Oké, het mag dan niet helemaal met goesting zijn, qua timing is het niet ideaal, maar ik kan niet veel aanmerken op de schitterende tuinen van de Botanique. Die paadjes, doolhoven, grasveldjes en schaduwrijke bankjes. Een rustpunt tussen de verkeersaders van Brussel, met ernaast de serres, de concertzalen waarin zowat de beste programmatie van het land het hele jaar door te kijk staat.
En dan vind jij het nodig om mij in de volle zon cinquant cents te vragen en om mij onmiddellijk daarna te vragen of ik uit Frankrijk kom. Op beide vragen moet ik helaas "non pourquoi?" antwoorden. Je bent een bedelaar, copain, waar is toch je gevoel voor eigenwaarde?
Je volgt me om aan te dringen. Ik geef je tien cent en zeg dat dat kan tellen als begin van je schooitocht ("c'est un commence, n'est-ce pas?", zei ik, geloof ik - mon dieu). Je hoeft geen tien cent (daar is je eigenwaarde dan) en veronderstelt dat ik dat schrammetje onder mijn rechteroog in een vechtpartij heb opgelopen. Onjuist, m'n beste. Gelukkig hoef ik je dat niet meer uit te leggen, want je vindt het zelf al de moeite niet meer.
Ik vind het treurig dat deze mooie plek besmeurd wordt door sujetten zoals jij. Waar is jouw gevoel voor poëzie gebleven? In je land van oorsprong misschien? Ik vermoed dat het potentieel daartoe daar alleszins beter tot ontwikkeling was gekomen. En voorts vind ik het jammer dat je geen geld hebt voor een pintje. Ik hou van gelukkige mensen op leuke bijeenkomsten.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten