kleine moest letten terwijl zij zich een boek uitzocht. Zo zou het misschien wat vlotter gaan, argumenteerde ik.

Enigszins verbaasd over haar toestemming zat ik even later in een zetel met een rond mij heen lopende kleine. Had die mama nooit van gevaarlijke sujetten genre Dutroux gehoord? Volgde ze het proces Fourniret niet in de mighty mighty-media? Wat er ook van mocht zijn, die kleine bleef te hard jengelen naar mijn mening, en ik bedacht snode plannen (die in feite enkel tot doel hadden mezelf te schaden).

Die mama kwam nog eens kijken en ik zei "hij maakt nogal lawaai hé." Dat kon ze niet ontkennen. "Wil ik hem koud maken?" vroeg ik hulpbereid, "wil ik hem voor u omleggen?" Van die uitdrukkingen had ze ofwel nog nooit gehoord, ofwel kon ze niet vatten wat ik net had gezegd, want ze vroeg met vreemde stem en nogal langgerekt "Pardon?"

"Wel ja, ik wil die kleine dus wel voor U doodmaken," herhaalde ik ten derde male mijn aanbod. En zonder haar antwoord af te wachten mompelde ik daar achter aan: "ik wil mezelf wel met hem mee de dood in jagen, als U dat een geruster gevoel geeft."

Maar op dat moment stierf er bij mijn weten niemand in de bibliotheek. Hoewel, misschien ging er wel een levende dood. Want kan U ze nog tellen de levende doden? Ik denk soms dat ik er zelf een ben.

Geen opmerkingen: